Uw zoekacties: Architect Valk, (1825) 1913-1973 (2009)
199 Architect Valk, (1825) 1913-1973 (2009) ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Hendrik Willem Valk werd geboren op 18 november 1886 te Elst. Na een verhuizing naar Maashees vertrok het gezin Valk omstreeks 1896 naar Boxmeer. Vanhieruit bezocht Valk de ambachtschool in Nijmegen waarna hij bij verschillende architecten in de leer ging, achtereenvolgens bij Ludewich in Nijmegen en Wolter te Riele. In 1910 werd Valk tekenaar-opzichter bij het architectenbureau P.H.J. Cuypers en Jos Cuypers in Amsterdam. In deze tijd werkte hij onder andere bij de bouw van de huidige Zuidvleugel van het Rijksmuseum. In 1918 vestigde hij zich als zelfstandig architect in 's-Hertogenbosch nadat hij al een aantal projecten vanuit Blerick, zijn vorige woonplaats, had uitgevoerd. Te 's-Hertogenbosch woonde Valk op verschillende adressen (Vughterdijk, Kolperstraat en Keizerstraat) voordat hij zich in 1921 in de Verwerstraat 25 vestigde. In 1934 verhuisde het gezin met het kantoor naar Fort Sint Anthony aan de Vughterweg 74.
Het oeuvre van Hendrik Willem Valk is zeer uitgebreid en gevarieerd. Hij bouwde vele woonhuizen en villa's; niet alleen in het begin van zijn carrière, maar zijn hele loopbaan door werden hem opdrachten voor woonhuizen verstrekt.
199 Architect Valk, (1825) 1913-1973 (2009)
Inleiding
Historisch overzicht
Het oeuvre van Hendrik Willem Valk is zeer uitgebreid en gevarieerd. Hij bouwde vele woonhuizen en villa's; niet alleen in het begin van zijn carrière, maar zijn hele loopbaan door werden hem opdrachten voor woonhuizen verstrekt.
Zijn grootste bekendheid verwierf Valk met het ontwerpen en het bouwen van kerken, kloosters en pastorieën. De eerste opdrachten waren de Heilige Aloysius in Utrecht en de Heilige Johannes de Doper in Waalwijk. Beide zijn zogenaamde 'koepelkerken' en dateren van respectievelijk 1923 en 1925. Deze kerken sloten goed aan bij het streven naar 'volkskerken' aan het einde van de negentiende eeuw. Na deze twee kerken stapte hij af van de centraalbouw. Hij wilde de kerkgangers meer laten participeren en ging geleidelijk over naar het christocentrische kerkmodel. Hij liet zich hierbij inspireren door streekeigen bouwwijzen. Als eigen elementen gebruikte hij indrukwekkende koepels, forse torens en zware muren opgetrokken in natuur- of baksteen. In Nederland was Valk één van de vurigste pleitbezorgers van deze manier van ontwerpen en bouwen. De kerken in Oisterwijk (Heilige Johannes, circa 1927) en Tilburg (de Heilige Theresia-kerk uit 1929) vertonen een traditionele langgerekte plattegrond. Gothische motieven komen hier al geleidelijk voor. Maar in het algemeen is de buitenkant van deze kerken strak en sober. Vanaf ongeveer 1930 veranderde dit: Valk sloot zich, voor wat betreft de vormgeving, aan bij de traditionele baksteenbouwkunst uit de Middeleeuwen en aldus bij de gothiek. De plattegrond, voor Valk het uitgangspunt van iedere opdracht, werd kruisvormig en geïnsprireerd door de basilieken. De Heilige Martinuskerk in Heeze (1926-1951) is een voorbeeld voor de overgang naar het volledige christocentrisme: de kerk is voor wat betreft het interieur al christocentrisch, maar voor wat betreft het exterieur nog niet. Voor Valk verbeeldden de volgende kerken het ideaalbeeld van zijn christocentrische gedachte: de Sint-Josephkerk te Achterveld (1932), de Onze Lieve Vrouwe van Zeven Smarten in Haalderen (1931-1933) en de kerk van de Heilige Michaël in Beek en Donk (1932-1934).
