Op 18 april 1910 werd ten huize van J.Kramer, gelegen in de Groenestraat te Zwolle, een bouwvereniging opgericht. De vereniging bestond slechts uit 10 leden, tw. B. Holleboom, G. Bruins, J. Kramer, H. Ester, J. van Spijker, H. de Weerdt, G. Fokkens, J.J. van Dijk, J.L. Lier en H.Gunneman. Het doel van de vereniging werd door Holleboom nader uiteengezet: "Aan lieden uit de arbeidende klasse soliede en goedkope woningen verstrekken". Men trachtte dit doel te bereiken door geld te lenen. Het benodigde kapitaal voor aankoop van gronden en aanbouw van huizen diende te worden verkregen uit geldleningen ten laste van de vereniging, terwijl het kapitaal zou worden afgelost uit de huuropbrengsten. Ondanks wat problemen om het benodigde kapitaal bijeen te brengen (bijna was men al op 24 juni 1910 tot ontbinding overgegaan!), slaagde men er toch in voldoende financiële middelen te verwerven; toegezegd werd een bedrag van 8.750 gulden (17½ aandeel à 500 gulden). Dit was niet voldoende om de bouwkosten ad. 26.000 gulden te dekken, zodat voor een bedrag van 17.500 een hypotheek werd opgenomen. Het bouwen van de 10 huizen met erven en tuinen aan de Eendrachtstraat en Bloemstraat werd op 16 augustus 1910 gegund aan de aannemer W. van de Bos, die ook de huizen had gebouwd van de bouwvereniging "Ons Streven". De bouw van deze woningen was in april 1911 voltooid.

Ruim 25 jaar later werd tijdens de ledenvergadering van 14 maart 1936 het voornemen tot liquidatie bekendgemaakt. Aanwezig op die vergadering was notaris Willemse, die een korte uiteenzetting gaf van de te volgen procedure. Alle leden spraken zich vervolgens uit voor ontbinding van de vereniging en verkoop van de huizen. De vereniging hield formeel op te bestaan op 29 juni 1936, toen ten overstaan van notaris Willemse een akte van scheiding en deling van de huizen van de vereniging werd opgemaakt. De leden Bruins, Ester, Gunneman en van Raalte werden belast met de liquidatie. Deze duurde nog tot 1939, aangezien er een geschil was ontstaan met de Inspecteur der directe belastingen over de betaling van de aanslag in de dividend- en tantièmebelasting over het boekjaar 1936/37. De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen vernietigde in haar vergadering van 24 januari 1939 het besluit van de inspecteur om de aanslag te heffen.