Uw zoekacties: Verbindingsdienst der KL

427 Verbindingsdienst der KL ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
2. Inleiding
2.1. Verbindingsdienst KL
427 Verbindingsdienst der KL
2. Inleiding
2.1.
Verbindingsdienst KL
NB:
Bron: M. Elands, J. Hoffenaar, H. Roozenbeek, R. Verbeek, Van telegraaf tot satelliet. 125 jaar telecommunicatie in de Koninklijke Landmacht 1874-1999, Den Haag 1999.
Op 18 februari 1874 werd voor het eerst een afzonderlijke Afdeling Veldtelegrafisten opgericht bij het Bataljon Mineurs en Sappeurs, het latere Korps Genietroepen. Al gedurende de Krimoorlog van 1854-1856 was het belang van de elektrische telegrafie voor de communicatie op het slagveld gebleken. De Duitse eenwording tijdens het begin van de jaren zestig van de negentiende eeuw deed in Nederland het besef groeien dat een grondige modernisering van het Nederlandse verdedigingsstelsel noodzakelijk was om een eventuele Duitse aanval te kunnen afweren. Dit leidde in 1874 tot de zogeheten Vestingwet, die erin voorzag dat het westen van Nederland, de latere Vesting Holland, de voornaamste bescherming zou krijgen.
In 1870 mobiliseerde Nederland als gevolg van de Frans-Duitse Oorlog en werden telegraafverbindingen aangelegd tussen de belangrijkste forten en het rijkstelegraafnet. Datzelfde jaar werd de geniecommandant gemachtigd maatregelen te treffen op het gebied van de telegrafie. Ondanks het feit dat niet alle verantwoordelijken evenzeer doordrongen waren van het belang van de moderne communicatiemiddelen besloot de minister van Oorlog, A.W.P. Weitzel, al in 1871 dat er een apart Bataljon van de Mineurs en Sappeurs uitsluitend verantwoordelijk zou moeten worden voor de spoorweg- en telegraafdienst. Hij stelde dan ook op 18 februari 1874 aan koning Willem III voor om een afzonderlijke afdeling met telegrafiespecialisten aan het Bataljon Mineurs en Sappeurs toe te voegen. In 1881 ging het Bataljon Mineurs en Sappeurs verder als het Korps Genietroepen en werden de telegrafisten ondergebracht in de Spoorweg- en Telegraafcompagnie. De twee poten van deze compagnie gingen in 1896 ieder hun eigen weg, waardoor voor de eerste maal een aparte telegrafieafdeling ontstond.
Na de Eerste Wereldoorlog volgde een ingrijpende reorganisatie van het Nederlandse Leger. De Telegraaftroepen vormden nu het IIe Bataljon van het Regiment Genietroepen en gingen vanaf 1927 verder als 'Verbindingstroepen'. Naast de moderne communicatiemiddelen als (draadloze) telegrafie en inmiddels ook de telefonie, bleven de Verbindingstroepen gedurende het Interbellum ook gebruik maken van 'oude' berichtenoverbrengers zoals postduiven, berichthonden en ordonnansen. Ook verzorgde de Verbindingsdienst de veldpost. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de jaren daarna bleken telefonie en telegrafie steeds belangrijker, evenals de radio en later de telex.
Op 1 mei 1949 werd de Verbindingsdienst Koninklijke Landmacht een zelfstandig Wapen. Op deze manier konden opleidingen en aanvoerorganisaties van materieel beter verzorgd worden, evenals het personeelsbeleid, dat, vanwege de grote groei die de dienst had doorgemaakt, grondig herzien diende te worden. De hierna volgende decennia werden gekenmerkt door de Koude Oorlog-context waarbinnen de hele Nederlandse krijgsmacht opereerde. Weliswaar speelde de Verbindingsdienst aanvankelijk nog een belangrijke rol bij de Politionele Acties in het voormalige Nederlands-Indië eind jaren veertig en bij de Watersnoodramp van 1953, maar al in 1958 werd het operatiegebied van het legerkorps richting het oosten en dus naar buiten het Nederlands grondgebied verplaatst. De jaren zestig en zeventig werden getekend door reorganisaties binnen de krijgsmacht, waar ook de Verbindingsdienst mee te maken kreeg. Bovendien werd het Wapen geplaagd door voortdurende personeelstekorten. Tegelijkertijd moest de Dienst de snelle technische ontwikkelingen op het telecommunicatievlak bijhouden. Met het einde van de Koude Oorlog veranderde ook de inzet van de Verbindingsdienst. De mogelijkheid van onder andere satellietverbindingen maken het Wapen aan het begin van de eenentwintigste eeuw tot een onmisbaar onderdeel bij inzet in internationale conflictgebieden zoals reeds geschiedde in onder andere Bosnië, Cambodja, het Midden-Oosten, Irak en Afghanistan.

Kenmerken

Datering:
1945-2000
Beschrijving:
Verbindingsdienst der KL
Omvang:
1 m
Categorie:
  • Zonder categorie