Uw zoekacties: Polder Berg en Broek en taakvoorgangers

101 Polder Berg en Broek en taakvoorgangers ( Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de polders
101 Polder Berg en Broek en taakvoorgangers
Inleiding
Geschiedenis van de polders
De polder De Honderdtien Morgen ontstond met het door de Staten van Holland en West-Friesland aan het ambachtsbestuur van Hillegersberg verleende octrooi van 5 augustus 1772 voor het bedijken en droogmaken van een partij uitgeveend land en water met een grootte van 110 morgen in de polder Berg en Broek. De polder Schiebroek ontstond op dezelfde manier. De polder kwam tot stand met octrooi van 5 augustus 1772 aan het ambachtsbestuur van Schiebroek. Het betrof uitgeveend land ter grootte van circa 600 morgen onder Schiebroek.
Naar aanleiding van een brief van de dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Schieland vonden Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het wenselijk dat de polder Schiebroek, de polder Berg en Broek en de polder De Honderdtien Morgen onder één bestuur werden verenigd. Dit werd een feit bij de vaststelling van het bijzonder reglement door de Staten van de provincie Zuid-Holland op 11 juli 1858, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 6 september 1858. Volgens het bijzonder reglement werd het bestuur gevormd door een schout en zes heemraden. Alle functies omtrent het tot dan toe gevoerde beheer van de polders door schout en ambachtsbewaarders van Hillegersberg hetzij door het ambachtsbestuur van Schiebroek werden overgedragen aan schout en heemraden. Het beheersgebied van de Verenigde polders Schiebroek, Berg en Broek en De Honderdtien Morgen lag in de gemeenten Hillegersberg en Schiebroek, later in de gemeenten Rotterdam en Berkel en Rodenrijs. De polders werden onder meer begrensd door de polders Bleiswijk c.a., Zestienhoven en Bergpolder.
Het bestuur van de Verenigde polders Schiebroek, Berg en Broek en De Honderdtien Morgen voerde over elke polder een apart beheer: één over het gedeelte Schiebroek, één over het gedeelte Berg en Broek en één gedeelte over De Honderdtien Morgen. Er werden drie afzonderlijke administraties gevoerd met afzonderlijke begrotingen, rekeningen, kohieren, stemlijsten etc.
Bij de herziening van het bijzonder reglement uit 1879 voor de Verenigde polders Schiebroek, Berg en Broek en De Honderdtien Morgen door de Staten van de provincie Zuid-Holland bij besluit van 18 december 1956, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 19 februari 1957, Buitengewoon Provinciaal Blad nr. 1672/2422, werden de drie polders samengevoegd tot de polder Berg en Broek. De samenvoeging vond plaatst om een vereenvoudiging van de werkzaamheden en een bezuiniging op de uitgaven te bewerkstelligen. De landen en wateren die door deze herziening buiten het beheersgebied van de polder kwamen te liggen, werden ontpolderd. Het besluit van de Staten van de provincie Zuid-Holland trad per 1 juli 1958 volledig in werking.
De opheffing van de polder Berg en Broek hield verband met het verliezen van een deel van de agrarische bestemming van de polder. Het zuidelijk gedeelte van het beheersgebied van de polder was voor een groot deel volgebouwd en van riolering voorzien of bestemd als recreatiegebied van de gemeente Rotterdam. Hierdoor kwam dat gedeelte van de polder voor ontpoldering in aanmerking. Tussen de polder Berg en Broek en de gemeente Rotterdam werd een overeenkomst gesloten, krachtens welke de algehele waterstaatkundige zorg bij de gemeente kwam te liggen voor het te ontpolderen gebied. Op 15 oktober 1970 namen Provinciale Staten van Zuid-Holland het besluit tot opheffing en gedeeltelijke ontpoldering van de polder Berg en Broek, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 december 1970, Buitengewoon Provinciaal Blad nr. 2284/3034. Het noordelijk gedeelte van de polder werd bij de polder Bleiswijk c.a. gevoegd in verband met het blijvend agrarisch karakter van dit gebied. Volgens het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 17 maart 1971 trad het voornoemde besluit van Provinciale Staten volledig in werking met ingang van 1 juli 1971.
Geschiedenis van de archieven
(Algemene) verantwoording van de bewerking

Kenmerken

Datering:
(ca. 1750-) 1762-1972
Auteur:
A&I Archiefbewerking, 2002
Omvang:
CC BY-SA 4.0
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Rotterdam. Toegang 101, archief van [de/het] Polder Berg en Broek en taakvoorgangers, inv.nr …
VERKORT:
NL-RtHHSK 101, inv.nr …
Geografische namen: