Uw zoekacties: Huize Soeslo te Zwollerkerspel

1163 Huize Soeslo te Zwollerkerspel ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De geschiedenis van huize 'Soeslo' te Zwollerkerspel
2. De familie Van Nes van Meerkerk te Zwolle
1163 Huize Soeslo te Zwollerkerspel
Inleiding
2.
De familie Van Nes van Meerkerk te Zwolle
Over het geslacht Van Nes (Van Nes van Meerkerk) is in de genealogische literatuur weinig bekend. Sinds de publicatie van een verkorte stamreeks van het protestantse geslacht Van Nes in de 3e jaargang (1912) van het Nederlandsch Patriciaat *  . zijn geen belangwekkende artikelen meer verschenen. Een wat verlate reactie leverde R.T. Muschart in 1953 toen hij meldde, dat het familiewapen wijzigingen behoefde. Nadien volgde nog in 1969 een korte levensbeschrijving van de broers Mr. Jacob Gerard en Mr. Evert Rein van Nes, ambachtsheren van Meerkerk, in Van der Aa's Biografisch Woordenboek *  . Naar alle waarschijnlijkheid is het Dr. C.H. Ebbinge Wubben geweest die de aanzet heeft gegeven tot de publicatie van de stamreeks in het Nederlandsch Patriciaat. Ter voorbereiding van een artikel in de Nederlandsche Leeuw van oktober 1911 *  had Ebbinge Wubben zich al in 1909 tot Jacob Gerard van Nes van Meerkerk in Zwolle gewend met een verzoek om inlichtingen. Het antwoord van Van Nes van Meerkerk is niet bekend, vermoedelijk heeft hij de benodigde gegevens verstrekt.
In 1947 verzocht H.W.M. van der Wijck toestemming om de bij Jacob Evert van Nes van Meerkerk aanwezige familieportretten te mogen fotograferen. Het betrof de portretten van Ds. J. van Nes en diens vrouw J.M. van Erkelens, alsmede die van J. van Nes (van Meerkerk) en C. Nieuwenhuis. Een reactie hierop is niet bewaard gebleven. Als stamvader van de familie Van Nes van Meerkerk kan Jacob van Nes worden beschouwd. Hij werd geboren te Utrecht op 5 december 1732 en overleed aldaar op 30 april 1803. Bijzetting vond plaats in het familiegraf in de St. Janskerk te Utrecht. Volgens Ebbinge Wubben werd Van Nes door aankoop eigenaar van de heerlijkheid Oucoop (1 augustus 1768) en de heerlijkheid Meerkerk (23 november 1770). Wanneer de famililenaam van Nes van Meerkerk is ontstaan, is niet bekend. Vermoedelijk pas aan het begin van de negentiende eeuw.
Op 10 mei 1848 vond te Zwolle het huwelijk plaats tussen Jacob Evert van Nes van Meerkerk en Gerharda Anna Elisabeth Royer. De 30-jarige susbstituut-griffier bij het Provinciaal Gerechtshof van Overijssel zal zich vermoedelijk kort vóór 1848 in Zwolle hebben gevestigd. De zeven kinderen, drie jongens en vier meisjes, werden allen in Zwolle geboren. Het jonge gezin betrok (in 1859) een huis aan de Sassenpoortenwal en bewoonde daarna nog huizen aan het Potgietersplein en de Wilhelminasingel. In datzelfde jaar (1859) stierf in Utrecht oom Jacob Gerard van Nes, heer van Meerkerk. De scheiding en deling van diens nalatenschap vond in 1860 plaats. Jacob Gerard van Nes bezat 2/3 gedeelte van de in de provincie Zuid-Holland gelegen heerlijkheid Meerkerk. Deze heerlijkheid, gelegen in het land van Vianen, bestond uit de polders Middelbroek, Blommendaal en Quakernaak en kende een aantal heerlijke rechten:
a. het recht van jacht;
b. het recht van de grove, smalle, krijtende en bijentienden;
c. het tolrecht op de grote weg, gelegen in het gebied van het Waterschap "De Zederik".
