Uw zoekacties: De Bijlmermeer, Heemraadschap (1622-1967)

0501 De Bijlmermeer, Heemraadschap (1622-1967) ( Waterschap Amstel, Gooi en Vecht )

Terug naar "zoek in alles" / het beginscherm.

Wat is een archieftoegang?

Een archieftoegang is een beschrijving van wat er in een archief zit. Zo'n toegang bestaat uit een of meer van de volgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief. Hierin staat informatie over de organisatie en over het archiefbeheer.
  • Inventaris of plaatsingslijst. Hierin staan de beschrijvingen van dossiers of documenten. Deze zijn ondergebracht in rubrieken, bijvoorbeeld "financiën" of "beheer van waterstaatswerken".
  • Bijlagen. Bijvoorbeeld een lijst dijkgraven, of een omnummeringstabel.

Meer uitleg

Meer uitleg over inventarissen en onderzoek doen staat in onze onderzoeksgidsen. (De link opent in nieuw venster.)

 

beacon
 
 
1. Inleiding
1.1. De Bijlmermeer, een droogmakerij
1.2. Geschiedenis van de Bijlmermeer
0501 De Bijlmermeer, Heemraadschap (1622-1967)
1. 1. Inleiding
1.2.
Geschiedenis van de Bijlmermeer
Tot 1417 was de Bijlmermeer ("Bindelmere") onderdeel van een streek van lage en waterachtige landen, die bekend stond als "Bindelmerebroeck". In of dicht bij het Bijlmermeerbroeck was het "Reygersbosch" gelegen: een bos waar men op vogels jaagde, en dat zijn naam dankte aan de reigers die erin broedden. *  Van het Bindelmere wordt melding gemaakt in oorkonden van 1159, 1177, 1281, 1282, 1285, 1297, 1298. Hieruit blijkt dat het Bindelmermere met zijn Reigersbosch een begeerd bezit was. Het was een twistpunt tussen de heren van Aemstel, de bisschoppen van Utrecht en de graven van Holland. Het Bindelmerebroeck en het Reygersbosch werden in 1281 door bisschop Jan van Utrecht verpand aan graaf Floris V van Holland. Bij de zoen van 1285 tussen de heren van Aemstel enerzijds en de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland anderzijds werd bepaald dat o.a. het Bijlmermeerbroeck in eigendom van de graaf kwam. In 1297 bleek over het eigendom van de Bijlmermeerbroeck toch een geschil te zijn, maar in 1298 kwam het definitief in handen van de graaf van Holland. In 1307 blijken er door 's graven rentmeester niet onaanzienlijke inkomsten geboekt te worden Van de visscherien van der Bindelmere". Vanaf 1354 is er een "bewaarder" (of houtvester) van het Reygersbosch in Bindelmeer". J.A van der Loos vermoedt dat de Bindelmere door de Elisabethsvloed van 1421 werd vergroot tot het meer van 3 1/2 uur in de omtrek, zoals dat in 1622-27 is drooggemaakt. * 
Een herinnering aan het Reygersbosch is terug te vinden in de vorm van de reiger in het wapen van de Bijlmermeer (zie diginummer 020447). In 1622 werd door een aantal rijke kooplieden en/of stadsbestuurders uit Amsterdam aan de staten van Holland en West-Friesland octrooi aangevraagd voor de bedijking en droogmaking van de Bijlmermeer. Dit octrooi werd aan Abel Matthijsz. Burch c.s. op 22 december 1622 verleend. De bedijkers kregen van de staten het recht om het meer op hun eigen kosten te bedijken en droog te maken en om de verkregen grond na de droogmaking in eigendom te behouden tegen de betaling van een recognitie van 1000 pont, 40 groot het pont, te verdelen over alle morgens land. Daarnaast kregen ze het recht om voor zover dit voor de ringdijk en ringsloot benodigd was, zgn. "oud land" bij de bedijking te betrekken, en wegen en uitwateringen te gebruiken. Wel waren ze gelast de ingelanden rondom het meer voor alle hinder genoegdoening te geven. De bedijkers mochten al vanaf het begin van de werkzaamheden aan de dijkagie een dijkgraaf, heemraden, penningmeester en andere 'officieren' bij meerderheid van stemmen aanstellen. Dezen mochten, samen met de hoofdingelanden, keuren en ordonnantiƫn vervaardigen. Omslagen en boeten mochten worden ingewonnen naar 'dijkrecht met dubbel gewin'.
