Uw zoekacties: Gemeente Steenwijkerwold 1811-1922

21 Gemeente Steenwijkerwold 1811-1922 ( Gemeentearchief Steenwijkerland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In deze inventaris is het archief van de gemeente Steenwijkerwold van 1811 tot en met 1922 beschreven. In het jaar 2002 heeft de raad van de gemeente Steenwijkerland een krediet beschikbaar gesteld voor het inventariseren van enkele archieven waar nog geen toegang op is gemaakt. Het archief van de gemeente Steenwijkerwold over de periode 1811-1922 is een onderdeel van dit project samen met de inventarisatie van het archief van de gemeente Steenwijk over de periode 1814-1909. In 2003 is een aanvang gemaakt met de werkzaamheden. Twee dagen per week kon aan de inventarisatie worden gewerkt. De werkzaamheden hebben tijdens de verhuizing van de archieven en de daaraan gekoppelde ontsmetting tijdelijk stil gelegen. Met de inventarisatie wordt voldaan aan de eisen van de Archiefwet 1995. Een gedeelte van het archief wat tot nu toe nog niet toegankelijk was is met deze inventaris voor onderzoek toegankelijk gemaakt. Daarnaast zijn de stukken nu zuurvrij verpakt. De werkzaamheden zijn eind 2006 afgerond.
Mijn dank gaat uit naar de heren K. Boes en M. Does die mij wederom hebben bijgestaan met het op volgorde krijgen van de stukken, het nummeren van de stukken en de materiële verzorging voor hun rekening hebben genomen. Een woord van dank gaat ook uit naar de provinciaal archiefinspecteur, mr. C. van Heel, die mij heeft voorzien van de lijst van bestuurders.

Steenwijk, december 2006
Caroline Vuursteen
1.1. De geschiedenis van de gemeente
21 Gemeente Steenwijkerwold 1811-1922
1. Inleiding
1.1.
De geschiedenis van de gemeente
Voorgeschiedenis.

De naam Steenwijkerwold is waarschijnlijk afkomstig van de bosrijke gebieden (het wold) die rond Steenwijk zijn gelegen. Het grondgebied van de voormalige gemeente bestaat uit een hoger gelegen gedeelte, dat is gelegen op zandgrond en leem, en een lager gelegen gedeelte dat bestaat uit veengrond. Het is een groot gebied wat oppervlakte betreft, circa 10.000 hectare. In dit gebied wonen in 1811 ongeveer 2400 personen. De gemeente omsluit in zijn geheel de stad Steenwijk en telde diverse buurtschappen en gehuchten. De buurtschappen in de lager gelegen gebieden zijn later ontstaan, ten tijde van het ontginnen van de turf. De buurtschappen op het hoger gelegen gedeelte zijn ouder en veel langer bewoond.
In de 13e eeuw behoort Steenwijkerwold kerkelijk tot Steenwijk. In 1285 wordt door het kerkbestuur van de St. Clemenskerk, na een daartoe door de inwoners van Steenwijkerwold gedaan verzoek, toestemming verleend voor het bouwen van een kapel in Thij. In 1381 verheft bisschop Floris van Wevelinkhoven Steenwijkerwold tot zelfstandige parochie. Voor gerechtelijke aangelegenheden behoort Steenwijkerwold tot het begin van de 16e eeuw tot het schoutambt Steenwijk. In 1581 doet Steenwijk wel een verzoek om de scheiding weer ongedaan te maken, maar zover is het formeel nooit gekomen. De schout van Steenwijkerwold was ook nog schout van Steenwijk en Scheerwolde. Naast de schout waren er altijd twee getuigen, de zogenaamde keurnoten.
In 1795 komt er verandering in de organisatie van de verschillende organen. De schoutambten van Steenwijk en Steenwijkerwold stellen dan hun eigen schout aan, omdat men het niet eens kan worden over een definitieve benoeming. In 1796 probeert men het nogmaals eens te worden, maar ook dat lukt niet. De beide schouten zijn tot februari 1803 aangesteld gebleven. In 1811 worden de schoutambten opgeheven en worden hun taken overgenomen door de vredegerechten en rechtbanken van eerste aanleg.
Vorming van de gemeentelijke organisatie.

Rond 1811 is ook de start van de gemeente een feit. De organisatie van de gemeente ziet er dan als volgt uit. Er is een gemeenteraad: het algemeen bestuur van de gemeente. In Steenwijkerwold bestaat deze uit negen leden. De gemeenteraad wordt gekozen door de inwoners van de gemeente. Op hun beurt kiezen de raadsleden uit hun midden twee wethouders (eerst ook wel assessoren genoemd). De wethouders vormen samen met de burgemeester (eerst ook wel maire) het dagelijks bestuur van de gemeente. De gemeenteraad komt als regel eens per maand bij elkaar, het college van burgemeester en wethouders vergadert wekelijks. De burgemeester wordt voor zes jaar door de kroon benoemd.
De ambtenaren onder leiding van de gemeentesecretaris bereiden de raadsvoorstellen en voorstellen aan het college van burgemeester en wethouders voor. De secretarie is in eerste instantie ondergebracht in het gemeentehuis in Steenwijk. In 1890 werd villa Oostwold te Tuk aangekocht om als gemeentehuis te dienen. De villa werd tevens als ambtswoning voor de burgemeester gebruikt.
Ontwikkelingen in de gemeente tussen 1811 en 1922.

Rond 4 en 5 februari 1825 overstroomt een groot gedeelte van Noordwest-Overijssel als gevolg van een storm. Zo komen onder andere ook Muggenbeet en Nederland onder water te staan.
Willemsoord neemt een aparte plaats in binnen de geschiedenis van Steenwijkerwold. Deze plaats wordt gesticht als vrije kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid in Frederiksoord en wordt bevolkt door de kolonisten. De mannen worden vaak als turfsteker te werk gesteld. De vrouwen en meisjes houden zich voornamelijk bezig met spinnen en weven.
Het verkeer moet gebruik maken van zand- en keiwegen. In 1847 is alleen de Oldemarktseweg verhard. Er bestaat wel een net van voetpaden, waardoor de dorpen binnen de gemeente worden verbonden. Ook wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het water. Door het afgraven van turf zijn er diverse vaarten gegraven, de gemakkelijkste en snelste manier om de turf te vervoeren.
De Voorzienigheid is van groot belang voor Steenwijkerwold. Dit complex wordt in 1893 opgericht door pastoor C.G. Muiteman als toevluchtsoord voor ouderen en hulpbehoevende kinderen. Het complex groeit uiteindelijk uit tot een scholencomplex met een ULO, een kweekschool, een huishoudschool, een lagere school en een kleuterschool met ruim duizend leerlingen uit het hele land. Aan de school is dan ook een internaat verbonden.
Er is geen grootschalige industrie te vinden in Steenwijkerwold. Een deel van de bevolking leeft van het turfsteken. Een ander deel leeft van landbouw en veeteelt. In de melkfabrieken, die in enkele dorpen binnen de gemeente stonden, werd de melk bewerkt tot boter of kaas.
1.2. De geschiedenis van het archief
1.3. Gebruik van de inventaris
1.4. Verantwoording van de inventarisatie
1.5. Lijst van burgemeesters, wethouders, raadsleden, gemeentesecretarissen en gemeenteontvangers van de gemeente Steenwijkerwold
1.6. Aanvulling op de inleiding bewerkingstraject VHIC 2007-2009

Kenmerken

Auteur:
C. Vuursteen