Het ander 1/3 deel behoorde toe aan zijn broer, Mr. Evert Rein van Nes van Meerkerk. Uit deze nalatenschap ontving Mr. Jacob Evert van Nes van Meerkerk een zilveren presenteerblad. Het 2/3 gedeelte van de ambachtsheerlijkheid Meerkerk werd voor f. 14.000,-- gulden verkocht aan zijn broers en zusters. Blijkbaar stelde Mr. Jacob Evert van Nes van Meerkerk geen belang in de inkomsten uit de heerlijkheid. Na het overlijden van zijn schoonvader Mr. Willem Hendrik Royer in 1867, werd bij akte van scheiding en deling d.d. 7 januari 1868 zijn vrouw, Gerharda Anna Elisabeth Royer, eigenaresse van het landgoed "Soeslo" in de gemeente Zwollerkerspel. Ook verschillende obligaties, aandelen en andere waardepapieren kwamen in haar bezit. Ruim 15 jaar later, op 15 oktober 1882, overleed Mr. Jacob Evert van Nes van Meerkerk. Hij werd bijgezet in het familiegraf Royer op de Algemene Begraafplaats te Zwolle. Gerharda Anna Elisabeth Royer overleed op hoge leeftijd in 1917. De verdeling van haar nalatenschap, bestaande uit onroerende goederen en effecten, vond plaats in 1918.
De onroerende goederen vielen toe aan haar zoon Jacob Gerard en haar dochter Johanna Aleida Engelina, die was gehuwd met Mr. Carel Baron de Vos van Steenwijk. De effecten en waardepapieren werden verdeeld onder de andere broers en zusters. Samen met zijn twee ongehuwde zusters, Maria Gerharda Debora en Jacoba Everdina, bleef Jacob Gerard van Nes van Meerkerk in Zwolle wonen. Op 11 december 1917 had hij de ouderlijke woning aan de Wilhelminasingel 1 aangekocht. Zijn zusters betrokken het pand Wilhelmina-singel 4. Hij begon zijn maatschappelijke loopbaan als commies bij de Posterijen. Als opvolger van J.C. Staal werd hij in de raadsvergadering van 25 februari 1884 benoemd tot gemeente-ontvanger van Zwolle. De eed daartoe legde hij af op 24 maart 1884. Ruim 12 jaar behartigde hij de financiële belangen van de gemeente Zwolle. Tijdens de raadsvergadering van 23 december 1895 werd een brief van Van Nes van Meerkerk behandeld, waarin hij verzocht om per 1 maart 1896 te mogen worden ontslagen. Zijn ontslag uit de betrekking van gemeente- ontvanger hield verband met zijn intrede als vennoot in de bankiersfirma van Esch en Co. te Zwolle. Samen met de kassier en de commissionair in effecten L.J. Vos de Waal had van Nes van Meerkerk bij notariële akte, verleden voor notaris C.B.H. Royer, d.d. 31 december 1895, de firma "Van Esch en Co." opgericht.
