Uw zoekacties: Lentz

516 Lentz ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Lentz
Toegangsnummer: 516
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Lentz, Toegang 516, inventarisnummer …
Verkort: NIMH, Lentz, 516 , inv. …
Inleiding
1. Luitenant-generaal der infanterie H.M.G.J. Lentz
516 Lentz
Inleiding
1.
Luitenant-generaal der infanterie H.M.G.J. Lentz
Henry Marie Gerard Joseph ‘Harry’ Lentz begon in september 1915 zijn militaire loopbaan als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) te Breda. Op 7 augustus 1920 werd hij na afronding van zijn opleiding bevorderd tot tweede luitenant bij het wapen der Infanterie en ingedeeld bij het 14de Regiment Infanterie. Als gevolg van de bevorderingswet van 1902 werd hij op 1 april 1933 op non-actief gesteld. Op 2 november 1934 was hij weer hersteld in actieve dienst en gedetacheerd bij de Hogere Krijgsschool (HKS) voor een vervolgopleiding. Na de HKS kwam hij per 1 november 1937 terecht bij de Chef van de Generale Staf. Per 1 februari 1938 ging hij over naar het 3de Regiment Infanterie om vervolgens na zijn bevordering tot kapitein (26 maart) weer bij het 14de Regiment Infanterie te worden geplaatst.
Op 1 april werd Lentz gedetacheerd bij de Staf van de Commandant Vesting Holland waar hij dient ten tijde van de mobilisatie en de meidagen in 1939-1940. Na de meidagen werd hij gedemobiliseerd en zoals de rest van het Nederlandse leger met Groot Verlof gestuurd. Op 15 mei 1942 werd hij echter bij de ‘Tweede Verplichte controle van de Voormalige Nederlandsche Weermacht’, met andere beroepsofficieren alsnog in Duitse krijgsgevangenschap afgevoerd. Na zijn terugkeer uit krijgsgevangenschap op 29 mei 1945 kwam Lentz bij de Expeditionaire Macht en vertrok op 12 augustus naar Engeland om Nederlandse troepen bestemd voor Nederlands-Indië op te leiden.
Na op 17 december 1945 te zijn aangesteld als tijdelijk majoor voor zijn functie bij de opleiding in Engeland ging hij op 19 april 1946 over naar de Staf van de IIIe Infanterie Brigade Groep van de 1ste Divisie ‘7 december’. Per 1 mei 1946 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel en per 1 september tot tijdelijk kolonel nadat hij op 21 mei zijn Generale Staf-brevet had gehaald. Op 3 november vertrok hij naar Nederlands-Indië om daar het commando van de IIIe Infanterie Brigade Groep op zich te nemen. Daar nam hij met de brigade deel aan de Politionele Acties o.a. op West-Java in de buurt van Garoet en Tasikmalaja. Op 24 december 1949 keerde hij terug naar Nederland om daar eerst te werken als chef-staf van de Inspecteur der Geneeskundige Dienst (1 januari) en later als Inspecteur der Infanterie (1 september). Inmiddels generaal-majoor werd hij in april 1954 benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Na per 1 mei 1955 tevens de functie van Inspecteur der Opleiding te vervullen werd Lentz op 1 november 1958 luitenant-generaal. Per 1 januari 1959 kreeg hij eervol ontslag uit de militaire dienst.
2. De collectie