Behalve vele kerken bouwde hij ook raadhuizen. Het bekendst zijn de raadhuizen van Tubbergen (1930), Vught (de verbouwing van de villa Leeuwenstein tot raadhuis, 1934-1936) en Waalre (1928). Vanaf 1937 heeft hij gewerkt aan een ontwerp voor een raadhuis in Amsterdam; tot een uitvoering is het niet gekomen. Zijn ontwerp werd door de jury van de prijsvraag niet uitgekozen.
Naast nieuwbouw restaureerde H.W. Valk ook vele gebouwen. In Alphen aan de Maas (1930), Groessen (1932), Heusdenhout (1934) en Waalre (1940-1943) staan voorbeelden van gerestaureerde kerken en kapellen. Ook het woonhuis en het winkelpand van boekhandel Mosmans (1943-1946) en de bank van de firma Van Lanschot (1948), beide in 's-Hertogenbosch, werden door hem grondig hersteld.
Zijn voorliefde voor het bouwen met natuurlijke materialen, zoals baksteen en natuursteen, en zijn voorkeur voor het degelijke ambachtswerk hebben waarschijnlijk te maken met zijn gedegen opleiding aan de ambachtschool. Bij de restauratie en de verbouwing van het raadhuis in Vught werd het mogelijk om door de algemene economische crisis werkloos geraakte ambachtslieden de kans de kans te geven op de manier van het oude gildewezen hun vak uit te oefenen. Dit hield in dat hij de ambachtslieden nadrukkelijk wees op de basis van hun vak, bijvoorbeeld smeden op de mogelijkheden van ijzersmeedkunst en meubelmakers op het eigenlijke doel van een stoel (namelijk het goed erop kunnen zitten en uitrusten). De voorliefde van Valk voor de ambachtelijke werkwijze vond waardering in de officiële pers.
Valk had een aantal bekwame tekenaars in dienst voor het uitvoeren van de benodigde tekeningen. Bijvoorbeeld van 1925 tot circa 1938 zijn broer A.J.Th. Valk; deze had een speciaal talent voor het technische aspect van het ontwerp- en bouwproces. H.W. Valk maakte het ontwerp voor een project, zijn medewerkers werkten het uit. H.W. Valk had wel de leiding over de gehele gang van zaken, niet alleen op kantoor, maar ook op de bouw. Voor het dagelijkse toezicht werden opzichters aangesteld.
Behalve tekenaars had H.W. Valk ook regelmatig secretaresses in dienst. Zij verzorden de inschrijving van de post en het opbergen van de stukken, ook na afronding van een project.
In 1949 vormde H.W. Valk een maatschap met twee zoons die eveneens architect waren geworden: Gerardus Hendrikus Franciscus Valk (geboren 1922) en Hendrikus Willem Johannes Valk junior (geboren 1927). Al vóór 1949 was er sprake van een architectenbureau onder leiding van één architect. Om financiële en belastingtechnische redenen werd in 1949 bij notariële akte een maatschap opgericht. Gedurende de periode van de maatschap werd op alle tekeningen van het bureau gedrukt 'H.W. Valk, G.H.F. Valk en H.W.J. Valk' ook indien niet alle architecten eraan meegewerkt hadden. Daarnaast werkten H.W. Valk en de maatschap regelmatig met andere architecten samen.
In 1960 trok de jongste zoon, H.W.J. Valk, zich terug uit de maatschap en vestigde zich als architect te Helvoirt. De maatschap werd in 1965 bij notariële akte ontbonden. In 1968-1969 trok H.W. Valk zich terug als actieve architect en zette G.H.F. Valk het bureau voort. H.W. Valk overleed op 29 juli 1973 te 's-Hertogenbosch.

N.B.
Zie ook: http://www.archimon.nl/architects/hwvalk.html
Rol van de architect in het bouwproces
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1825-2009
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch