Het archief van de commissie van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs. De instelling van deze commissie werd voorgeschreven door de lageronderwijswet van 1920 *  ). In de gemeente Veghel geschiedde dit bij raadsbesluit van 30 juni 1927 *  .
Bij dit raadsbesluit werden tevens samenstelling en taak der commissie geregeld in een verordening, opgemaakt overeenkomstig artikel 184 der wet. De commissie diende uit tenminste vijf leden te bestaan, en samengesteld te zijn uit tenminste één vertegenwoordiger der volgende groepen: ouders van leerlingen van een openbare lagere school; onderwijzers aan openbare lagere scholen; idem aan bijzondere lagere scholen; overige meerderjarige inwoners der gemeente. De leden werden door de gemeenteraad benoemd. De commissie koos zelf de voorzitter en secretaris uit haar midden.
In haar eerste samenstelling zag de commissie er als volgt uit: B. Bongaerts, voorzitter; S. de Visser, secretaris; S. Monnickendam, lid; G. de Brouwer, lidonderwijzer; A.H. v.d. Donk, lidonderwijzer *  .

De taak van de commissie bestond uit: bevordering van de bloei van het lager onderwijs, toezicht op de naleving der voorschriften, het geven van adviezen, inlichtingen en hulp aan gemeentebestuur, onderwijzers en rijksschooltoezicht.
De wet van 1936 tot verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs -soms geheten de "onderwijs-bezuinigingswet"-stelde voortaan de instelling, c.q. het bestaan der commissie niet meer verplicht, maar liet dit over aan de gemeenteraad *  .
Bij raadsbesluit van 22 october 1936 werd de commissie opgeheven, zulks per 1 januari 1937, met de overweging, dat "aan de commissie in de gemeente Veghel geen behoefte bestond" *  .