Uw zoekacties: Van Foreest

145 Van Foreest ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Van Foreest
Toegangsnummer: 145
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig:
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Van Foreest Toegang 145, inventarisnummer. …
Verkort:
NIMH, Van Foreest, 145, inv. …
Inleiding
1. Van Foreest
Viceadmiraal jhr. H.A. (Hendrik of Hannes) van Foreest werd op 25 juli 1898 geboren in Oosthuizen. In 1917 ving hij zijn opleiding aan bij het Koninklijk Instituut der Marine (KIM) in Den Helder, die hij in 1920 afrondde. Voordat hij in 1930 bevorderd werd tot luitenant-ter-zee 1e klasse, doorliep hij de subalterne rangen en werd hij tweemaal naar Nederlands-Indië uitgezonden. Daarna werd Van Foreest onder andere geplaatst aan boord van de Hr.Ms. De Zeven Provinciën. Tijdens deze plaatsing werd hij gedetacheerd bij de torpedobootjagers. In die periode, in februari 1933, vond de muiterij aan boord van de Zeven Provinciën plaats. Van Foreest had zitting in de onderzoekscommissie naar deze muiterij. Na vervolgens het bevel gevoerd te hebben over een aantal schepen in Nederlands-Indië, volgde hij in 1934 een tweejarige opleiding aan de Hogere Marine Krijgsschool (HMKS). Na de opleiding in 1936 te hebben afgesloten werd hij zelf docent aan de HMKS in het studiejaar 1937-1938. Van Foreest doceerde onder meer ‘zeegeschiedenis’ en ‘maritieme strategie en zeetactiek’. In deze periode gaf Van Foreest een aantal lezingen, waarin hij onder meer het Nederlandse beleid ten opzichte van Nederlands-Indië en de marine tegenover het dreigende Japanse gevaar analyseerde.
Toen zijn aanstelling als docent afliep, werd Van Foreest nogmaals naar Nederlands-Indië gezonden. Hier voerde hij onder meer het bevel over een torpedobootjager, waarna Van Foreest in 1941 bij het Departement der Marine in Batavia geplaatst werd. Hier werd hij in februari 1942 bevorderd tot kapitein-luitenant-ter-zee. Hij week met de staf uit naar Colombo toen in maart 1942 Japan Nederlands-Indië aanviel en bezette. Het gezin van Van Foreest vond een onderkomen in de Verenigde Staten. Van Foreest was in Colombo ruim een jaar chef personeel. Vervolgens vervulde hij vanaf november 1943 de functie van Chef van de Marinestaf in Australië (in stukken vaak verkort geduid als Chef Staf). In maart 1945 vertrok Van Foreest naar de Verenigde Staten voor een werkbezoek. Hij had zijn gezin, dat in de VS verbleef, toen al ruim drie jaar niet gezien. Van Foreest werd daarom een werkbezoek aangeraden. Zo kon hij zich, terwijl hij bij familie verbleef, nuttig maken en bases, trainingen en dergelijke bezoeken met het oog op het bondgenootschap en de training van Nederlandse militairen in de VS. Na drie maanden keerde Van Foreest terug naar Australië, waar hij kort daarna de oudst aanwezige zeeofficier was en Marine Commandant Australië werd.
In maart 1946 werd Van Foreest, na een eerdere tijdelijke benoeming bevorderd tot kapitein-ter-zee. In augustus van datzelfde jaar repatrieerde Van Foreest op eigen verzoek en voer per s.s. Orbita naar Nederland. Na aankomst werd hij in december geplaatst bij het Ministerie van Marine als souschef van de Marinestaf. Deze taak vervulde Van Foreest tot februari 1949. Een maand later voer Van Foreest met s.s. Noordam naar de Verenigde Staten waar hij een aanstelling als marineattaché in Washington kreeg. Daarnaast was hij regeringsvertegenwoordiger van de Nederlandse ‘Joint Staff Missie’. Hij had daarmee de taak de Nederlandse regering te vertegenwoordigen bij het Amerikaanse Departement van Defensie en de Joint Chiefs of Staff. Ook had de missie de verantwoordelijkheid voor de contacten met militaire NAVO-organen. In december werd hij in verband met deze functies definitief bevorderd tot schout-bij-nacht, na een tijdelijke bevordering in september. Van Foreest zou tot oktober 1953 marineattaché zijn. De vijftiende van deze maand kreeg hij eervol ontslag uit zijn functie en werd hij tevens bevorderd tot viceadmiraal. In zijn periode in Washington maakte Van Foreest zich hard voor de belangen van de Nederlandse marine, wat inging tegen de plannen die de NAVO had met de Nederlandse krijgsmacht. Zijn hardnekkige verzet tegen inkrimping van de Koninklijke Marine wierp, in ieder geval tijdelijk, zijn vruchten af. Na het eervol ontslag van Van Foreest als marineattaché keerde hij terug naar Nederland, waar hij werd ontslagen uit de zeedienst. Als gepensioneerd officier vervulde Van Foreest nog de door hem geambieerde functie als Hoofd van de Bescherming Bevolking.
