Uw zoekacties: Staatsbosbeheer, houtvesterij Zwolle

1337 Staatsbosbeheer, houtvesterij Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De geschiedenis van het archiefvormend orgaan
1337 Staatsbosbeheer, houtvesterij Zwolle
Inleiding
1.
De geschiedenis van het archiefvormend orgaan
De geschiedenis van het Staatsbosbeheer (SBB) vindt zijn oorsprong in de maatschappelijke ontwikkelingen in de tweede helft van de vorige eeuw.
Door de voortdurende bevolkingsgroei nam de behoefte aan landbouwgrond snel toe. Als gevolg van de Wet op de verdere verkoop van Domeinen *  die in 1848 werd ingevoerd, konden staatsgronden, die daarvoor in aanmerking kwamen, voor ontginning worden verkocht. Daaronder vielen ook bossen, omdat de regering van mening was dat bosbouw het beste door particulieren kon worden bedreven. Dit heeft er echter toe geleid dat er nogal wat bos werd opgeruimd of versnipperd. Er bestond voor de verkoop van staatsgronden veel belangstelling bij gemeenten, die er objecten voor werkverruiming in zagen. Veel particulieren zagen in de aangeboden staatsgronden objecten voor geldbelegging, als jachtterrein en om er buitenplaatsen te vestigen. Veel van de huidige landgoederen dateren uit die tijd.
In 1892 adviseerde een daartoe aangewezen commissie van de toenmalige Maatschappij van Nijverheid over de taak van de overheid bij het tot stand komen van ontginningen en bebossingen. Het advies hield in, dat het ontwikkelen van de bosbouw kon worden gerekend tot een taak van de rijksoverheid. Met het particulier initiatief in de bosbouw liep het niet zo'n vaart. Het "boompje groot, plantertje dood" maakte de bosbouw in economisch opzicht voor de particulier niet aantrekkelijk. Het verkopen van Staatsgronden krachtens de Domeinwet moest juist plaats maken voor uitbreiding van het staatsbezit door aankoop of desnoods onteigening van woeste gronden met het doel deze te bebossen. Door deze voortdurende uitbreiding van de staatsbemoeiing met bosbouw en ontginning ontstond de behoefte aan een afzonderlijke rijksdienst voor deze vorm van bodemcultuur. Dit leidde tot het instellen van het SBB bij de Begrotingswet van 21 juli 1899. Bij Koninklijk Besluit van 8 januari 1900 *  werd de organisatie van het nieuwe SBB een feit. De dienst werd ondergebracht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het technisch beheer werd uitgeoefend door een inspecteur der Staatsbosschen en Ontginningen en één of meer aan hem toegevoegde ambtenaren, een houtvester of opperboschwachter aan het hoofd van elke houtvesterij en boswachters. Het financieel beheer viel onder de rentmeester der domeinen te Breda en de ontvangers der registratie voor de overige goederen.
Het hoofdkantoor van de dienst werd gevestigd te Utrecht.
De goederen van het SBB werden verdeeld in verschillende beheersobjecten, houtvesterijen genaamd.
Houtvesterij Zwolle werd ingesteld in 1938 en bestond aanvankelijk uit de boswachterijen Staphorst en Ruinen.
De voornaamste taak van een houtvesterij was het technisch beheer, onderhoud van bestaande en aanleg van nieuwe bossen. Dit soort werkzaamheden werd gedeeltelijk in het kader van de werkverschaffing uitgevoerd, waarbij de houtproductie centraal stond.
In 1938 was de totale oppervlakte van Houtvesterij Zwolle 2459 ha grond, verdeeld in zogenaamde cultuurgronden, bebost en bouw- en graslanden, met een oppervlakte van 1185 ha en niet in cultuur zijnde grond 1160 ha.
Door aankopen, verkopen en ruiling van gronden was in 1949 het te beheersen grondoppervlak 3451 ha groot.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam er Duits toezicht op de bossen, waardoor de houtproductie een schakel werd in de Duitse oorlogsindustrie.
2. Verantwoording van de bewerking

Kenmerken

Datering:
1911 - 1950
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
3,75 m
Toegang:
CAS, Inventaris van het archief van de Houtvesterij Zwolle van het Staatsbosbeheer, 1911 - 1950, z.p. (2006).
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie: