Uw zoekacties: Nierstrasz. 'Beknopt overzicht' en 'de Groene Serie'

418 Nierstrasz. 'Beknopt overzicht' en 'de Groene Serie' ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Nierstrasz, 'Beknopt overzicht' en 'de Groene Serie'
Toegangsnummer: 419
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Nierstrasz, 'Beknopt Overzicht' en 'de Groene Serie', Toegang 418, inventarisnummer ...
Verkort: NIMH, Nierstrasz, 418, inv.nr. ...
Inleiding
2.1. De geschiedenis van 'het Beknopt overzicht' en 'de Groene Serie'
418 Nierstrasz. 'Beknopt overzicht' en 'de Groene Serie'
2. Inleiding
2.1.
De geschiedenis van 'het Beknopt overzicht' en 'de Groene Serie'
Hoofdregelingsbureau

In de zomer na de capitulatie is er een begin gemaakt met de reconstructie van de aanloop naar de oorlog en de meidagen van 1940. Hiervoor was bronmateriaal nodig. Om dit te verzamelen wordt een oproep gedaan door luitenant-kolonel J.J.C.P. Wilson van het Hoofdregelingsbureau, afdeling I 'Krijgsgeschiedenis en informatiebureau gevonden en vermisten'. Het Hoofdregelingsbureau valt onder het 'Commissariaat voor de belangen van de Nederlandse Weermacht' dat na de capitulatie en ontmanteling van de Nederlandse krijgsmacht is gevormd.
Bij het Hoofdregelingsbureau werken in de jaren 1940 - 1942 ongeveer 30 officieren aan de geschiedschrijving van de oorlog, die toen nog gaande was. Een groot deel van de werkzaamheden bestaat uit de verwerking van het binnengekomen materiaal maar er worden ook al deelstudies en publicaties geschreven. De eerste publicaties over het verloop van de strijd in mei 1940 verschijnen al in juli van hetzelfde jaar in de Militaire Spectator. Hierbij staat vermeld dat de krijgsgeschiedenis over de meidagen geschreven zal worden onder leiding van luitenant-kolonel Wilson van het Hoofdregelingsbureau. Niet alle redactieleden van de Militaire Spectator zijn het eens met de gang van zaken, zoals blijkt uit de terugtrekking van de redactieleden majoor Pieters en kapitein Couzy. Zij worden in de redactie vervangen door luitenant-kolonel Wilson. Andere leden van het Hoofdregelingsbureau afdeling Krijgsgeschiedenis zijn ook betrokken bij de publicaties in de Militaire Spectator, zoals luitenant-kolonel V.I. Nierstrasz, luitenant-kolonel D.A.van Hilten en kapitein M.R.H Calmeyer.
Het verzamelde materiaal en de gepubliceerde stukken staan onder toezicht van de bezetter. De Duitsers hebben ook interesse in de historische werkzaamheden van het Hoofdregelingsbureau aangezien er vanaf december 1941 verslag uitgebracht moet worden. Ook is er een 'Beknopt overzicht van het verloop van de oorlog op Nederlands grondgebied 10 -19 mei 1940' samengesteld op verzoek van het Deutsche Heeresarchive. Het manuscript hiervan is terug te vinden in deze collectie. Na de oorlog volgt er nog een uitgave van het 'Beknopt overzicht'. Op verzoek van de minister van Oorlog komt er een publicatie om het algemeen publiek zo snel mogelijk te informeren over het verloop van de oorlogsdagen, met de titel Beknopt overzicht van de krijgsverrichtingen der Koninklijke Landmacht 10-19 mei 1940.
Aankondiging

De aankondiging voor het samenstellen van een historisch overzicht verschijnt in de Militaire Spectator van maart 1941: 'het voornemen bestaat om van de geschiedenis der mobilisatieperiode en van den oorlog een officieel boekwerk te doen verschijnen, waarin tevens aandacht zal worden gewijd aan de geschiedenis van de voorbereiding der landsverdediging sedert 1922. Met het samenstellen van dit werk zullen eenige jaren zijn gemoeid. Het lijkt daarom juist om enkele belangrijke gevechtsmomenten reeds voordien te publiceeren en in die afzonderlijke publicaties dieper in details door te dringen dan in het officiële Generale-Stafwerk mogelijk en wenschelijk zal zijn. Deze wijze van openbaar maken opent voorts de mogelijkheid voor de deelnemers aan de bedoelde gevechtsepisoden om op- en aanmerkingen kenbaar te maken aan de betrekkelijke studiecommissie (..). Als eersteling biedt de commissie hierbij de beschrijving van het gevecht bij Mill aan, dat samengesteld is in dankbare bewondering voor de daden van de velen, die daar op den schoonen lentedag van 10 Mei 1940 hun plicht jegens het Vaderland hebben gedaan.'. Dit Stafwerk zal uiteindelijk tussen 1951 en 1970 in delen verschijnen onder de titel De Strijd op Nederlands grondgebied tijdens de Wereldoorlog II.
Het Hoofdregelingsbureau maakt in die eerste oorlogsjaren de opzet voor het Stafwerk, zoals ook terug te vinden is in deze collectie. De publicatie zou in vier delen worden uitgegeven met de thema's 'de voorgeschiedenis', 'de mobilisatie', 'de oorlog' en 'demobilisatie'. Het eerste deel dat moet verschijnen is Hoofddeel III over de meidagen. De hoofdonderzoekers zijn de militairen die in jaren voor 1940 en tijdens de oorlog verantwoordelijk zijn geweest voor de verrichtingen van het leger en de inrichting van de stellingen. Veelal schrijven zij over hun eigen onderdelen, waarover zij al veel kennis hebben maar op deze manier ook invloed kunnen uitoefenen over de wijze waarop de krijgsverrichtingen nadien zullen worden beschouwd.
Het Hoofdregelingsbureau is op 1 februari 1942 opgeheven. Het onderzoek voor het Stafwerk wordt voortgezet onder het nieuwe Krijgsgeschiedkundig Instituut, waar een deel van het personeel van het Hoofdregelingsbureau komt te werken. Dit duurt niet lang want de Nederlandse officieren worden op 15 mei 1942 krijgsgevangen gemaakt. De werkzaamheden van het Krijgsgeschiedkundig Instituut zijn per 15 augustus 1942 overgenomen door het Commissariaat voor de Belangen van de Voormalige Nederlandse Weermacht. Daar is op zeer kleine schaal doorgewerkt aan het Stafwerk. Ook elders is er doorgewerkt aan het historisch overzicht. Bijna de hele staf van het Krijgsgeschiedkundig Instituut verblijft vanaf mei 1942 in krijgsgevangenschap. Hoewel zij niet allemaal tegelijk in dezelfde kampen zitten zijn er wel periodes van contact. Ook hebben de auteurs in gevangenschap intensief contact met andere Nederlandse officieren waarbij ongetwijfeld gesproken is over het verloop van de strijd in de meidagen en de aanloop hier naar toe.
Na de Duitse capitulatie in 1945 kan het historisch onderzoekswerk weer officieel verder gaan, dit keer onder de vlag van de Geschiedkundige Sectie (Sectie XI) bij het Hoofdkwartier van de Generale Staf. Vanaf 1952 verschijnen er delen van De Strijd op Nederlands grondgebied tijdens de Wereldoorlog II. In dat jaar verschijnen de delen De strijd om Rotterdam, De territoriale verdediging van de noordelijke provinciën, De verdediging van het Maas-Waalkanaal en de Over-Betuwe, mei 1940, De krijgsverrichtingen in Zuid Limburg en De krijgsverrichtingen ten oosten van de IJssel en in de IJssellinie, mei 1940. In 1953 volgt De verdediging van Noord-Limburg en Noord-Brabant, mei 1940. In 1954 verschijnen de delen De strijd in Zeeland, mei 1940 en Algemeen overzicht van de strijd om en in de vesting Holland, zonder het Oostfront. Weer een jaar later komt de publicatie van De operatien van het veldleger en het Oostfront van de Vesting Holland, mei 1940. In 1957 volgt Inleiding en algemeen overzicht van de gevechtsdagen van 10-19 mei 1940. De publicaties krijgen ook in de jaren '60 nog een vervolg met in 1960 De stelling van Den Helder, mei 1940, 1961 West- en Noordfront Vesting Holland, mei 1940 en in 1963 De krijgsverrichtingen op het Zuidfront van de Vesting Holland. De Strijd op Nederlands grondgebied tijdens de Wereldoorlog II Hoofddeel III is in 1970 afgerond met de publicatie van De Luchtverdediging Mei 1940.
De andere hoofddelen die gepland waren bij dit Stafwerk zijn nooit gepubliceerd. In deze collectie bevinden zich wel manuscripten voor Hoofddeel I, de Voorgeschiedenis en Hoofddeel II, De mobilisatie van de grens- en kusttroepen in 1938-1939 en de algemene mobilisatie in 1939/1940.
2.2. De collectie

Kenmerken

Datering:
1898-1975
Omvang:
7 m
Categorie: