Uw zoekacties: Familie Broers en aanverwante families, 1587 - 1959

268 Familie Broers en aanverwante families, 1587 - 1959 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
268 Familie Broers en aanverwante families, 1587 - 1959
Inleiding
Historisch overzicht
Over de herkomst van de familie Broers is niet veel met zekerheid te zeggen. Onderzoek in Moers en Amsterdam leverde niet veel op. *  In beide plaatsen komen in de zeventiende eeuw dragers van de naam Broers voor. Zowel uit Moers als Norden, Oost-Friesland, komen Broers'en naar de Nederlanden. *  Een relatie tussen genoemde families is niet gevonden.
Uit de kerkboeken van de evangelische gemeente te Moers blijkt, dat op 14 augustus 1696 een Petrus werd geboren, zoon van Hans Jörgen Broers en Machteld. *  Deze Petrus Broers moet rond 1720 naar Amsterdam zijn vertrokken. In 1728 werd hij, Pieter Broers, door de burgemeesters van Amsterdam benoemd tot bode op Zeeland. *  Twee jaar later trouwde hij met Anna Sombaart van het Koningsplein. *  Zelf woonde hij op dat moment in de Romijns-armsteeg.
Van enkele leden van de familie Broers is bekend, dat zij werkzaam waren in de handel. Pieter Broers en Jurriaan Broers, zoons van bovengenoemde Pieter Broers, zijn beiden makelaar. Jurriaan Broers (1732-1777) werd in 1756 ingeschreven in het poorterboek van Amsterdam. *  Een dochter van Pieter en Anna Broers trouwde met de ijzerkoopman Pieter Ploos van Amstel. De eerder genoemde Jurriaan Broers huwde in 1766 met Wouterina van Ommeren. Uit dit huwelijk werden enkele kinderen geboren, die zich buiten Amsterdam gingen vestigen. Hun oudste zoon Jan Henricus werd ontvanger-generaal der directe belastingen en later notaris te Rhenen, *  de plaats waarvan zijn moeder afkomstig was. Pieter Rutger Broers, een andere zoon van Jurriaan Broers, maakte carrière in het leger. *  Op 13 augustus 1799 viel een eskader Engelse schepen Schiermonnikoog aan, waar 'de luitenant Pieter Rutger Broers met 26 manschappen en in het bezit van twee drieponds veldstukjes ter verdediging van het eiland aanwezig was'. *  Een maand later werd hij voor zijn optreden beloond met een bevordering tot kapitein.
De tak van de familie Broers, waarvan in de inventaris de archivalia zijn beschreven, gaat verder met Jacob Cornelis Broers (1773-1815). Ook hij was makelaar, maar was gevestigd te Utrecht. In 1812 werd Jacob Cornelis door de burgemeester van Amsterdam aangesteld tot 'schietschuytschipper'. *  Deze schippers voeren op veerschuiten, bestemd voor goederenvervoer, die ook buiten de vaste ligplaatsen mochten laden en lossen. *  Hij trad in 1791 in Utrecht in het huwelijk met de domineesdochter Francina Sophia de Rochefort. De familie De Rochefort was een oude aanzienlijke familie, die rond 1658 naar de Nederlanden was gekomen, *  en enkele dominees leverde aan de Waalse gemeenten.
De kinderen van Jacob Cornelis Broers hebben in het algemeen goede posities weten te verwerven. Pieter Abraham (1801-1886) werd advocaat en procureur te Utrecht en lid van de provinciale staten. Een andere zoon, Jacob Cornelis (1795-1847), schreef zich als negentienjarige in als student bij de faculteit der geneeskunde in Utrecht. In 1818 promoveerde hij en vestigde zich, na een studiereis naar Frankrijk en Duitsland, als geneesheer in Zeist. Acht jaar later werd hij benoemd tot hoogleraar in de heel- en geneeskunde in Leiden. * 
Rutger Huibert Broers volgde eveneens colleges aan de universiteit van Utrecht, waar hij in 1836 de doctorstitel behaalde in de genees- en verloskunde. *  Tijdens zijn studie sloot hij zich aan bij het corps Vrijwillige Jagers der Utrechtse hogeschool, waarmee hij in augustus 1831 deelnam aan de Tiendaagse veldtocht. De 768 Utrechtse vrijwilligers hadden hiermee gevolg gegeven aan de oproep van koning Willem I: 'welaan te wapen op de dringende bede van uw vorst'. *  Een jaar later ontving Rutger Huibert het Metalen Kruis vanwege zijn deelname aan de veldtocht. Na zijn studie werd hij eerst in Medemblik benoemd tot stadsgeneesheer en in 1856 in Wageningen, waar de raad van de gemeenten hem 'met volstrekte meerderheid van stemmen benoemt voor den tijd van drie jaren op eene jaarwedde van tweehondert gulden'. * 
Hier bleef hij tien jaar arts en stond bekend als een 'uitstekend verloskundige'. Na zijn dood in 1867 vermeldde de Wageningsche Courant: 'Wij weten niet of een monument op zijn graf zal prijken, wel, dat hij zich zelve eene ere zuil stichtte in de harten van zoo vele beweldadigden...'. *  De kinderen van Rutger Huibert Broers, uit zijn huwelijk met Henriëtte Lührs, kwamen in de militaire sfeer terecht.
