132 Oude archieven van Kuinre en Blankenham 1594-1849 ( Gemeentearchief Steenwijkerland )
132
Oude archieven van Kuinre en Blankenham 1594-1849
Inleiding
1.3. De Buitenpolder achter Kuinre
132 Oude archieven van Kuinre en Blankenham 1594-1849
1. Inleiding
1.3.
De Buitenpolder achter Kuinre
Het dijkrecht * der heerlijkheid Kuinre is in de bisschoppelijke tijd, dus in de 15e eeuw op schrift gesteld. Het bevat artikelen over de keuze van "sworen" voor de schouw en maakt melding van een dijkgraaf. De gehele heerlijkheid lag toen nog binnendijks en omvatte, behalve de plaats zelf de gehuchten Veenhuizen, dat in de middeleeuwen een eigen kapel bezat, Wijberga of Wyberburen en de Worst. Stormen in de 17e en 18e eeuw veroorzaakten dijkdoorbraken en overstromingen van dien aard, dat de buurtschappen wegspoelden en besloten werd, de nieuwe dijk veel verder binnenwaarts te leggen. Zo kwam bijna de ganse heerlijkheid in het begin der 18e eeuw buitendijks te liggen, slechts door een kadijk tegen gewone vloeden beveiligd. Voor de aanleg van die kadijk verstrekte de provincie een lening. Om de ingelanden in staat te stellen de rente te betalen, werden ze vrijgesteld van de verponding. Evenwel betaalden de ingelanden noch rente, noch verponding. Toen de polder weer in beter doen kwam, viel de aandacht van de provincie op deze toestand.
Dit was in 1775. Na enkele jaren van onderhandeling besloten Ridderschap en Steden, dat de polder voortaan weer verponding zou betalen. De provincie zag af van de betaling der interesten, maar verkreeg de eigendom van de z.g. verlaten landen, waarover de ingelanden de beschikking hadden gekregen. Een en ander gaf aanleiding tot het besluit van goedsheren en ingelanden, om voortaan hun handelingen te registreren en weer een schouw in te richten van een blokgraaf en drie heemraden. Blokgraaf zou afwisselend om de twee jaar zijn een burgemeester en de schout van Kuinre. Heemraden zouden zijn een van de gebruikers der provinciale landen, een van de meiers der landen van de geestelijkheid van Kampen en een van de overige meest gegoede goedsheren. Ook zij zouden twee jaar zitting hebben. In 1807 werden enige veranderingen aangebracht. Het "ridt" (het bestuur) bestond sindsdien uit een blokgraaf en twee heemraden of gecommitteerden uit de meest gegoede en bekwame ingelanden. In 1822 werd ook de benaming blokgraaf en heemraden vervangen door die van commissie.
In 1852 komt dan het reglement tot stand van de moderne "Buitenpolder achter Kuinre", waarvan wel de voornaamste verandering was, dat nu de Gedeputeerde Staten in allerlei opzicht toezicht gingen uitoefenen.
laatste wijziging 17-11-2023
482 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 283 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 17-11-2023
482 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 283 bestanden
Kenmerken
Auteur:
W.J. Formsma, A.J. de Raat-Giljam, C. van Heel (redactie)
Categorie:
laatste wijziging 17-11-2023
482 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 283 bestanden