De collectie werd op 29 mei 2009 door de weduwe van Delachaux, mevrouw M. Delachaux-de Nijs, aan het NIMH geschonken. Het betreft een onderzoeksarchief naar in Noord-Holland neergestorte vliegtuigen. De oorspronkelijke inhoud van de verzameling bestond uit crashdossiers, correspondentie, documenten en objecten.

De objecten zijn gescheiden van de documentatie en zijn overgedragen aan de Luchtmacht bergingsdienst, ze werden echter wel als fotokopie bij het bijbehorende dossier gevoegd. Het overgrote deel van de collectie bestaat uit zogenaamde crashdossiers die door Delachaux werden aangelegd. De gegevens werden in een overzicht geordend (gebaseerd op het format van het Verliesregister van de SGLO), onder vermelding van de datum, het T-nummer, de locatie, het vliegtuigtype en het serienummer. Indien mogelijk is bij ieder dossier het zogenaamde T-nummer toegevoegd. *  Dit is een uniek crashsite-identificatienummer dat werd toegekend door de SGLO en is opgenomen in het door hen opgestelde Verliesregister. *  In sommige gevallen is er geen T-nummer aan een dossier toegekend, dit om tweeërlei reden; omdat de commissie van de SGLO de betreffende site niet erkende, of omdat de crashsite voor alsnog onbekend is. De crashsite-dossiers van Delachaux vormen een aanvulling op het Verliesregister. Zo bevatten zij veel aanvullende gegevens over bemanningsleden, ooggetuigenverslagen, correspondentie met familieleden, foto's van begraafplaatsen en herdenkingsmonumenten. De omvang van de dossiers kan sterk variëren, van een enkel fragment uit een artikel tot een uitgebreid dossier.

Naast bovengenoemd register bevat de collectie beknopte overzichtslijsten van vliegtuigcrashes, Verlustmeldungen, topografische kaarten, dagboeken, logboeken en informatie over krijgsgevangenen, vermisten en gesneuvelden.
De inhoud van de collectie werd nagezien door dhr. Nauta die lange tijd met Delachaux samenwerkte en lid is van de SGLO. De looptijd van de collectie omvat de jaren 1939-2009, dit bestrijkt zowel de periode van de vliegtuigcrashes (1939-1945) als het latere onderzoek van Delachaux (1970-2009). De collectie is volledig openbaar.