De Archivalia Familie Von Heyden en de Collectie Langenmayr zijn in drie etappes, op 27 december 2007, 28 september 2008 en 2 maart 2009 in bruikleen verkregen van mevrouw M.A.Th. von Heyden-van Heyst, douairiere van jhr. H.H.A. von Heyden (1925-2004). Haar echtgenoot was de kleinzoon van J.E.Th.H. von Heyden (1854-1925), die de laatste van zijn familie was welke het huis en de havezate de Eeshof te Tubbergen heeft bezeten *  .

Het gaat hier naast de genealogische collectie Langenmayr om familiearchivalia met betrekking tot enkele opeenvolgende generaties van de katholieke tak van het riddermatige geslacht Von Heyden uit de omgeving van Heek en Nienborg in Westfalen en later te Tubbergen uit de periode 1645, 1794-2006. Een lid van deze tak kwam vanuit Heek/Nienborg in 1839 door huwelijk in Nederland *  . Het gaat hier om Hubert Ignatius Bernardus Theodoor von Heyden (1815-1881) die met jkvr. Anna Maria Hildegarda von Bönninghausen (1818-1843) van het huis de Eeshof gehuwd was. Na haar overlijden huwde Hubert in 1851 met haar nicht jkvr. Clementina Maria Francisca von Bönninghausen van het huis Herinckhave te Fleringen bij Tubbergen. Uit dat tweede huwelijk zijn nakomelingen voortgekomen die in 1920 en 1925 in de Nederlandse Adel ingelijfd werden met het predicaat van jonkheer en jonkvrouw. * 

Overigens is een andere tak van de familie Von Heiden/Heyden ook in de Nederlanden terechtgekomen en wel door de verwerving van het Huis Ootmarsum, voorheen Commanderije van de Duitse Orde in de periode 1635-1657 door Johan Diederik des H.R. Rijksbaron van Heiden tot Ootmarsum en Hovestadt (ovl.1667). Het betreft hier de protestantse tak van de familie, van welke subtakken in 1869 (de familie Von Heiden Hompesch) en 1886 (de familie Van Heiden van Rheinestein) uitgestorven zijn. Deze protestantse tak is in 1655 in de Reichsfreiherrenstand en in 1767 in de Reichsgrafenstand verheven. Voorts werd leden van deze tak in 1814 met de titel van graaf en gravin in de Nederlandse Adel ingelijfd. De op het Drents Archief te Assen berustende archivalia van deze protestantse tak zijn sinds 1982 goed toegankelijk dankzij de twee-delige inventaris van drs H.H.J. Jongbloed *  .

De Collectie Langenmayr omvat de resultaten van het genealogisch onderzoek door en vanwege H.H.K. (Konrad) Langenmayr naar de familie Von Heyden, zijn moeder's familie. Hij deed niet alleen zelf archiefonderzoek, want hij woonde vanwege zijn werk als administrateur en planter in Nederlands Indië. Vandaar uit correspondeerde hij met de 'Geheimer Archivrat' en 'Staatsarchivar' dr. Krumbholtz te Münster, die voor hem archiefonderzoek deed. Op zijn beurt riep Krumbholtz hulp in van zijn collega van het Staatsarchiv te Düsseldorf, dr. Redlich, voor aanvullend onderzoek. Konrad [roepnaam Kurt] Langenmayr typte de door deze heren vervaardigde uittreksels van oorkonden en andere stukken uit de archieven en literatuur waarin de familieleden Von Heiden/Heyden voorkomen, over en borg ze in sluitbanden op, gegroepeerd naar perioden. En deze vormde deels de opzet voor de genealogie Von Heyden die Langenmayr in de Nederlandse Leeuw van 1921 en 1926 heeft gepubliceerd *  ). Met deze publicaties wilde hij de onjuiste stamreeks van de familie Von Heyden in het Nederland's Adelsboek van 1914 corrigeren en aanvullen. In 1953 was Langenmayr nog bezig met genealogisch onderzoek getuige enkele stukken uit 1953 van het Staatsarchiv Münster en het Pfarramt Ochtrup. Niet onwaarschijnlijk heeft Langenmayr -die sinds 1947 in Nederland woonde en in 1953 Rotterdam als woonadres had - kort daarna zijn genealogische collectie volgepakt in een koffer aan jhr. H.H.A. von Heyden overgedragen.

De inventaris bestaat uit twee gedeelten, het eerste gedeelte wordt gevormd door de familiearchivalia Von Heyden, en het tweede door de genealogische collectie van H.H.K. Langenmayr. De omvang van de hier beschreven stukken is 1,125 m' en op enkele inventarisnummers berusten de wettelijke openbaarheidsbeperkingen, te weten:

inv.nr. 29 openbaar in 2060 (voor het stuk uit 1966) en openbaar in 2063 (voor het stuk uit 1969),
inv.nr. 30 openbaar in 2046, en
inv.nr. 35 openbaar in 2072 (voor het stuk uit 1978) en openbaar in 2077 (voor het stuk uit 1983).

Tot slot dient nog vermeld te worden dat kopiëen van de twee pachtboeken van het huis en landgoed de Eeshof uit de jaren 1839-1881 en 1881-1883 zich onder de inventarisnummers 1010-1011 van de op het HCO berustende Collectie Xeroxen bevinden *  .

Zwolle, 1 oktober 2008 en 6 april 2009
J.H. Wigger