Frans Jacob Cornelis werd, na een studie medicijnen in Leiden, officier van gezondheid bij de Koninklijke Marine.
Hubertus trad bij de landmacht in dienst en werd in 1874 bevorderd tot kapitein der artillerie. In 1883 werd hem pensioen verleend 'ter zake van lichaamsgebreken'. Hij tobde al enkele jaren met zijn gezondheid, sinds hij 'bij het doen van artillerie-werkzaamheden koude heeft gevat en daarvan ziek is geworden...'. *  Hij kreeg verlof om te kunnen herstellen in Davos en Wiesbaden. een volledig herstel kwam er echter niet.
Door de twee huwelijk van Hubertus Broers ontstaan de verwantschappen met de families Reijnst en Van Beusekom. *  Zijn tweede echtgenote Elisabeth van Beusekom erfde van haar familie verscheidene goederen, *  waaronder enkele percelen grond in Vught en Rosmalen. Elisabeths moeder was een Bowier, een familie oorspronkelijk uit Engeland afkomstig. Ten tijde van Leicester kwam korporaal Ralph Boyer met de Engelse troepen naar de Nederlanden. Hij werd gelegerd in Bergen op Zoom, waar hij ook trouwde. *  Zijn nakomelingen blijven in Noord-Brabant, waar zij een lange tijd het huis 'Coudewater' te Rosmalen hebben bewoond. Elisabeths grootmoeder was een lid van de familie Hubert, dochter van Willem Hubert, architect en schepen van 's-Hertogenbosch, die daar nogal was bezittingen had. * 
De dochter uit het eerste huwelijk van Hubertus Broers, Clarie Flavie, trouwde met François Schut, militair in het Nederlands-Oostindisch leger. De dochter uit het tweede huwelijk van Hubertus, Edmée Wilhelmina, bleef ongehuwd en werd kunstschilderes. Zij is leerlinge geweest van de Academie voor Beeldende Kunsten te Den Haag en heeft les gehad van de bekende schilder H.J. Haverman. *  Edmée Broers schilderde voornamelijk stillevens en portretten. Een begaafd schilderes is zij niet geweest, 'maar zij blijkt een zeer toegewijd werker en het opene, trouwhartige en ruime van haar standvastigen blik heft telkens mogelijke technische tekorten geheel of gedeeltelijk op'. * 
Ook de zoon uit het tweede huwelijk, Hubertus Antonie, bleef ongehuwd. In de jaren 1900-1906 volgde Hubertus Antonie Broers (1877-1961) een notarisstudie. Daarna was hij in verscheidene gemeenten, onder andere Gouda en Voorschoten, kandidaat-notaris. Op latere leeftijd, in 1925, begon hij met de rechtenstudie aan de universiteit van Groningen, waar hij in 1931 zijn laatste examens deed. *  Enkele jaren daarna namelijk in 1934, werd hij tot notaris benoemd in Den Haag. *  H.A. Broers heeft zich nogal beziggehouden met de genealogie van de familie en haar aanverwante families. Het voorgeslacht interesseerde hem, gezien de door hem verzamelde stukken. Het familiearchief heeft hij in 1928 vermaakt aan het door hem gestichte Broers-Van Beusekomfonds.
Tot 1947 bleef Hubertus Antonie Broers notaris, het jaar waarin hem op zeventigjarige leeftijd eervol ontslag werd verleend. *  Naast zijn ambt als notaris heeft hij enkele nevenfuncties bekleed. Hij was bijvoorbeeld verzekeringsagent bij de Hollandse Sociëteit van Levensverzekeringen en commissaris en lid van de Raad van Toezicht bij de Provinciale Hypotheekbank, waarvan zijn neef A.P. Hubert van Beusekom directeur was. Op 26 oktober 1961 overleed hij in Den Haag.
In 1928 werd, zoals gezegd, door H.A. Broers de stichting 'Het Broers-Van Beusekomfonds' opgericht. *  Het doel van de stichting was jaarlijks 9/10 van de zuivere opbrengst van het kapitaal van de stichting aan het Groninger en Leidse Universiteitsfonds uit te keren, 'ter bevordering van de bloei dier universiteiten'. Gedurende zijn leven was Hubertus Antonie Broers de eerste regent van de stichting. Na zijn overlijden zou er een regenten-college komen, bestaande uit drie personen. Deze werden in 1955 door H.A. Broers benoemd: drie hoogleraren van de univesiteit van Groningen. Een jaar eerder was de naam van de stichting veranderd in 'Het Broersfonds'. Lang heeft de stichting toen niet meer bestaan. Op 21 november 1957 werd zij opgeheven, waarbij het kapitaal en de goederen bij testament overgegaan zijn naar de Stichting Groninger Univesiteitsfonds. * 
De huizen in Den Haag zijn weliswaar verkocht, maar de percelen grond in Noord-Brabant zijn, op enkele na, nog eigendom van de Stichting Groninger Univesiteitsfonds.
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen: genealogieën i

Kenmerken

Datering:
1587-1959
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch