Uw zoekacties: Polder Rubroek en Spiegelnisse

123 Polder Rubroek en Spiegelnisse ( Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de polders
Geschiedenis van het archief
(Algemene) verantwoording van de bewerking
123 Polder Rubroek en Spiegelnisse
Inleiding
(Algemene) verantwoording van de bewerking
Bij de totstandkoming van deze nieuwe inventarissen van de bij het hoogheemraadschap van Schieland berustende polderarchieven is gebruik gemaakt van de aanwezige oude toegangen op de archieven, in de vorm van een inventaris of plaatsingslijst. De oude toegangen zijn deels vervaardigd door archivarissen van het hoogheemraadschap.
De beschrijvingen van de archiefbescheiden zijn in de computer ingevoerd en zoveel mogelijk aangepast. De structuur van de oude toegangen is ook overgenomen, behoudens daar waar door het hoogheemraadschap van Schieland, als opdrachtgever, en de Provinciale Archiefinspectie van Zuid-Holland opmerkingen over waren gemaakt. Archiefbescheiden waar geen beschrijving van was, zijn beschreven en in de inventarissen opgenomen. Bij het vervaardigen van deze inventaris kon niet van een oude toegang gebruik worden gemaakt. Wel bood de aangetroffen fysieke ordening een handvat. Verder zijn oude toegangen en nieuwe inventarissen van andere polders als voorbeeld gebruikt.
Bij het vervaardigen van deze inventaris is het niet duidelijk geworden of het om één of om meerdere archieven gaat. De organisatiestructuur is daarvoor te onduidelijk gebleven. Beschikbare literatuur, de aangetroffen oude ordening van de archiefbescheiden en de inhoud van een deel van de stukken gaven daarover geen uitsluitsel. Met betrekking tot het laatste gaat het dan om de ingekomen stukken van 1581-1852. Op grond van de bij het hoogheemraadschap van Schieland berustende rekeningen was er de verwachting dat na circa 1635 alleen nog werd gesproken van de polder Rubroek en Spiegelnisse. Zoals al bij de geschiedenis van de polders vermeldt, bleek dat niet het geval te zijn. De stukken van na 1635 waren gericht aan: Rubroek, Spiegelnisse of aan Rubroek en Spiegelnisse gezamenlijk. Mogelijk zijn deze stukken pas achteraf bij elkaar gebracht en per stuk genummerd. In ieder geval waren bij de vorming of een vorige bewerking alle stukken beschouwd als behorend tot één archief. In verband met dit alles en met inachtneming van bovengenoemde werkwijze wordt daarom gesproken van één archief.
De begincesuren van de polderarchieven houden verband met het ontstaan van een polder (droogmaking), de bestuurlijke oprichting van een polder (ook door splitsing of vereniging), of het oudste aanwezige archiefstuk. De eindcesuren houden verband met de opheffing van een polder als afzonderlijk waterschap (ook door splitsing of vereniging), of het jongste aanwezige archiefstuk.
Verschillende polders hebben meerdere beheerders gehad. Deze zijn elkaar opgevolgd, of hebben een periode naast elkaar bestaan. Door beheerders of latere archivarissen zijn in een aantal gevallen geen duidelijke scheidingen aangebracht tussen de verschillende archieven van een polder, of hebben deze scheidingen juist te niet gedaan. Uit praktisch oogpunt wordt daarom in alle inventarissen van één archief gesproken wanneer de bescheiden betrekking hebben op één min of meer gelijk gebleven beheersgebied en van twee of meer archieven wanneer er sprake is van verschillende beheersgebieden.
De volgorde binnen de rubrieken is in alle inventarissen in principe chronologisch, een heel enkele keer alfabetisch. Bij verzamelbeschrijvingen is de volgorde chronologisch, alfabetisch of numeriek.
Hiaten in de datering van de bescheiden zijn in alle inventarissen niet vermeld. Alleen het eerste en het laatste jaar zijn aangegeven.
De in deze inventaris opgenomen beschrijvingen van archiefbescheiden hebben betrekking op circa 1, 5 strekkende meter. Er zijn geen bescheiden meer uit de archieven vernietigd.
De meeste bescheiden verkeren in redelijke tot goede materiële staat. Oude mappen en dozen werden verwijderd en vervangen door nieuwe zuurvrije omslagen en archiefdozen. Ook aangetroffen plastic en ijzerwerk werd verwijderd.

Kenmerken

Datering:
1581-1887
Auteur:
A&I Archiefbewerking
Omvang:
1,75 meter
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Rotterdam. Toegang 123, archief van [de/het] Polder Rubroek en Spiegelnisse, inv.nr …
VERKORT:
NL-RtHHSK 123, inv.nr …
Geografische namen: