Uw zoekacties: Helle, familie Van der

1167 Helle, familie Van der ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Toelichting
2. Het archief
Lijst van regesten van charters betreffende de familie van der Helle
4 Johan Rengers en Johan van Harst, scheidslieden namen Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle, juffer Henrick then Waeter, Henrick Die Vriede en Mechtelt die Vriede en hun broers en zusters enerzijds en Wolter van Brenen en Lucas van Essen, scheidslieden namens Gese van den Busche, vrouw van Gerrit van Spoell, Mechtelt van den Bussche, die in het Olde (Begijnen) convent woont, en juffer Herman ten Bussche, zusters, anderzijds verklaren dat zij de nalatenschap van Griethe then Bussche als volgt verdeeld hebben:
a. Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle en de haren zullen de voorste kamp met de helft van de dijklasten en het onderhoud van de wegen en weteringen volgens de Mastenbroecker landslagen krijgen van de 12 morgen land, die in Mastebroeck gelegen zijn,
b. Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle, en de haren zullen 1/3 krijgen van ongeveer 11 morgen land, die bij het huis van Henrick Florus gelegen zijn, terwijl de overige 2/3 zullen komen aan de erfgenamen van Graess ten Bussche en Mechtelt ten Bussche;
c. Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle en de haren zullen nog een hof krijgen, die buiten de Deeserpoerte gelegen is;
d. Agnes then Waeter en Kasin van der Helle, haar man, zullen met uitsluiting van de andere erfgenamen een jaarrente krijgen van 5 goudgulden, gaande uit het erve en goed van Henrick van Harst, die Gansekuile genaamd, waarvan een akte bestaat, maar ze dienen een jaarrente van 5 goudgulden aan Gert van Essen te betalen, gaande uit hun huis waar ze nu in wonen;
e. Gese van den Bussche en haar beide zusters zullen de achterste kamp met een helft van de dijklasten en het onderhoud van de wegen en weteringen volgens de Mastebroecker landslagen krijgen van de 12 morgen land, die in Mastebroeck gelegen zijn;
f. Gese van den Bussche en haar beide zusters zullen 2 morgen land met het bijbehorende onderhoud krijgen, die in Lyrerbroeck (Liederbroek) gelegen zijn;
g. Gese van den Bussche e
1167 Helle, familie Van der
Lijst van regesten van charters betreffende de familie van der Helle
4
Johan Rengers en Johan van Harst, scheidslieden namen Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle, juffer Henrick then Waeter, Henrick Die Vriede en Mechtelt die Vriede en hun broers en zusters enerzijds en Wolter van Brenen en Lucas van Essen, scheidslieden namens Gese van den Busche, vrouw van Gerrit van Spoell, Mechtelt van den Bussche, die in het Olde (Begijnen) convent woont, en juffer Herman ten Bussche, zusters, anderzijds verklaren dat zij de nalatenschap van Griethe then Bussche als volgt verdeeld hebben:
a. Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle en de haren zullen de voorste kamp met de helft van de dijklasten en het onderhoud van de wegen en weteringen volgens de Mastenbroecker landslagen krijgen van de 12 morgen land, die in Mastebroeck gelegen zijn,
b. Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle, en de haren zullen 1/3 krijgen van ongeveer 11 morgen land, die bij het huis van Henrick Florus gelegen zijn, terwijl de overige 2/3 zullen komen aan de erfgenamen van Graess ten Bussche en Mechtelt ten Bussche;
c. Agnes then Waeter, vrouw van Kasin van der Helle en de haren zullen nog een hof krijgen, die buiten de Deeserpoerte gelegen is;
d. Agnes then Waeter en Kasin van der Helle, haar man, zullen met uitsluiting van de andere erfgenamen een jaarrente krijgen van 5 goudgulden, gaande uit het erve en goed van Henrick van Harst, die Gansekuile genaamd, waarvan een akte bestaat, maar ze dienen een jaarrente van 5 goudgulden aan Gert van Essen te betalen, gaande uit hun huis waar ze nu in wonen;
e. Gese van den Bussche en haar beide zusters zullen de achterste kamp met een helft van de dijklasten en het onderhoud van de wegen en weteringen volgens de Mastebroecker landslagen krijgen van de 12 morgen land, die in Mastebroeck gelegen zijn;
f. Gese van den Bussche en haar beide zusters zullen 2 morgen land met het bijbehorende onderhoud krijgen, die in Lyrerbroeck (Liederbroek) gelegen zijn;
g. Gese van den Bussche e
Datering:
1558, februari 16
NB:
Zie Ch. Coll. 558.05.
6 Herman van der Helle, Jacob van Apeltoeren en Geert Rengers als bruiloftslieden namens Hendrick van der Helle, enerzijds, en Harman van Warminckhuysen, Jasper van Warminckhuysen en Johan van Boinckhuysen als bruiloftslieden namens Anna van Warminckhuysen anderzijds, verklaren, dat zij in aanwezigheid van Herman van der Helle, Roebert van Itterssom op Nyenhuys, Peter Mulert en Johan Mulert Wulffs als mombers van de kinderen van wijlen Egbert van der Helle als huwelijksvoorwaarden het volgende bepaald hebben:
a. Hendrick van der Helle en Anna van Warminckhuysen gaan in naam der heilige Drievuldigheid een huwelijk aan;
b. Hendrick van der Helle zal aan Anna van Warminckhuysen, zijn vrouw, een jaarrente van 150 goudgulden schenken ten laste van zijn moeder, die hij bij zich in huis neemt, en gaande uit de helft van al haar roerende en onroerende goederen na haar overlijden, aangezien zijn enige broeder de andere helft zal erven;
c. De bruidschat, die Anna van Warminckhuysen in het huwelijk mee zal brengen, moet nog nader besproken worden met Herman van Warminckhuysen, haar broer, te Aprich;
d. wanneer Hendrick van der Helle zonder kinderen na te laten vóór Anna van Warminckhuysen, zijn vrouw, mocht overlijden, zal Anna van Warminckhuysen als zijn weduwe mogen blijven beschikken over alle roerende en onroerende goederen, door Hendrick van der Helle in hun huwelijk ingebracht, en door hen gezamenlijk tijdens hun huwelijk verworven;
e. wanneer Anna van Warminckhuysen zonder kinderen na te laten vóór Hendrick van der Helle, mocht overlijden, mag Hendrick van der Helle als haar weduwnaar over de helft van alle roerende en onroerende goederen, door Anna van Warminckhuysen in hun huwelijk ingebracht, blijven beschikken, maar de andere helft dient te komen aan haar erfgenamen;
f. wanneer wel kinderen geboren worden uit het huwelijk van Hendrick van der Helle en Anna van Warminckhuysen, zal Anna van Warminckhuysen, als Hendrick van der Helle, haar man, al
7 Hinrich van der Helle te Swoll en Annen van Werminckhausen verklaren, dat zij in aanwezigheid van Herman van Werminckhausen te Aprich, Caspern van Werminckhausen zum Clausenstein, Johan van Bodinckhausen te Aprich, Engebertt van der Helle, Gerdt Renger en Jacob van Appeldorn, een huwelijksovereenkomst gesloten hebben, waarbij het volgende is bepaald:
a. Hinrich van der Helle en Annen van Werminckhausen gaan een huwelijk aan;
b. Hinrich van der Helle zal aan Annen van Werminckhausen zijn vrouw, een jaarrente van 150 goudgulden schenken ten laste van zijn moeder, die hij bij zich in huis neemt, en gaande uit de helft van al haar roerende en onroerende goederen na haar overlijden aangezien zijn enige broer de andere helft zal erven;
c. De bruidschat, die Annen van Werminckhausen in het huwelijk mee zal brengen, moet nog nader besproken worden met Herman van Werminckhausen, haar broer te Aprich;
d. Wanneer Henrich van der Hellem zonder kinderen na te laten, vóór Annen van Werminckhausen, zijn vrouw, mocht overlijden, zal Annen van Werminckhausen als zijn weduwe mogen blijven beschikken over alle roerende en onroerende goederen, door Hinrich van der Helle in hun huwelijk ingebracht en door hun gezamenlijk tijdens hun huwelijk verworven.
e. Wanneer Annen van Werminckhausen zonder kinderen na te laten vóór Hinrich van der Helle, haar man, mocht overlijden, mag Hinrich van der Helle als haar weduwnaar over de helft van alle roerende en onroerende goederen, door Annen van Werminckhausen in hun huwelijk ingebracht, blijven beschikken, maar de andere helft dient te komen aan haar erfgenamen;
f. Wanneer wel kinderen geboren worden uit het huwelijk van Hinrich van der Helle en Annen van Werminckhausen, zal Annen van Werminckhausen als Hinrich, haar man, als eerste van hen beiden overlijdt de beschikking hebben over al zijn nagelaten goederen, maar zij kan bij zijn overlijden ook in plaats daarvan kiezen voor 300 oude schilden en de helft van de nalatensc
8 Robrecht van der Beeck, raadsheer van de koning en rentmeester, als scheidsman namens Machtelt de Wreede, vrouw van Jacob van Apeldoern, enerzijds en Henrick van Holte, camener van Zwolle, scheidsman namens Egbert van der Helle en Hendrick van der Helle anderzijds, verklaren dat zij met toestemming van Gerrit van Spulde namens Ghese van den Bossche, zijn vrouw, als leenheer, tot de volgende verdeling van goederen tussen beide partijen zijn gekomen:
a. De 7 morgen land van de 14 morgen land, waarvan de andere 7 morgen land aan Gerrit van Spulde toebehoren, die achter Oesterholt(Oosterholt) gelegen zijn en waarmee Machteld de Wreede, vrouw van Jacob van Apeldoeren, krachtens de akte van afstand van joffer Hendrick van den Waeter, alleen beleend is, zullen voortaan voor de helft aan Egbert van der Helle en Hendrick van der Helle toebehoren:
b. Na het overlijden van Machtelt die Wreede, vrouw van Jacob van Apeldoeren, zal echter haar erfgenaam als enige met de 7 morgen land beleend worden en niet Egbert van der Helle en Hendrick van der Helle of hun erfgenamen, die echter wel de helft van de dan verschuldigde heergewade dienen te betalen, evenals de helft van de onkosten vanwege het onderhoud van de dijk, de wegen en de weteringen;
c. Aangezien joffer Hendrick van den Waeter uit deze 7 morgen land een jaarlijkse pacht van 60 goudgulden van 28 stuvers Brabants per gulden kreeg, wat ieder jaar op Martin in den winter (11 november) betaald dient te worden, zal Machtelt die Wreede, vrouw van Jacob van Apeldoeren, dit bedrag ieder jaar, zolang joffer Hendrick van den Waeter, haar tante, leeft, aan haar betalen. 1 Charter
9 Henrick Swaneken, schout te Hasselt, verklaart in aanwezigheid van Arent van Zutphen en Cornelis van Steenwijck als gerichtslieden, dat Agnes van den Water, weduwe van Casijn van der Helle, met Derck van Angeren als haar momber, om na haar overlijden geen twist te laten ontstaan tussen Hendrik van der Helle, haar zoon enerzijds en de kinderen van wijlen Egber van der Helle, haar zoon, anderzijds, bij testament het volgende bepaald heeft:
a. Ter versterking van de huwelijksvoorwaarden, die tussen wijlen Egbert van der Helle, haar zoon en Mechtelt Muylert, zijn vrouw in den jaire tsoeventich lestleden (1570) opgemaakt zijn, bepaalt zij, dat de door haar na te laten goederen die in het gericht Hasselt gelegen zijn, gelijkelijk verdeeld dienen te worden tussen Hendrick van der Helle, haar zoon, en de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon;
b. De goederen, die Henrick van der Helle, haar zoon zal erven, dienen, indien hij kinderloos mocht overlijden, aan zijn naaste familieleden komen en niet aan de familie van zijn vrouw, wanneer hij mocht trouwen;
