Uw zoekacties: Doopsgezinde gemeente te Zwolle

1152.1 Doopsgezinde gemeente te Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De geschiedenis van de Doopsgezinde Gemeente te Zwolle over de periode 1863-1935 onderscheidt zich niet door grote gebeurtenissen. De grens tussen oud- en nieuw-archief is destijds denkelijk gekozen naar de perioden waarover de resolutieboeken zich uitstrekken. In genoemd jaar 1863 begint namelijk een nieuw resolutien-boek. Bij het in bewaring geven van het oud-archief zijn nog verschillende losse stukken in het kerkgebouw achtergebleven, die thans na de inventarisering van het nieuw-archief in het oud-archief konden ingevoegd worden. Het karakter van het gemeentelijk leven der Doopsgezinden in de tijd van 1863 tot 1935 wordt steeds meer van vrijzinnige aard, hoewel dit aan het gemeentelijk leven in het algemeen geen afbreuk doet. Wel heeft men in deze jaren, vooral tijdens de ambtsperiode van Ds. A.G. van Gilse te strijden tegen een sterk verminderd kerkbezoek. Op andere wijze wordt dan het gemeenschapsgevoel bevorderd door het organiseren van meer cultureel ingestelde avondbijeenkomsten, stimulering van het jeugdwerk en gemeentedagen in landelijk verband.
De predikanten in deze tijd zetten hun eigen stempel op het kerkelijk leven. In 1867 wordt Ds. J. Kerbert van Hoorn beroepen, in 1884 opgevolgd door Ds. S. Cramer, die de gemeente slechts tot het jaar 1890 dient, in welk jaar hij tot hoogleraar aan de kweekschool der Algemeen Doopsgezinde Sociëteit te Amsterdam wordt benoemd. Het is vervolgens Ds. A.G. van Gilse, die van 1890 tot 1920 als predikant te Zwolle staat. Verschillende initiatieven gaan van hem uit, o.m. het zgn. Van Gilsfonds, dat na werkzaamheden van de orgelcommissie leidt tot het aanschaffen van een voor de kerkruimte berekend pijporgel. Na de vacature-periode van twee jaar gaat de gemeente een bloeitijd tegemoet onder leiding van Ds. W.H. Toewater, die o.m. een maandblad opricht, contact legt met de Vrijzinnige Christelijke Jongeren Kring, werkzaam is voor de Vereniging "Kerk en Vrede" en in landelijk verband bevordert de oprichting van het Broederschapshuis. De losse stukken tot na zijn overlijden zijn in dit nieuw-archief opgenomen. Het gemeente-leven concentreert zich ook thans rond enkele op de voorgrond tredende, intens meelevende kerkeraadsleden, terwijl de familie Doyer niet meer zulk een overheersende plaats inneemt.
Van deze geschiedenis is vrij volledig een beeld op te bouwen uit de nog aanwezige archivalia. De toestand, waarin het nieuw-archief in 1953 werd aangetroffen, mocht niet de illusie wekken, dat van een volledigheid sprake kon zijn. De activiteit van de nieuwe archiefcommissie voor de Doopsgezinde Gemeenten was oorzaak, dat dit nieuw-archief naar het Rijksarchiefdepôt werd overgebracht. Wel werd echter voor de overbrenging een voorlopige schifting gemaakt. Publicaties van algemene en landelijke aard werden gezonden naar de Bibliotheek der Algemeen Doopsgezinde Sociëteit te Amsterdam. Van de nog niet aanwezige "kerkboeken" werd van iedere uitgave een exemplaar aan het nieuw-archief toegevoegd. Naast de resolutie- boeken van kerkeraads- en broederschapsvergaderingen werd door de scriba, de heer J. de Jong Hzn. en mej. M.J.S. Uhlmann een serie plakselboeken aangelegd, waarin alle publicaties over de activiteit van de Doopsgezinde Gemeente over de jaren 1925-1935 werden bijgehouden. Hoewel deze delen in strikte zin geen archiefstukken genoemd kunnen worden, zijn ze toch in het nieuw-archief opgenomen als een welkome aanvulling van de resolutie-boeken. Het eigen karakter van de Doopsgezinde Broederschap brengt zulk een afwijken van de regel met zich mee, terwijl bovendien de "Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven" niet in de leemte voorziet bij de opbouw van een inventaris van een kerkelijke corporatie.
Ook moest bij de afdeling "Gegevens betreffende de lidmaten" een andere regel worden gevolgd. Het huwelijksboek over de jaren tot 1923 was reeds in het oud-archief ondergebracht (cf: Wijnbeek, D.: Inventaris der Doopsgezinde Gemeente te Zwolle, inv.no.5, lidmatenregister van de Doopsgezinde Gemeente, tevens trouwboek 1796-1923). Het begrip attestatie moest ook ruimer worden opgevat. In chronologische volgorde zijn bij de attestaties ook gevoegd berichten van meer particulier karakter, zoals overlijdensberichten, ingekomen stukken betreffende opzegging van zit-plaatsen. Bij de afdeling ingekomen stukken werden de bescheiden betreffende de inventarisering van het oud-archief gevoegd. Vooral de afdeling betreffende de voorzanger onderging bij de inventarisering van het nieuw-archief een grote verandering. Deze functie werd afgeschaft en na zich lange jaren tevreden te hebben gesteld met een huis-orgel oftewel "melodium", dat in 1874 werd vernieuwd, ging een los van de kerkeraad staande commissie over tot de inzameling voor een volwaardig kerk-orgel (1906- 1912). Om de organische opbouw van de inventaris niet te verbreken, werden de stukken betreffende de organist en zijn concordans op de verschillende liederenbundels, waarin gelukkig in deze tijd meer centralisatie kwam, ook bij deze afdeling gevoegd, evenals de verschillende edities van de Doopsgezinden liederenbundels, o.m. de zgn. Zwolse bundel, of "vervolg van Christelijke Gezangen in gebruik bij de Doopsgezinde Gemeente te Zwolle". Het auteurschap van de verschillende liederen is helaas niet meer na te gaan.
Het kerkgebouw zelf onderging alleen in de jaren 1868-1869 een ingrijpende verbouwing door de vernieuwing van de kap van het kerkgebouw. In deze tijd werd weer gastvrijheid verleend door de Waalse Gemeente, evenals tijdens de verbouwingen in 1847-1856. Van huizen in bezit bij de Doopsgezinde Gemeente is thans geen sprake meer, terwijl ook de grafrechten werden overgedaan aan de burgerlijke gemeente. De scheiding tussen diaconie-fonds en kerkfonds is als steeds bij de Doopsgezinden niet zuiver te trekken. Daar de Diaconie steeds de meest vooraanstaande plaats inneemt, is de voorrang verleend aan het armenfonds. Zo worden vrijwel steeds bijdragen voor het kerke- en armenfonds op één formulier vermeld. Ditzelfde geldt van de kasboeken van deze fondsen, die voor het merendeel in één deel zijn samengevoegd en dientengevolge te vinden zijn onder de afdeling financiën, wat de meest bevredigende oplossing was voor de ordening van deze archivalia. Aan de arbeid van de fondsen, waaronder het verhogingsfonds voor het tractement van Doopsgezinde Leraren, wordt in deze periode meer aandacht besteed en een scherper doorgevoerde landelijke centralisatie is merkbaar.
Overeenkomstig het proces-verbaal, opgemaakt bij het in bruikleen geven van dit archief, is de bepaling gemaakt door de Kerkeraad van de Doopsgezinde Gemeente, dat de stukken eerst vijftig jaren na overdracht voor het publiek toegankelijk zijn. Tegelijk met de overbrenging van het nieuw-archief naar het Rijksarchief-depot, werden de geboorte-registers over 1774-1836, 2 delen en het lidmaten- en trouwboek, 1696-1865 (1923) met officiële toestemming van de kerkeraad bij de retroacta van de burgerlijke stand in Overijssel geplaatst. In de kerkeraadskamer zijn bewaard gebleven de archivalia van de Doopsgezinde Gemeente te Zwolle na het jaar 1933.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1863 - 1935
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
2,60 m
Toegang:
Wijnbeek, D., Inventaris van het archief van de Doopsgezinde Gemeente Zwolle, 1863 - 1935, Zwolle (z.j.).
Bijzonderheden:
Oud: KA081.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.