Uw zoekacties: Eereschuld en Dankbaarheid (nabestaanden oorlogsslachtoffers)

468 Eereschuld en Dankbaarheid (nabestaanden oorlogsslachtoffers) ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag en citeerinstructie
De Collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Eereschuld en Dankbaarheid
Toegangsnummer: 468
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Eereschuld en Dankbaarheid, Toegang 468, inventarisnummer. ...
Verkort: NIMH, Eereschuld en Dankbaarheid, 468, inv. ...
Inleiding
2.1. Stichting Eereschuld en Dankbaarheid
468 Eereschuld en Dankbaarheid (nabestaanden oorlogsslachtoffers)
2. Inleiding
2.1.
Stichting Eereschuld en Dankbaarheid
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog bestonden er twee organisatie die zich tot doel stelden de zorg op zich te nemen voor de nabestaanden van hen die door oorlogsgeweld waren omgekomen, dan wel zij die invalide waren geworden. Het waren het Comité Eereschuld en Dankbaarheid en de Stichting 1940-'45. Naast het gemeenschappelijk doel van de beide organisaties bestaat er ook een kenmerkend onderscheid. De Stichting, opgericht in 1944, nam de zorg op zich voor allen, die in de strijd der illegaliteit slachtoffer werden, en hun nabestaanden. Het Comité dat reeds in 1940 op voorzichtige en bescheiden wijze zijn werk begon, moest dit onder de ogen van de bezettende macht in het geheim doen. Het doel, zoals geformuleerd in de statuten, was:
a) Het verlenen van steun of bijstand, waaronder mede begrepen geldelijke steun of verlenen van steun en bijstand, aan hen die sinds 10 mei 1940 deel uit maken of deel uitgemaakt hebben van de Koninklijke Landmacht en uit dien hoofde ten gevolge van oorlogshandelingen gewond, ziek of in moeilijkheden geraakten, dan wel dreigen te geraken.
b) Het verlenen van alle mogelijke hulp en bijstand, zulks in de meest ruime zin des woords, aan de nabestaanden van de onder a. bedoelde personen, voor zover dezen tengevolge van handelingen uit bovenvermelde hoofde mochten zijn komen te overlijden.
De woorden, kort na de oprichting, van de oud-kolonel van Leger en Vloot, predikant in Algemene Dienst W.G. Harrenstein, benadrukte een sociaal maatschappelijke context: 'Het Comité vraagt niet naar kerkelijke gezindte of politieke richting. Het ziet zijn enige en grote taak het Nederlandse volk te wijzen op zijn ereschuld tegenover de invaliden en de weduwen en wezen, die slachtoffers werden van het oorlogsgeweld. Het wil de hand zijn van het Nederlandse volk, dat zijn dankbaarheid in daden wil omzetten tegenover hen, die als militairen invalide werden en als militairen vielen, vrouw en kinderen achterlatende als weduwe en wezen'. Vooral in de eerste decennia na de oorlog heeft de stichting grote betekenis gehad, maar ook later werd er veel sociaal-maatschappelijk werk verricht. De geschiedenis van deze organisatie werd beschreven in een brochure van de auteur Jan Schulten. * 
2.2. De collectie

Kenmerken

Categorie:
  • Zonder categorie