Ruim 25 jaar maakte Van Nes van Meerkerk als vennoot deel van deze bankfirma uit. Op 31 december 1920 werd bij openbare kennisgeving gemeld, dat Van Nes van Meerkerk het verlangen had kenbaar gemaakt om per 1 januari 1921 uit de firma te treden. Zijn plaats werd ingenomen door P.W.H.J. Vos de Wael. Vanwege zijn deskundigheid in financiële aangelegenheden werd Van Nes van Meerkerk meermalen gevraagd voor commissariaten. Zo was hij vanaf 1908 tot aan zijn overlijden in 1931 commissaris van de Overijsselsche Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij en tot 1928 van de Eerste Onderlinge Aannemers- en Zwolsche Verzekeringsmaatschappij. Het jaar 1895 was in vele opzichten een belangrijk jaar. Tijdens het Koninklijk bezoek aan Zwolle in september 1895 fungeerde Van Nes van Meerkerk als commandant van de erewacht. De leden ontvingen na afloop van de festiviteiten zilveren en bronzen medailles, terwijl het Erewachtvaandel werd aangeboden aan het museum van de Vereniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (het huidige Provinciaal Overijssels Museum). Tevens gold Van Nes van Meerkerk als één van de oprichters van de Vereniging Stadsevangelisatie in 1886. Bij de viering van het 25-jarig bestaan van deze vereniging in 1911 was hij als eregast aanwezig. Jacob Gerard van Nes van Meerkerk overleed op huize "Soeslo" op 24 juli 1931. De Zwolsche Courant van 25 juli 1931 publiceerde een korte levensbeschrijving, waarin hij werd gekenschetst als een zeer beminnelijk en uiterst voorkomend persoon die er een eer in stelde anderen van dienst te zijn. Kenmerkend voor de persoon en levenshouding van Van Nes van Meerkerk was wel de navolgende anekdote, die beschreven staat in een brief van H.G. Nieuwenhuis, d.d. 8 januari 1917:
"U was ontvanger der gemeente Zwolle en hield kantoor op het Aa-plein. Ik was nog een jongetje, hoe oud weet ik niet meer. Vader moest belasting betalen, kreeg een dwangbevel, maar kon niet. Ik moest met een briefje naar U. De inhoud van het briefje wist ik niet, doch zal wel een verzoek om uitstel zijn geweest. U schreef op een papiertje: "een man, een man, een woord, een woord", daarmede bedoelende dat vader op den beloofden datum werkelijk moest betalen. Ik begreep den zin van die woorden toen niet en bracht de boodschap die U er mondelijk bij gaf verkeerd over en zei dat dadelijk betaald moest worden. Vader was ongerust, had geen geld en zelfs niet voldoende eten voor ons kinderen. Hij ging persoonlijk naar U en ... kwam met geld en eten thuis. U hadt dat gegeven. Zoo zijn er meer dingen. Het zal toch niet vreemd zijn, als ik zeg steeds met groote achting en waardeering aan U te hebben gedacht ...."
Scheiding en deling van de nalatenschap van J.G. van Nes van Meerkerk vond plaats ten overstaan van notaris D.L. Uyt den Bogaard te Nieuwleusen op 23 mei 1932. Bij testament d.d. 9 maart 1926, verleden voor notaris A.M. Schaafsma te Zwolle, had van Nes van Meerkerk bepaald dat aan zijn zoon Jacob Evert alle onroerende goederen in Zwolle en Zwollerkerspel dienden te komen. Jacob Evert van Nes van Meerkerk werd geboren op 30 mei 1903. Hij was de enige zoon uit het op 6 februari 1902 te 's-Gravenhage gesloten huwelijk tussen Jacob Gerard van Nes van Meerkerk en Jkvr. Frederique Goverdina Gravin van Limburg Stirum. Na het behalen van zijn diploma Boekhouden werkte J.E. van Nes van Meerkerk in de jaren 1926-1927 bij de Amsterdamsche Bank te Amsterdam. Sinds 1931 hield hij zich als hoofdingeland en heemraad van diverse waterschappen bezig met de waterstaatkundige ontwikkeling van Overijssel. Daarnaast werd hij geregeld gevraagd om vermogens van derden te beheren. Na verkoop van het landgoed "Soeslo" in 1964 aan de gemeente Zwolle vertrok J.E. van Nes van Meerkerk rond 1969 naar 't Harde in de gemeente Doornspijk.
3. Verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Datering:
(1762) 1834 - 1968
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
1,36 m
Toegang:
Seekles, J.J., Inventaris van het archief van Huize Soeslo te Zwollerkerspel, (1762) 1834 - 1968, Zwolle (1992 (2018)).
Bijzonderheden:
Oud: HA004.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie:
Archiefvormer(s):