Uw zoekacties: Commissie voor geestelijke en morele herbewapening

1068 Commissie voor geestelijke en morele herbewapening ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In september 1938 ontstond in Engeland een actie, die tot doel had het Engelse volk innerlijk sterk te maken en een betere verstandhouding te scheppen tussen de volkeren. Deze actie sloeg over naar ons land en in haar radiorede van 27 januari 1939 riep koningin Wilhelmina op tot geestelijke en morele herbewapening.
Breda was één van de eerste Nederlandse steden waar een actie voor een nieuwe en betere wereld werd gestart. In zijn toespraak tot honderden belangstellenden zei burgemeester van Slobbe:
" De tijden zijn zorgwekkender dan in de dagen toen de Turken voor de poorten van Europa stonden, dan ten tijde van de algeheele hervormingen en gedurende de Fransche revolutie. Want thans staan twee ideologieen tegenover elkaar. Thans is het deze strijd, die een geest van misverstand, van angst en vrees, van wantrouwen brengt. Ook in ons land heerscht er een geest van angst, van moedeloosheid.
Wij ondervinden de ernstige gevolgen van den voorbijen wereldoorlog. Wij zijn vastgeraakt in het moeras van zelfzucht, van onverschilligheid. Wij zijn erin geraakt door de lauwheid van onze Christelijke beginselen.
Uit dat moeras moeten we! We moeten ons aaneensluiten tot een geestelijk krachtig volk!!"
Ook in Zwolle werd de oproep van H.M. de Koningin ernst genomen. De burgemeester van Zwolle had op 31 januari 1939 een circulaire laten uitgaan, waarin de doelstelling van de actie nader omschreven stond:
" . ., Daarom zal het Uw aller instemming hebben dat ook in onze gemeente moet worden getracht onze door de crisis getroffen medeburgers zooveel mogelijk te helpen in hun materiële moeilijkheden opdat daardoor een nieuwe geestesgesteldheid ten opzichte van de morele en geestelijke moeilijkheden van deze tijd wordt bevorderd."
Onder leiding van burgemeester A. van Walsum vond op 6 februari 1939 een vergadering plaats met afgevaardigden van 64 organisaties en verenigingen, die besloot tot het instellen van een viertal commissies die de denkbeelden van koningin Wilhelmina tot uitvoering moesten brengen:
1. De hoofdcommissie, die belast werd met de propaganda, inzameling van gelden en uitvoering van werken. Als voorzitter werd aangezocht burgemeester van Walsum.
2. De commissie voor persoonlijk contact.
Zij zal trachten voor elk gezin dat daaraan behoefte heeft een raadsman te vinden. Zulk een raadsman moet nagaan of het bedrijfje van bv. kleine zelfstandigen niet zodanig gereorganiseerd kan worden, dat het een bestaan oplevert.
3. De commissie voor "het Brokkenhuis."
Zij zal trachten na te gaan of het mogelijk is alhier een zgn. brokkenhuis te exploiteren en in te richten. Het doel van een brokkenhuis is om verschillende nog bruikbare, doch beschadigde goederen te verzamelen, te repareren en wederom te verkopen.
4. De commissie voor instelling van huishoudcursussen.
Zij zal nagaan of er behoefte bestaat aan een huishoudcursus voor gehuwde vrouwen en volwassen meisjes. Zo nodig zal ze die cursus opzetten.
De uitvoering van al deze activiteiten kosten echter geld, vandaar dat men zich in maart 1939 tot de inwoners van Zwolle richtte om via een eenmalige bijdrage aan de benodigde fondsen te geraken. Deze via zgn. intekenlijsten gehouden collecte leverde een bedrag van f 3487,99 op, dat later door andere bijdragen opliep tot ruim 5600 gulden. Na aftrek van onkosten resteerde een bedrag van f 5399,68.
Uit de verslagen van de door de Hoofdcommissie gehouden vergaderingen blijkt, dat men deze gelden had willen gebruiken om de navolgende werkverschaffingsprojecten te financieren:
a) noodzakelijke reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan huizen van middenstanders. (voorstel Wieringa)
b) inrichting van een dierenasyl. (voorstel Tjeenk Willink)
c) bouw van een nieuw stadhuis. (voorstel Lansink)
d) aanleg stadspark en restauratie van oude gebouwen. (voorstel van Eek)
Tijdens de vergadering van 14 juli 1939 werd besloten accoord te gaan met het voorstel Van Eek en 4500 gulden ter beschikking van het gemeentebestuur te stellen voor het gereedmaken van het terrein tussen de Parkweg en het park Eekhout voor de te plaatsen muziektent ten behoeve van aldaar te houden muziekuitvoeringen.
Aan de commissies voor het brokkenhuis en voor het persoonlijk contact werd bericht dat geen gelden beschikbaar konden worden gesteld, aangezien de hoofdcommissie die aan bovengenoemd doel wenstte te besteden.
Het aanbod werd echter-om verschillende redenen-op 24 november 1939 door het College van B en W afgewezen.
Zodoende besloot de hoofdcommissie in haar vergadering van 22 februari 1940 om de gelden ter beschikking te stellen voor individuele hulpverlening aan zeer bijzonder gevallen, waarbij ieder geval nauwkeurig diende te worden bekeken en beoordeeld.
Aan het eind van dat jaar werden de nog resterende gelden verdeeld onder de Buitenschool Herfte, de Vereniging Nazorg Buitengewoon Onderwijs, het Brokkenuis en de diaconieën en armbesturen van de diverse kerkgenootschappen.
De laatste vergadering van de hoofdcommissie vond plaats op 19 december 1940. Het financieel verslag van de penningmeester werd goedgekeurd en aan de secretaris werd opgedragen om publiekelijk bekend te maken dat de commissie tot geestelijke en morele herbewapening haar activiteiten had beëindigd.
1. Het archief
Inventaris
2 Agenda's, vergaderstukken en notulen van de vergaderingen van de hoofdcommissie, 1939, 1940.
1068 Commissie voor geestelijke en morele herbewapening
Inventaris
2
Agenda's, vergaderstukken en notulen van de vergaderingen van de hoofdcommissie, 1939, 1940.
Datering:
1939, 1940.
Omvang:
1 omslag

Kenmerken

Datering:
1939 - 1940
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
0,12 m
Toegang:
Seekles, J.J., Inventaris van het archief van de Commissie tot Geestelijke en Morele Herbewapening te Zwolle, 1939 - 1940, Zwolle (1986).
Bijzonderheden:
Oud: CA002.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.