0875 Rooms-Katholieke Armenkamer, na 1855 Parochieel Armbestuur, later Interparochiële Caritas te Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
0875
Rooms-Katholieke Armenkamer, na 1855 Parochieel Armbestuur, later Interparochiële Caritas te Zwolle
Inleiding
1. Ontstaan
0875 Rooms-Katholieke Armenkamer, na 1855 Parochieel Armbestuur, later Interparochiële Caritas te Zwolle
Inleiding
1.
Ontstaan
In augustus 1739 vond er ten aanzien van de armenzorg in Zwolle een verandering plaats. Gezien de beperkte financiële middelen besloten de heren van het stadsbestuur dat de niet-gereformeerde armen voortaan door hun eigen kerkgemeenschap ondersteund moesten worden. De stadsarmen-kamer bestond tot die tijd uit 4 eleëmosenieren en 4 diakenen van de gereformeerde kerk. Deze zorgden samen voor de bedeling van armen van alle gezindten. In 1739 werden ook de diakenen-eleëmosenieren vervangen door 'gewone' eleëmosenieren. Als reden voor de uitsluiting van de rooms-katholieke armen werd genoemd dat de inbreng van de katholieken in de stadsarmenkamer niet groot genoeg was, gezien het aantal rooms-katholieke bedeelden. De bijdrage van de katholieken was ? 1200,- per jaar. Tegelijk met de katholieke armen werden ook de Lutherse en Israelitische armen uitgesloten van bedeling van stadswege.
Op 22 oktober 1739 werd een Rooms-katholiek armbestuur gevormd, en besloten werd de armen vanaf 30 oktober te bedelen.
Alleen die armen die een permanente ondersteuning kregen, bleven tot hun dood door de stadsarmenkamer bedeeld. De ? 1200,- die tot dusver bijgedragen was aan de stadsarmenkamer, kon nu worden gebruikt voor het onderhoud van de eigen armen. Vreemd genoeg is er geen taakomschrijving voor de armenkamer te vinden in die jaren. Pas veel later wordt omschreven dat de taak is, het 'beoefenen van geestelijke en lichamelijke werken van barmhartigheid'.
Uit de notulen blijkt wel dat de armenzorg er veelal op was gericht om de arme weliswaar voor de totale ondergang te behoeden, maar ook niets meer. Tijdens vergaderingen wordt voornamelijk gesproken over inkomsten. Treffend is een bepaling uit 1740 die zegt dat regenten of opzieners die niet verschijnen op vergaderingen of wekelijkse uitdelingen, een boete moeten betalen. Deze zal dan niet ten goede komen van de armen, maar dienen tot 'het genot van de heren', met name voor koffie, thee en dergelijke.
Alleen die armen die een permanente ondersteuning kregen, bleven tot hun dood door de stadsarmenkamer bedeeld. De ? 1200,- die tot dusver bijgedragen was aan de stadsarmenkamer, kon nu worden gebruikt voor het onderhoud van de eigen armen. Vreemd genoeg is er geen taakomschrijving voor de armenkamer te vinden in die jaren. Pas veel later wordt omschreven dat de taak is, het 'beoefenen van geestelijke en lichamelijke werken van barmhartigheid'.
Uit de notulen blijkt wel dat de armenzorg er veelal op was gericht om de arme weliswaar voor de totale ondergang te behoeden, maar ook niets meer. Tijdens vergaderingen wordt voornamelijk gesproken over inkomsten. Treffend is een bepaling uit 1740 die zegt dat regenten of opzieners die niet verschijnen op vergaderingen of wekelijkse uitdelingen, een boete moeten betalen. Deze zal dan niet ten goede komen van de armen, maar dienen tot 'het genot van de heren', met name voor koffie, thee en dergelijke.
laatste wijziging 12-05-2022
187 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 12-05-2022
187 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1737 - 1989
Omvang archiefblok:
10,80 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Stukken jonger dan 50 jaar en stukken betreffende personen zijn alleen ter inzage met schriftelijke toestemming van de eigenaar
Toegang:
Groffen, D.J.M., Inventaris van het archief van de Rooms-Katholieke armenkamer, na 1855 Rooms-Katholiek Parochieel armbestuur te Zwolle, 1737 - 1989 (1982).
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar en stukken betreffende personen zijn alleen ter inzage met schriftelijke toestemming van de eigenaar.
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 12-05-2022
187 beschreven archiefstukken