c. De helft van de door haar na te laten goederen, die aan de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon, komen, dienen van het ene kind op het andere te vererven en na hun overlijden ook weer te komen aan de leden van de familie, waaruit ze afkomstig zijn, en niet aan leden van de familie van moederzijde, of aan halfbroers of halfzusters, terwijl deze goederen beheerd dienen te worden door Herman van der Helle en Jacob van Apeldoern, tot de kinderen van wijlen Egbert van der Helle volwassen zijn;
d. Degene, die over dit testament ontevreden is, wordt onterfd en krijgt slechts 25 goudguldens als legitieme portie, maar Hendrick van der Helle mag na zijn overlijden zijn vrouw het vruchtgebruik laten. 1 Charter
10 Thiman de Goyer, schout te Swolle, verklaart in aanwezigheid van Arent van Sutphen en Cornelis van Steenwijck als gerichtslieden, dat Agnes van den Water, weduwe van Casijn van der Helle, met Derck van Angeren als haar momber om na haar overlijden geen twist te laten ontstaan tussen Henrick van der Helle, haar zoon, enerzijds en de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon, anderzijds bij testament het volgende bepaald heeft:
a. Ter versterking van de huwelijksvoorwaarden, die tussen wijlen Egbert van der Helle, haar zoon en Mechtelt Muylert, zijn vrouw in den jaire tsoeventich lestleden (1570) opgemaakt zijn, bepaalt zij, dat de door haar na te laten goederen die in het gericht Hasselt gelegen zijn, gelijkelijk verdeeld dienen te worden tussen Hendrick van der Helle, haar zoon, en de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon;
b. De goederen, die Henrick van der Helle, haar zoon zal erven, dienen, indien hij kinderloos mocht overlijden, aan zijn naaste familieleden komen en niet aan de familie van zijn vrouw, wanneer hij mocht trouwen;
c. De helft van de door haar na te laten goederen, die aan de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon, komen, dienen van het ene kind op het andere te vererven en na hun overlijden ook weer te komen aan de leden van de familie, waaruit ze afkomstig zijn, en niet aan leden van de familie van moederzijde, of aan halfbroers of halfzusters, terwijl deze goederen beheerd dienen te worden door Herman van der Helle en Jacob van Apeldoern, tot de kinderen van wijlen Egbert van der Helle volwassen zijn;
d. Degene, die over dit testament ontevreden is, wordt onterfd en krijgt slechts 25 goudguldens als legitieme portie, maar Hendrick van der Helle mag na zijn overlijden zijn vrouw het vruchtgebruik laten. 1 Charter
11 Gerryt van Holthe, waarnemer van de schout van Dalfzzen, verklaart in aanwezigheid van Gijsbert Johans en Lambert Henricsen als gerichtslieden, dat voor Johan Rensinck, onderschout te Dalfzzen, Agnes van den Water, weduwe van Cosijn van der Helle, met Derck van Angeren als haar momber verschenen is, die om na haar overlijden geen twist te laten ontstaan tussen Henrick van der Helle, haar zoon, enerzijds en de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon, anderzijds bij testament het volgende bepaald heeft:
a. Ter versterking van de huwelijksvoorwaarden, die tussen wijlen Egbert van der Helle, haar zoon, en Mechtelt Muylert, zijn vrouw in den jaire tsoeventich lestleden (1570) opgemaakt zijn, bepaalt zij, dat de door haar na te laten goederen die het gericht Hasselt gelegen zijn, gelijkelijk verdeeld dienen te worden tussen Hendrick van der Helle, haar zoon, en de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon;
b. De goederen, die Henrick van der Helle, haar zoon zal erven, dienen, indien hij kinderloos mocht overlijden, aan zijn naaste familieleden komen en niet aan de familie van zijn vrouw, wanneer hij mocht trouwen;
c. De helft van de door haar na te laten goederen, die aan de kinderen van wijlen Egbert van der Helle, haar zoon, komen, dienen van het ene kind op het andere te vererven en na hun overlijden ook weer te komen aan de leden van de familie, waaruit ze afkomstig zijn, en niet aan leden van de familie van moederzijde, of aan halfbroers of halfzusters, terwijl deze goederen beheerd dienen te worden door Herman van der Helle en Jacob van Apeldoern, tot de kinderen van wijlen Egbert van der Helle volwassen zijn;
d. Degene, die over dit testament ontevreden is, wordt onterfd en krijgt slechts 25 goudguldens als legitieme portie, maar Hendrick van der Helle mag na zijn overlijden zijn vrouw het vruchtgebruik laten. 1 Charter
16 Peter Mulert en Jacob van Appeltoren als scheidslieden namens Henrick van der Hell enerzijds en Erenst van Ittersum als scheidsman namens Casijnn vann Hell, Mechtelt vann Hell en Elizabeth vann Hell, broer en zusters, kinderen van wijlen Egbertt van der Hell en Mechtelt Muilertz, anderzijds inzake hun geschul over de nalatenschap van Casijnn van der Hell de oude en Agnes van denn Water, respectievelijk hun ouders en grootouders, en de nalatenschap van Henrica van denn Water, hun tante en oudtante hebben het volgende bepaald:
a. Henrick van der Hell dient te krijgen:
I. Het erve en goed, dat in het gericht van Nijkercken in het land van Gelre gelegen is en waar Willem Jacobs meier was;
II. Een jaarrente van 38 goudgulden min een oirt, gaande uit de tijnzen en domeinen op de Veluwe;
III. De helft van 6 morgen land, waarvan de andere helft aan Jacob van Appeltorrenn toebehoort en die in de Voorsterslach bij Westenholterbrug gelegen zijn;
IV. 1/4 van 181/2 morgen land waarvan de helft van Jacob van Appeltorenn toebehoort aan de kinderen van wijlen Egbert van der Hell en die in drie gedeelten in de Hasselterslach van Mastebroek gelegen is;
V. Een deel van de hof, die afkomstig is van de erfgenamen van Herman Ubbing en die buiten de Sassenpoorte gelegen is en ten dele ook aan Jacob van Appeltorenn toebehoort;
VI. De helft van 31/2 morgen land en de helft van 1/3 van een halve morgen land, waarvan de andere helft aan de kinderen van wijln zijn broer toebehoort, afkomstig van de erfgenamen van --- Spuel en die te Oisterholt gelegen zijn;
VII. De helft van een jaarrente van 10 goudgulden, gaande uit het goed van Haefkenn tho Verwolde, dat te Emme gelegen is en waarvan de andere helft aan de kinderen van wijlen zijn broer toebehoort;
b. Casijn van der Hell, Mechtelt van der Hell en Elizabeth van der Hell dienen te krijgen:
I. Het huis, dat bezwaard is met een jaarrente van 20 goudgulden en dat achter het Rijcke Fraterhuis aan de Blijmer

Kenmerken

Datering:
1540 - 1602
Toegang:
Berkenvelder, F.C., Seekles, J.J., Helle, familie Van der, 1540 - 1602, Zwolle (1999).
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Opmerkingen:
Zolang er geen vindplaatsen gekoppeld zijn aan inventarisnummers 2-19 zijn deze stukken niet aanvraagbaar via de website voor inzage op studiezaal of als scanverzoek. Neem contact op met de studiezaal voor inzage of een scanverzoek.
Bijzonderheden:
Oud: FA005.