Tevens werd het recht van parate executie verleend. Beslissing in geval van geschil lag bij de hoge raad in Holland. Ter compensatie van de grote kosten die de bedijkers zouden hebben aan de bedijking en droogmaking, kregen ze van de staten vrijdommen van diverse belastingen, nl. van: de 10e penning en de verponding, voor de oude landen voor eeuwig, voor de nieuwe landen voor 30 jaar; van de hoorngelden en bezaaide landen voor 15 jaar; van de 40e penning (op verkopingen) voor 10 jaar; van de impost op kleine bieren van 3 gulden voor de arbeiders en 'dyck' bier voor de officieren van de dijkagie, voor de tijd van de bedijking; van de grafelijkheidstollen (zonder tijdsbepaling).
De bedijkers kregen het recht om molens te plaatsen en om sluizen en bruggen te leggen. Tenslotte werden door de staten de ambachtsheerlijkheid en daarmee de lage en middelbare jurisdictie verleend. De hoge jurisdictie hielden de staten nog aan zich. *  Deze zou in 1627 worden verleend op verzoek van de ingelanden. Verschillende van de bedijkers van de Bijlmermeer zijn ook te vinden bij andere droogmakerijen en ontginningen in Noord-Holland. Barthout Cromhout was bijvoorbeeld bedijker van de Beemster, ingeland van de Zijpe en de Heerhugowaard, aandeelhouder in de Purmer. Anthony Oetgens van Waveren was zijn zwager, *  Cornelis van Davelaar diende in 1622 aan de Amsterdamse vroedschap een plan in om het Watergraafsmeer droog te leggen. Hiervoor werd in 1624 octrooi verleend. *  Abel Matthijszoon Burch, Andries Bicker, Anthonis Oetgens van Waveren (zie afbeelding 1), Reynier Pauw en Cornelis van Davelaar waren in 1638 hoofdingeland in de 's Gravelandse polder. Het is zeer waarschijnlijk dat bij de lijst van de eerste omslag over de (dan nog niet drooggemaakte) morgens land, geheven in 1624, veel personen staan genoemd die in 1622 samen de onderneming waren gestart. In bijlage 1 is te zien, welke personen bij deze eerste omslag, groot 30 gulden per morgen, werden aangeslagen. In 1626, toen het meer droog was, werden de kavels bij loting verkocht. * 
Afbeelding 1 Anthony Oetgens van Waveren Bedijker van de Bijlmermeer, heemraad van 1640-1647 en tevens Burgemeester van Amsterdam. Bron afbeelding: Rijksmuseum Amsterdam
Erfgoedstuk
Cornelis Dankerszoon de Rij tekende een kaart van de kavelverdeling, (diginummer 020676, bijlage 2).
In de eerste jaren van de geschiedenis van de droogmaking en van de drooggemaakte polder werd er veel onderhandeld over de vergoedingen die moesten worden gegeven aan eigenaars van de "oude landen". Dit zijn de landerijen die door de aanleg van de ringdijk en het graven van de ringsloot binnen de ringdijk kwamen te liggen. * 
Ook in latere jaren zouden er nog conflicten over de "oude landen" ontstaan, die zich dan vooral concentreerden rond het probleem onder wiens jurisdictie de betreffende stroken grond vielen. Problemen rond (de aankoop van) de oude landen zijn overigens niet uniek voor de Bijlmermeer. Ook bij andere droogmakerijen kwamen dergelijke kwesties naar voren. *  Nadat het meer droog was en de kavels verdeeld, werd het land beplant en kwamen er boerderijen. Hierin woonden de eigenaren doorgaans niet zelf. Meestal woonden zij in Amsterdam en waren er pachters die bij de hofstede woonden en er werkten als boer.
1.3. Inundaties
1.4. Wederdroogmaking
1.5. Bestuursamenstelling, vergaderingen
1.6. Commissie tot de droogmaking
1.7. Bemaling
1.8. Geschiedenis van het archief
1.9. Literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1622-1967
Openbaarheid:
volledig
Omvang archief:
6,00 m
Auteur archieftoegang:
B. van Dijk (1992)
Rechtsopvolger:
Waterschap Bijlmer (Een rechtsopvolger is de organisatie die taken heeft overgenomen, bijvoorbeeld na een fusie van meerdere polders of waterschappen.)
Archief rechtsopvolger: