Robbert Cornelis de Bruin (19/9/1919) kwam vlak voor de oorlog, tijdens de mobilisatieopkomst van 29 augustus 1939, in dienst bij de Nederlandse Land-macht en was bestemd voor de opleiding tot onderofficier. Op 4 oktober van dat jaar werd hij over geplaatst naar het 3de Luchtvaartregiment als aspirant reserveofficier vlieger. Toen de oorlog uitbrak was De Bruin, inmiddels sergeant, nog steeds in opleiding en heeft hij niet daadwerkelijk aan de strijd deelgenomen. Direct na de oorlog melde hij zich als oorlogsvrijwilliger bij de Luchtstrijdkrachten waar hij op 3 mei 1945 in werkelijke dienst trad. Een week later vertrok hij naar Engeland voor een opleiding als waarnemer (navigator) bij de Royal Air Force Volunteer Reserve(RAFVR). Op 1 april 1947 voltooide De Bruin zijn opleiding en volgde zijn aanstelling tot reserve Tweede Luitenant bij het Wapen der Militaire Luchtvaart.
Na zijn terugkeer uit Engeland op 16 mei 1947 bleef hij in Nederland waar hij op 1 mei 1950 werd bevorderd tot Eerste Luitenant-Waarnemer en op 16 november 1951 tot Kapitein-Waarnemer. Hoewel hij vliegmedisch geschikt was tot 1955, heeft hij binnen de luchtmacht hoofdzakelijk bureaufuncties ver-vuld bij ondermeer de Jachtvliegschool, vliegbasis Gilze-Rijen en Woens-drecht. Met ingang van 4 januari 1957 volgde een plaatsing bij het Bureau Luchtmachtattaché te Londen waar hij bijna vier jaar diende tot 18 november 1960. Daarna volgde een plaatsing, zij het van korte duur, bij de Luchtmacht-staf in Nederland. Robbert de Bruin werd op 1 mei 1961 eervol ontslag toege-kend uit de militaire dienst.