Uw zoekacties: Zwolse Huisartsenvereniging

0942 Zwolse Huisartsenvereniging ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Dit archief is voortgekomen uit de "Vereeniging tot behartiging van de belangen van de huisartsen in de stad Zwolle"; het eerste vergaderverslag dateert van 9 februari 1929, en de Vereeniging werd, blijkens de authorisatie handtekeningen van het dagelijks bestuur der Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst op 28 juli 1931 als zodanig erkend. De naam van de Vereeniging wordt afgekort tot "Vereeniging van Zwolsche Huisartsen" en zal na de oorlog voornamelijk als PHV (Plaatselijke Huisartsen Vereniging) worden aangeduid.
De vereniging bestaat, merkwaardig genoeg, vanaf het begin al uit leden en ereleden. Het eerste erelid is echter pas benoemd in 1971, collega Gerritsen, die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt bij het opstellen van vacantieregelingen en gedragsregels voor huisartsen.
Bij de oprichting van de Vereeniging was het begrip 'huisarts' eigenlijk nog niet bekend: de praktiserende geneesheren noemden zich meestal arts, of deftig: med. drs. arts; de tijd dat iedere medicus zijn studie plachtte af te ronden met een promotie tot medicinae doctor was in 1928 voor de gewone praktiserende dokter verleden tijd. Specialisten plachten nog wel te promoveren, maar ook hun aantal neemt vanaf de jaren dertig steeds meer af.
Wat precies de belangen zijn die in artikel 2 van dit reglement worden genoemd is niet nader gespecificeerd. Uit de later volgende jaarverslagen en de notulen van de, meestal eenmaal per kwartaal gehouden vergaderingen komt naar voren dat het vooral gaat om de onderlinge verhoudingen, het voor elkaar waarnemen bij afwezigheid, het bemiddelen bij conflicten tussen beroepsbeoefenaars en anderen (apothekers, overheid in de oorlog) en vooral de materiële zaken: de tarieven die aan particulieren (in het begin 7 tariefklassen!) en aan de zieknfondsen moeten worden berekend.
In Zwolle bestonden al van uit de vorige eeuw zogenaamde ziekenbussen: een soort collectieve verzekering tegen loonderving en dokterskosten voor bepaalde groepen werknemers, vaak met steun van de werkgever. Rond de eerste wereldoorlog kwam hier verandering in en ontstonden grotere zieken "fondsen" die zich in het begin nogal strijdlustig opstelden tegenover de praktiserende dokters. Deze gingen er toe over, gestimuleerd door het beleid van de Maatschappij Geneeskunst om de zogenaamde Maatschappijziekenfondsen op te richten; waarin de meerderheid van het bestuur bestond uit artsen en de minderheid uit de meestal uit socialistische hoek komende vakbondsbestuurders.
In het bestaan van de Zwolse huisartsen komen deze ziekenfondsproblemen regelmatig terug, naast kleine plaatselijke strubbelingen zijn de twee grote conflictperiodes rond 1952 en 1966 memorabel. In beide gevallen kwam het bijna tot een staking van de medewerking aan "het ziekengfonds", waarbij ook aan medische zijde steunfondsen werden opgericht voor hulp aan collegae die door deze strijdsituatie hun financiële verplichtingen niet meer na konden komen.
Hiernaast blijkt vooral de onderlinge relatie steeds weer een belangrijk vergaderonderwerp. Waarneming bij afwezigheid en het instellen van een zondagsdienst (inderdaad alléén voor de zondag!) waren nieuwigheden waarover lang en diepgaand werd vergaderd. De weekenddienst in zijn huidige vorm dateert eigenlijk pas van ná de oorlog, en de avondwaarneming was tot 1970 nauwelijks geregeld: men sprak onderling de waarneming af wanneer men een avond naar de schouwburg ging. Een zomervacantie van twee weken was voor de oorlog al een luxe, en de eerste huisarts die het waagde om in de drukke wintertijd (griep!) naar de wintersport te gaan werd daarover vele malen onderhouden. Zoiets dééd men eenvoudig niet.
De wetenschappelijke na- en bijscholing van de huisartsen werd in Zwolle in eerste instantie verzorgd door de voordrachten op de Kring (afdelings-) vergaderingen van de KNMG, die behalve in de zomer, maandelijks plaats vonden. Na de oorlog kwam de nadruk vooral te liggen op de klinische demonstraties, die door de ziekenhuis-specialisten om de veertien dagen en later wekelijks werden gehouden, bij toerbeurt in de beide ziekenhuizen. Hiernaast ontstond een verschuiving naar artsen dagen, waarbij in een parallelcursus op twee weekdagen de huisartsen in twee groepen in een omgeving waar ze nu eens niet gestoord konden worden door spoedoproepen hun wetenschap op peil konden houden. Men zie hierover de inleiding in stuk 15, over de vergaderingen van de Zwolse huisartsen.
De Vereniging is in de jaren 80 opgegaan in een regionale huisartsen vereniging en heeft het locale karakter verloren, hoewel er nog steeds een jaarlijkse nieuwjaarsbijeenkomst bestaat voor het bijhouden van de onderlinge contacten.
Het archief beslaat ruim 1 meter en is openbaar.
Inventaris
7 Brief dd. 26 maart van collega A.E. Marcus over de kwalijke bejegening hem geworden na terugkeer uit zijn onderduikperiode. Collega Aalders had zijn praktijk "voortgezet" en zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden, 1953.
0942 Zwolse Huisartsenvereniging
Inventaris
7
Brief dd. 26 maart van collega A.E. Marcus over de kwalijke bejegening hem geworden na terugkeer uit zijn onderduikperiode. Collega Aalders had zijn praktijk "voortgezet" en zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden, 1953.
Datering:
1953.

Kenmerken

Datering:
1929 - 1984
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
1,m
Toegang:
Kam, B.J., Plaatsingslijst van het archief van de Zwolse Huisartsenvereniging, 1929 - 1984, Zwolle (2000).
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie:
Archiefvormer(s):