"Mijn vraag is nu, of de tijd nog niet gekomen is, dat de belangstellenden zich verzamelen tot een vereeniging " de Katerveerbrug", die alle middelen aanwendt en nimmer het doel loslaat, die begint met fonds te stichten, waartoe alle leden jaarlijks bijdragen en die eindigt met de openstelling van die lang begeerde verbinding " Aldus de heer J.M.D. Stroink in zijn aan de redactie van de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant gericht schrijven, dat op 24 oktober 1905 in vermelde krant werd gepubliceerd. Dat idee vond weerklank en werd de aanleiding tot de instelling van een voorlopige " commissie tot overbrugging van den Ijssel nabij het Katerveer ", welke zich tot doel stelde om zowel vanuit een technisch als een financieel standpunt de mogelijkheid van de gewenste overbrugging na te gaan. Tijdens een op 6 april 1911 te Zwolle gehouden bijeenkomst van belangstellenden werd besloten de commissie een definitief mandaat te verlenen. Gedurende de daaropvolgende 15 jaar zou de commissie al haar krachten wijden aan het inzamelen van gelden en het overtuigen van tegenstanders en gemeentelijke, provinciale en rijksbestuurders van de noodzaak van een nieuwe oeververbinding.

Het was mede aan de voortdurende aandrang van de commissie te danken, dat in het voorjaar van 1925 het " wetsontwerp tot verklaring van het algemeen nut der onteigening ten behoeve van den bouw van een brug over den IJssel nabij het Katerveer " ingediend en aangenomen werd. Daarop volgde in hetzelfde jaar de hoopgevende toezegging van de Minister van Waterstaat, Mr. H.van der Vegte, dat in 1926 een aanvang zou worden gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van de brug, welk werk na zijn mening na drie jaar voltooid zou kunnen zijn. Het zou echter nog tot 1930 duren. In aanwezigheid van tal van hoogwaardigheidsbekleders werd de brug op 15 januari 1930 feestelijk opengesteld voor het verkeer. Op diezelfde dag werd door de commissie aan de gemeente een carillon aangeboden dat werd geplaatst in de toren van de " Peperbus ". De commissie werd op 24 februari 1933 ontbonden.