0760 Bioscoopcommissie te Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
0760
Bioscoopcommissie te Zwolle
Inleiding
1. Instelling, taken en opheffing
0760 Bioscoopcommissie te Zwolle
Inleiding
1.
Instelling, taken en opheffing
Op 23 december 1913 werd door de zgn. 4e commissie uit de Raad der stad Zwolle een rapport opgesteld betreffende een verzoekschrift van de vereniging "Pro Juventute " inzake het willen vaststellen van een verordening regelende het bezoeken van bioscopen door kinderen. Door de verenigingen " Tot Steun " en " Kinderzorg " werd instemming met dat verzoek betuigd en eveneens aangedrongen op het treffen van maatregelen ter bestrijding van uitwassen op het gebied van bioscoopvoorstellingen.
Uit het rapport blijkt, dat ook de 4e commissie van mening was, dat maatregelen moesten worden beraamd om enerzijds de schadelijke invloed van sensationele en opwindende filmvoorstellingen op jeugdige personen te neutraliseren en anderzijds de bioscoophouder het bedrijf niet onmogelijk te maken.
Zij stelde de Raad voor een ontwerp-verordening betreffende het toelaten van kinderen tot lichtbeeldvertoningen vast te stellen, hetgeen in de raadsvergadering van 16 februari 1914 geschiedde.
Om hierop toezicht en controle uit te oefenen en maatregelen te treffen in het belang van de jeugd én de bioscoophouders werd (vermoedelijk) in april 1914 de bioscoopcommissie ingesteld. De commissie kwam in de jaren 1914-1916 7 maal bijeen. Een uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden van 29 mei 1916, waarbij verbindendende kracht werd ontzegd aan die artikelen van de Algemene Politie Verordening van 's-Gravenhage betreffende het toelaten van kinderen tot lichtbeeldvertoningen, luidde het einde van de commissie in. Blijkens bovenbedoelde uitspraak behoort het tot de taak van de burgemeester tegen uitwassen op bioscoopgebied te waken en is hij niet gehouden zich te gedragen naar het oordeel van de commissie. De gemeenteraad besloot dan ook op 27 november 1916 om de uit 1914 stammende verordening in te trekken en de bioscoopcommissie-onder dankzegging voor de bewezen diensten-van haar taak te ontheffen.
Uit het rapport blijkt, dat ook de 4e commissie van mening was, dat maatregelen moesten worden beraamd om enerzijds de schadelijke invloed van sensationele en opwindende filmvoorstellingen op jeugdige personen te neutraliseren en anderzijds de bioscoophouder het bedrijf niet onmogelijk te maken.
Zij stelde de Raad voor een ontwerp-verordening betreffende het toelaten van kinderen tot lichtbeeldvertoningen vast te stellen, hetgeen in de raadsvergadering van 16 februari 1914 geschiedde.
Om hierop toezicht en controle uit te oefenen en maatregelen te treffen in het belang van de jeugd én de bioscoophouders werd (vermoedelijk) in april 1914 de bioscoopcommissie ingesteld. De commissie kwam in de jaren 1914-1916 7 maal bijeen. Een uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden van 29 mei 1916, waarbij verbindendende kracht werd ontzegd aan die artikelen van de Algemene Politie Verordening van 's-Gravenhage betreffende het toelaten van kinderen tot lichtbeeldvertoningen, luidde het einde van de commissie in. Blijkens bovenbedoelde uitspraak behoort het tot de taak van de burgemeester tegen uitwassen op bioscoopgebied te waken en is hij niet gehouden zich te gedragen naar het oordeel van de commissie. De gemeenteraad besloot dan ook op 27 november 1916 om de uit 1914 stammende verordening in te trekken en de bioscoopcommissie-onder dankzegging voor de bewezen diensten-van haar taak te ontheffen.
laatste wijziging 30-11-2022
24 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 30-11-2022
24 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1914 - 1916
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
0,60 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Seekles, J.J, Plaatsingslijst van het archief van de Bioscoopcommissie te Zwolle, 1914 - 1916, Zwolle (1986).
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 30-11-2022
24 beschreven archiefstukken