Uw zoekacties: Waterschap Bezuiden de Vecht

WS-29 Waterschap Bezuiden de Vecht ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Vooraf
2. Algemeen
WS-29 Waterschap Bezuiden de Vecht
Inleiding
2.
Algemeen
De watersnoodramp van 1953 gaf aanleiding tot een herbezinning over de organisatie van het waterschapsbestel, niet alleen in Zuidwest-Nederland maar ook in andere delen van Nederland.
In Overijssel kondigde de waterschapsnota 'Beschouwingen omtrent de waterstaatkundige toestand in Overijssel' van Gedeputeerde Staten uit 1957, een drastische reorganisatie van het waterschapswezen in de provincie aan. Er waren destijds in Overijssel 70 waterschappen waarvan een groot deel een oppervlakte had van minder dan 1.000 hectare. Sommige waterschappen waren zelfs kleiner dan 200 hectare. De kleine waterschappen waren volgens de nota niet opgewassen tegen de taak van de waterbeheersing, zoals de toenmalige omstandigheden dat vereisten. Een goede waterbeheersing zou slechts te verwezenlijken zijn door een oplossing in groter verband. Het aantal waterschappen moest worden teruggebracht van circa 70 tot 10.
Enkele waterschappen stonden niet te trappelen om hun taken over te dragen aan het bestuur van een groot waterschap en pleitten voor samenwerking in federatief verband met behoud van de eigen zelfstandigheid. Het provinciaal bestuur was vastbesloten en accepteerde hun bezwaren niet. Er diende met de concentratie van waterschappen een einde te komen aan de langdurige periode van wateroverlast in Noordoost-Overijssel.
Het rapport van 1957 is in belangrijke mate de basis geweest voor de tegenwoordige waterschapsorganisatie in Overijssel. Sluitstuk van deze reorganisatie vormde de totstandkoming van het waterschap IJsseldelta door middel van de concentratie van 13 waterschappen in het deltagebied van IJssel en Zwartewater.
In het Statenvoorstel van 1969 werd de besluitvorming van de oprichting van IJsseldelta aldus verwoord:
"Behalve uit de overweging dat voor een verantwoorde technische verzorging en voor de gewenste bestuurskracht flinke waterschappen nodig zijn en dat het gewenst is alle gronden in de provincie in waterschapsverband te brengen, geschiedt opneming van het Kampereiland, de Mandjeswaard en de bebouwde kom van Kampen, mede met het oog op het goed functioneren van de dijkzorg in deze streken. De zorg voor de waterkeringen langs de IJssel en het IJsselmeer kan namelijk het beste berusten bij één groot waterschap, dat de gehele IJsseldelta bevat en dat alle daarmee samenhangende problemen-men denke slechts aan dijkverhoging en dijkverzwaring die binnenkort aan de orde komen-tot een oplossing kan brengen en dat in staat zal zijn te dien aanzien een slagvaardig beleid te voeren."
Niet alleen de noodzakelijke dijkverbetering lag ten grondslag aan het nieuwe waterschap. Dijkgraaf M.H. Malcorps, de eerste dijkgraaf van IJsseldelta, verwoordde het in januari 1970 zo:
"De waterschapstaak beperkt zich namelijk niet meer zoals vroeger, alleen maar tot de waterkering en de waterafvoer doch bestrijkt thans een veel groter terrein. Naast de waterbeheersing krijgen wij als waterschap ook steeds meer te maken met problemen inzake de ruimtelijke ordening, recreatie, watervervuiling alsmede natuurbescherming. De behartiging van waterschapszaken betekent tegenwoordig ook niet alleen meer de behartiging van zuiver agrarische belangen doch evengoed de behartiging van andere belangen, als ik het zo noemen mag de behartiging van burgerlijke belangen, van de burgerlijke gemeenschap."
Op 14 juni 1972 stelden provinciale staten een nieuw algemeen waterschapsreglement vast dat het algemeen waterschapsreglement voor Overijssel van 1952 verving. In hun aanbevelingsbrief aan provinciale staten vermeldden gedeputeerde staten dat met het ontwerp een belangrijke stap werd gezet in de richting van een modern waterschapsbestel in de provincie.
Het toezicht op de waterschappen door gedeputeerde staten werd in het nieuwe reglement efficiënter geregeld. Volgens gedeputeerde staten mocht van de inmiddels gevormde grote en middelgrote waterschappen met een behoorlijk toegerust ambtelijk apparaat worden verwacht dat zij tijdig een aan bepaalde eisen voldoende begroting en rekening vaststelden en ter goedkeuring zouden inzenden. Verder kon de gehele vaststellings- en goedkeuringsprocedure van de begrotingen en begrotingswijzigingen aan een stringenter tijdschema worden gebonden. In beginsel zouden geen uitgaven meer mogen worden gedaan, voordat de begrotingspost door g.s. zou zijn goedgekeurd.
In het nieuwe reglement werd ook een aantal politiebepalingen ter bescherming van dijken opgenomen. Hierdoor kon het bestaande reglement op de dijken vervallen. Tenslotte was in het nieuwe reglement gestreefd naar eenheid en vereenvoudiging van de verschillende bezwaar- en beroepsprocedures en naar unificatie van de verschillende termijnen.
Rond 1990 startten in Overijssel de provincie en de waterschappen opnieuw een studie naar de waterschapsorganisatie in relatie tot de toenmalige en toekomstige eisen op het gebied van waterkeringen en waterbeheersing. Opnieuw leidde de uitkomst tot een reorganisatie: met ingang van 1 januari 1997 ontstond het nieuwe Waterschap Groot Salland uit een fusie van de waterschappen Benoorden de Dedemsvaart, Bezuiden de Vecht, De Noorder Vechtdijken, Salland, IJsseldelta en het Zuiveringschap West-Overijssel.
3. Bestuursorganisatie
4. Financiële grondslag
5. Verantwoording van de bewerking
6. Overzicht geraadpleegde literatuur
Archief van het waterschap bezuiden de Vecht

Kenmerken

Datering:
(1954) 1960 - 1996
Omvang archiefblok:
5 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Voor inzage van stukken jonger dan 20 jaar is schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar
Toegang:
Jager, C., Jong, R. de, Verzameltoegang op de archieven van de opgeheven waterschappen binnen het Waterschap Groot Salland, (1954) 1960 - 1996, Zwolle (1999/2004).
Openbaarheid:
Voor inzage van stukken jonger dan 20 jaar is schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar.