Op 28 december 1971 kwam de voorlopige eerste inventarisatie van het archief gereed. In het rapport van 28 december 1971 doet Mulder uitvoerig verslag van de wijze waarop hij het archief heeft geselecteerd en ingedeeld. Zo is door hem het archief geselecteerd volgens de beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat en van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,nr. 87598, afdeling Waterstaatrecht en nr. 467896, afdeling O.K.N. van 18 april 1955. In het algemeen zijn door hem vernietigd: mandaten bij de rekening ; betalingsbewijzen van giro en bank; ingekomen brieven van officiële instanties die in de vorm van circulaire zijn binnengekomen; ingekomen en uitgaande brieven betreffende de schouw of met een incidenteel karakter; brieven die noch historisch, noch voor het waterschap van belang zijn. Door A & I zijn in navolging van Mulder -overeenkomstig de selectielijst voor waterschappen- de resterende mandaten bij de rekeningen (1936-1970) en de betalingsbewijzen van giro en bank (1966-1971) vernietigd. Het archief werd door Mulder verdeeld in 11 groepen, te weten:
1. begrotingen;
2. rekeningen;
3. mandaten bij de rekeningen;
4. kasboeken;
5. bijboeken van ontvangsten en uitgaven;
6. kohieren van omslag;
7. lijsten van ingelanden;
8. notulenboeken;
9. liggers van eigenaren;
10. liggers van waterleidingen;
11. klassifïcatieregisters en
12. afschriften van verzonden brieven.

De correspondentie werd door hem verdeeld in 6 groepen, te weten:
1. algemeen beheer;
2. bestuur en ambtenaren
3. financieel beheer;
4. waterleidingen, kunstwerken, keur en
5. omslag en kohier.

Bij de herinventarisatie door A & I werden de verschillende redactionele vormen en groepen van Mulder ondergebracht in een onderwerpsgewijze ordening. Daarbij is in hoofdlijnen uitgegaan van de klassieke verdeling algemene-bijzondere onderwerpen, waarbij de bijzondere onderwerpen zijn onverdeeld op: organisatie; hulpmiddelen bij de taakuitvoering; uitvoering van de taak; waterstaatkundige werken; kaarten en tekeningen; documentatie. Het bezwaar van het schema van Mulder was dat de onderlinge relatie en functie van de stukken ten opzichte van elkaar teniet werd gedaan door een willekeurige opsomming van de redactionele kenmerken. Zo gaat het huidige archiefschema uit van een meer hiërarchische en logische (onder)verdeling. Mulder moet haast wel onder tijdsdruk hebben gestaan ten aanzien van de bewerking van de correspondentie: reglementen, keuren e.d. werden door hem in omslag 'Algemeen beheer' geplaatst; geldleningen, goedkeuringen aangaande begrotingen en rekeningen -en soms ook de in de series ontbrekende begrotingen en rekeningen- werden in een omslag 'Financieel beheer' geplaatst; brieven betreffende het gemaal, bruggen, duikers, keur, ontheffingen van de keur werden door hem in de omslag 'Waterleidingen, kunstwerken, keur' geplaatst. De correspondentie was overigens zeer slordig geselecteerd en geordend. Zo kon het voorkomen dat stukken betreffende de keur zich in de omslagen 'Algemeen beheer' en 'Waterleidingen, kunstwerken, keur' bevonden, ook allerlei andere varianten werden aangetroffen. Door A & I werden de verschillende rubrieken verder onderverdeeld. Vervallen circulaires, loonstaten en vergoedingen voor reis- en verblijfkosten voor bestuursleden werden alsnog uit de correspondentie geselecteerd. Het archief bedroeg voor schoning ... strekkende meter en na selectie ... strekkende meter.