Ook na zijn ontslag bleef Van Foreest betrokken bij het Nederlandse zeewezen. Hij verdiepte zich verder in zijn hobby, zeegeschiedenis, en schreef meerdere publicaties over grote zeeslagen en Nederlandse zeehelden. Zo verschenen er van zijn hand samen met A. de Booy de publicaties De vierde schipvaart der Nederlanders naar Oost-Indië onder Jacob Wilkens en Jacob van Neck (1599-1604) Deel I en Deel II (Den Haag 1980) en (Den Haag 1981). Postuum verscheen het boek De Vierdaagse Zeeslag, 11-14 juni 1666 (Amsterdam, Oxford en New York 1984) dat Van Foreest bijna voltooid had en werd afgerond door R.E.J. Weber. Verder bewerkte Van Foreest het boek Great sea battles van Oliver Warner tot een Nederlandse, aangepaste versie. Dit werk verscheen onder de naam De grote zeeslagen uit de geschiedenis (Amsterdam en Brussel 1965). Van Foreest was voorzitter van de Linschoten-Vereeniging en zette zich in voor de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis. Daarnaast besteedde hij veel aandacht aan zijn persoonlijke geschiedenis: het geslacht Van Foreest voert terug tot in de 13e eeuw. Over deze familiegenealogie publiceerde Van Foreest een aantal artikelen.
Van Foreest is in zijn carrière een aantal malen onderscheiden. Hij werd tot Commandeur in de Orde van Oranje Nassau met de zwaarden benoemd en in 1952 tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Daarna werd hem in 1954 het Legion of Merit, degree of Commander verleend door de Amerikaanse regering. Vice-admiraal jonkheer H.A. van Foreest overleed in 1981.
Viceadmiraal jhr. H. (Herpert) van Foreest werd op 4 juni 1935 geboren te Den Haag. In 1938 verhuisde hij met zijn ouders, jhr. H. A van Foreest en T. van IJzeren, naar Nederlands- Indië. Door de inval van Japan aldaar in maart 1942 werd het gezin gescheiden. H. van Foreest bracht een deel van zijn kinderjaren door in de Verenigde Staten. Pas in 1946 werd het gezin in Nederland herenigd. Van september 1949- juni 1951 woonde hij in Washington (USA), om daarna in Den Haag zijn opleiding aan het Atheneum succesvol af te sluiten.
Aansluitend begon hij zijn opleiding aan het KIM, die hij in 1957 afrondde als luitenant-ter-zee der 3e klasse. Van Foreest specialiseerde zich in onderzeebootbestrijding tijdens zijn trainingsreizen naar Nieuw-Guinea en de Nederlandse Antillen. Van 1965 tot 1969 werd hij bij het KIM geplaatst als divisiechef. Met het opleidingszeilschip van de marine, Hr.Ms. Urania, waarover hij in deze periode het commando voerde, bereidde hij adelborsten voor op het actieve varen.
Van 1970 tot 1974 was hij mentor van de officiersopleidingen bij de Onderzeebootbestrijdingsschool en vervolgens stafofficier Onderzeebootbestrijding van het eskader. In deze periode was hij ook betrokken bij de discussie over de toekomst van de Vereniging van Marine Officieren.
In augustus 1975 volgde Van Foreest de Hogere Krijgskundige Vorming (HKV) bij de Marinestafschool in Den Haag. In oktober 1976 werd hij bevorderd tot kapitein-luitenant-ter-zee en geplaatst bij de Marinestaf in den Haag als onderhoofd van de afdeling tactiek- en wapenkeuze. In 1978 werd hij tewerkgesteld bij de afbouw van het S-fregat Callenburgh met daaraanvolgend het commando over Hr.Ms. Callenburgh (1979-1981). Als kapitein-ter-zee (1981) werd hij belast met de functie van Hoofd van de Afdeling officieren bij de Directie Personeel Koninklijke Marine. Op 26 mei 1983 kreeg hij het commando over het Fregatten Squadron.
Op 14 september 1984 werd hij benoemd in de functie van Directeur Personeel der KM in de rang van schout-bij-nacht. In deze functie bereidde hij de reorganisatie van het personeel van de KM (ingaand 1989) voor. Dit werd mede ingegeven door de opgelegde bezuinigingen op defensie. Op 1 juni 1989 werd Van Foreest bevorderd tot viceadmiraal. Tevens werd hij chef van de Marinestaf en de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten. Hij werd door de val van de Berlijnse muur en de daaraanvolgende ineenstorting van de URRS geconfronteerd met een nieuw te zoeken strategische visie en heroriëntering op de taken van de marine.
In 1992 droeg hij zijn functie over aan zijn opvolger, viceadmiraal N. Buis, en werd eervol ontslagen uit de dienst. Vervolgens heeft hij nog de functie van ”assistant secretary general NATO” vervuld tot 1996.
Van Foreest was getrouwd met A.C. Stoutjesdijk. Uit zijn huwelijk werden drie dochters en een zoon geboren. Vice-admiraal jhr.Herpert van Foreest overleed op 6 januari 2010.
Hij werd ondermeer onderscheiden met: Commandeur in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commander in the Legion of Merit en Officier de la Légion d’Honneur.
2. De collectie
Inventaris

Kenmerken

Categorie:
  • Zonder categorie