Uw zoekacties: Fabius

488 Fabius ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Fabius
Toegangsnummer: 488
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Fabius, Toegang 488, inventarisnummer ...
Verkort: NIMH, Fabius, 488, inv. ...
Inleiding
2.1. H.A.C. Fabius (1878-1957)
Luitenant-generaal Hendrik Anton Cornelis Fabius kwam op 31 december 1878 ter wereld in de stad Utrecht. Op zestienjarige leeftijd ging hij als cadet in dienst bij de Cadettenschool te Alkmaar. Twee jaar later, op 30 september 1896, werd hij overgeplaatst naar de Koninklijke Militaire Academie voor het Wapen der Cavalerie. In 1899 ontving hij bij Koninklijk Besluit de bevordering tot tweede luitenant bij het 2e Regiment Huzaren en op 29 juli 1903 werd hij benoemd tot eerste luitenant. Drie jaar later werd Fabius overgeplaatst naar het 1e Regiment Huzaren waar hij verbleef tot aan het jaar 1910. In dit jaar volgde zijn detachering bij de Hogere Krijgsschool waar hij tot 1913 verbleef. In 1914 verkreeg hij een aanstelling als Hoofd Bureau Inlichtingendienst bij het Hoofdkwartier van de Opperbevelhebber Land- en Zeemacht. Hier werd Fabius op 5 februari 1915 bevorderd tot ritmeester.
Met ingang van 15 september 1919 werd Fabius in zijn rang en ouderdom van rang overgeplaatst naar het Wapen der Cavalerie bij het 1e Regiment Huzaren. Hier kreeg hij een aanstelling als Commandant 1e Eskadron 1e Regiment Huzaren. Dit regiment was gestationeerd te Amersfoort. In 1925 werd Fabius aangesteld als Chef Staf van de Lichte Brigade waar hij per 1 januari 1926 werd bevorderd tot majoor. Met ingang van 1 november 1926 verkreeg hij de functie van Commandant van het Remontedepot waar hij per 1 januari 1928 werd bevorderd tot luitenant-kolonel. In 1928 werd Fabius aangesteld als Voorzitter van de Remonte Commissie, welke functie hij tot 1931 zou bekleden. Op 31 januari 1931 werd hij bevorderd tot kolonel en op 1 juli 1931 werd hij officieel benoemd tot Inspecteur der Cavalerie en tevens tot Commandant van de Lichte Brigade. Op 1 november 1936 werd Fabius zowel bevorderd tot luitenant-generaal als eervol ontslagen uit militaire dienst. Dit eervol ontslag was op zijn eigen verzoek.
Tijdens de Mobilisatie vroeg Fabius om weer in actieve dienst gesteld te worden krachtens het artikel 76 van de Bevorderingswet voor de landmacht 1902. Hij behield zijn rang van luitenant-generaal die hij reeds bij zijn pensionering in 1936 had verworven. Van 1939 tot 1940 vervulde Fabius de functie van Hoofd Inlichtingendienst Generale Staf en op 15 juli 1940 kreeg hij wederom eervol ontslag uit de militaire dienst. Op 15 mei 1942 namen de Duitsers Fabius in hechtenis als krijgsgevangene, maar vanwege zijn leeftijd werd hij al na twee maanden weer vrijgelaten op 7 augustus 1942. Deze periode van Duitse krijgsgevangenschap gold met terugwerkende kracht als actieve dienst.
Tijdens zijn militaire loopbaan heeft Fabius verscheidene Nederlandse en buitenlandse onderscheidingen gekregen. Zo kreeg hij zijn eerste Nederlandse onderscheidingsteken op 6 december 1914. Dit onderscheidingsteken werd uitgevaardigd voor officieren in langdurige Nederlandse dienst. In 1920 kreeg hij de Britse onderscheiding 'The most Excellent order of the British Empire Military Division'toegekend. In 1923 werd hij bevorderd tot Ridder 1e klasse in de Orde van het Zwaard door de Koning van Zweden. Op 15 december 1934 werd Fabius benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, welke de een na hoogste onderscheiding in Nederland is. Fabius overleed op 8 maart 1957 op 79-jarige leeftijd.
2.2. De collectie

Kenmerken

Categorie:
  • Zonder categorie