De tijdspanne die voor de collectie 'De Koloniale eeuw' Nederlands-Indië (1795-1942) is aangehouden, begint gemakshalve in 1795 en eindigt in 1942 met de Japanse aanval op Nederlands-Indië. Aangezien de VOC een belangrijke rol heeft gespeeld bij de vorming van het koloniale bezit, zijn ook de stukken betreffende de VOC ondergebracht in de collectie 'De Koloniale eeuw' Nederlands-Indië (1795-1942).
Met name de omwentellingen te Atjeh, Sumatra, zijn goed vertegenwoordigd in de collectie. Zo zijn er bijvoorbeeld in het archief van de commandant van het 3de bataljon infanterie KNIL, kolonel F.P. Cavaljé, verslagen te vinden van de eerste militaire expeditie te Atjeh in 1873. Ook bevat de collectie informatie betreffende het civiele bestuur in dit deel van Sumatra. De brieven in het archief van luitenant-generaal H.N.A. Swart, gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden (1908-1918) zijn een unieke getuigenis van de bestuurlijke koloniale perikelen in Nederlands-Indië. Tevens zijn in deze collectie de memoires van de legerarts F.W.F. Schollt te vinden. Schollt ging in 1847 mee op expeditie naar het eiland Nias en de Bataklanden te Sumatra. Het verslag hiervan is uniek, aangezien er weinig primaire bronnen zijn van deze expeditie.

Naast de bronnen over de expedities te Sumatra is er ook veel informatie te vinden over de gebeurtenissen in de rest van Nederlands-Indië. Zo bevat de collectie bijvoorbeeld het dagboek van 2de luitenant J.W.F. Knijff van de 5de compagnie van het KNIL dat werd ingezet tijdens de Java-oorlog. Ook de boni-expeditie naar Celebes is terug te vinden in de collectie, onder andere in de eerder genoemde memoires van de legerarts Schollt, maar ook in de dagboeken van sergeant D.E. Gerritsen. Ook van de opstanden en expedities te Borneo, de Molukken en Lombok zijn bronnen aanwezig in de collectie 'De Koloniale eeuw' Nederlands-Indië (1795-1942).De looptijd van de collectie omvat de jaren 1795-1990.

De collectie is volledig openbaar.