In januari 1919 startte overleg tussen de gemeenten Blokzijl, Steenwijk en Steenwijkerwold over de aanleg van een rijwielpad van Steenwijk via Wetering naar Blokzijl (Steenwijk - Halfwegdiep - Steenwijkerdiep - naar Muggenbeet). In 1924 werd overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijke regeling. De gemeenteraden van de drie gemeenten besloten tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling, waarbij een Commissie van Beheer en Onderhoud werd ingesteld.
De Commissie bestond uit zes leden, waarvan, waarvan drie te benoemen door de gemeenteraad van Steenwijkerwold, twee door de gemeenteraad van Steenwijk en één door de gemeenteraad van Blokzijl. De leden dienden lid te zijn van de gemeenteraden waardoor zij waren verkozen, behalve het lid verkozen door de gemeenteraad van Blokzijl dat gekozen mocht worden uit leden van de drie gemeenten, ook als zij niet in de gemeenteraad zaten.
De voorzitter werd verkozen uit de zes leden, en de secretaris-penningmeester uit de leden of buiten de commissie om.
De kosten waren verdeeld over de drie gemeenten, waarbij de gemeente Steenwijkerwold 50%, de gemeente Steenwijk 30% en de gemeente Blokzijl 20% bijdroeg.
In 1950 werd de regeling gewijzigd. De gemeente Blokzijl was niet langer partij en de kostenverdeling wijzigde. Vanaf dat moment betaalde de gemeente Steenwijkerwold 70% van de kosten en de gemeente Steenwijk 30%. Het aantal leden van de Commissie werd vijf, waarvan drie uit de gemeenteraad van Steenwijkerwold en twee uit de gemeenteraad van Steenwijk.
Door de herindeling in Noordwest-Overijssel in 1973, hield de regeling op te bestaan. Het rijwielpad ligt op het grondgebied van de (inmiddels voormalige) gemeenten Steenwijk en IJsselham, die afspraken dat ieder voor hun deel van het pad zouden zorgdragen, waardoor een nieuwe regeling niet nodig was.