Uw zoekacties: Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen

0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
'Dit zint de koeren ende willekoeren, de de scepenen ende raidt ende de gemene stadt van Swolle gewillkoert hebben.
Ende van de koeren de men brecket mach men elcke betuygen met twen gueden knapen offte met enen manne ende met eenre vrouwen.
Mer van vrede sal men elck betuygen met tween gueden mannen'.
Stadsrecht van Zwolle
1. Papier en werkelijkheid
2. Geschiedenis van het archief
3. De inventarisatie
4. De Ordening
5. Gesloten testamenten
Inventaris
2. Archief van de cameraars
Het politieke jaar in Zwolle bestond uit dertien maanden *  , elk van vier weken. Telken jare, op Pauli Conversio (25 januari) werd de nieuwe magistraat gevormd. Het nieuwe stadsbestuur bestond uit 12 schepenen en de raad werd gevormd door de 12 afgaande schepenen van het vorige jaar, de raden. De 12 schepenen van de stad Zwolle verdeelden elk jaar de zes bestaande functies (cameraars, gruitmeesters, keurmeesters, tichelmeesters, timmermeesters en tollenaars), die steeds door een tweetal werden vervuld. De schepenen die gedurende het gehele jaar belast waren met de administratie van de stedelijke financiën werden cameraars genoemd. De beide cameraars zou men kunnen beschouwen als het 'dagelijkse' bestuur van de stad Zwolle.
Het latere stadsrecht-na 1703-en vooral dat van 1794 beperkte het getal van schepenen op acht en dus ook het aantal raden op acht. Het nieuwe stadsrecht maakt nog wel apart vermelding van de functie van cameraar, maar al sedert het midden van de zeventiende eeuw zijn de benamingen van de overige magistraatsleden nog wel in zwang, maar vervullen zij soms functies, die daarmede niet meer in overeenstemming zijn.
Door de functie van cameraar, die niet alleen de geldmiddelen van de stad beheerden, maar ook drie maanden per jaar formeel aan het hoofd van het stadsbestuur stonden, werden zij tot de feitelijke regering van de stad Zwolle. In de praktijk kwam het er op neer, dat men eerst alle andere magistraatsfuncties moest doorlopen alvorens men tot cameraar werd verkoren. Alle andere schepenen moesten aan de cameraars rekening en verantwoording afleggen. In de praktijk kwam dat er veelal op neer, dat de cameraars overal een 'vinger in de pap' hadden en daarvan ook gebruik maakten.
De functie van cameraar is tot in het recente verleden onderschat, doordat men zich conditioneerde op het formele functioneren van de cameraar, maar niet naar zijn feitelijke machtsinvloed keek.
2.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2.9. Bijzondere administraties
2.2.9.2. Toezicht op administraties van instellingen van zorg
2.2.9.2.1. Armenbedeling
Het geregelde toezicht op de armenbedeling in de stad Zwolle door de magistraat begon al in de 15de eeuw. In 1472 werd namelijk een officium gesticht op het altaar van het Heilige Kruis in de Grote of Sint Michaëlskerk en de gelijknamige broederschap. Deze broederschap hield zich voornamelijk bezig met de bedeling van de armen, terwijl de magistraat van de stad de officiant benoemde en toezicht op de bedeling hield.
Nadien werden verschillende altaren in verschillende kerken met eenzelfde officium voorzien, waardoor 'wildgroei' ontstond en de magistraat van de stad zich genoodzaakt zag in te grijpen. In 1535 werd bij besluit van schepenen en raad de armenbedeling onder een apart bestuur geplaatst, te benoemen door de magistraat.
De inkomsten van wat later de 'Armenkamer' werd genoemd werden geleidelijk aan minder, zodat in 1697 een belasting op de doodskisten werd ingevoerd, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan het rentambt van de Armenkamer, hetzelfde geschiedde met het verhuur van de zitplaatsen in de Grote of Sint Michaëlskerk en de Broerenkerk. Vanaf 1700 maakte ook het beheer van het Pestengasthuis deel uit van dit rentambt.
De armenbedeling bestond ook uit de inkomsten van de zogenoemde armenhuisjes, veelal gesticht als instellingen van weldadigheid door particulieren. Het toezicht daarover was meestal opgedragen aan de cameraars en was dat niet het geval, dan namen de cameraars dat toezicht toch op zich. Hetzelfde was het geval met de 'overige fondsen'. Dit waren vaak de fondsen van broederschappen, op altaren in de verschillende kerken gesticht. De stichting vond dikwijls plaats door particulieren met de uitdrukkelijke bepaling dat na hun dood de opkomsten van het fonds door de magistraat van de stad konden worden aangewend ten behoeve van de armen.
2.2.9.2.1.4. Verhuur zitplaatsen
De inkomsten ten behoeve van de armenbedeling werden geleidelijk aan minder, zodat in 1697 besloten werd de inkomsten uit de verhuur van de zitplaatsen in de Grote of Sint Michaëlskerk en de Broerenkerk toe te voegen aan die van de Armenkamer.
2.2.9.2.1.4.2. Grote of Sint Michaëlskerk
10535 Rapport van de cameraars betreffende de onjuist verhuurde zitplaatsen in de Grote Kerk, 1805.
0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
Inventaris
2. Archief van de cameraars
2.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2.9. Bijzondere administraties
2.2.9.2. Toezicht op administraties van instellingen van zorg
2.2.9.2.1. Armenbedeling
2.2.9.2.1.4. Verhuur zitplaatsen
2.2.9.2.1.4.2. Grote of Sint Michaëlskerk
10535
Rapport van de cameraars betreffende de onjuist verhuurde zitplaatsen in de Grote Kerk, 1805.
Datering:
1805.
Omvang:
1 omslag

Kenmerken

Datering:
1230 - 1813
Omvang archiefblok:
526,8 24,2 meter(s)
Omvang in stuks:
3124 458
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Opmerkingen:
* Charters worden alleen ter inzage gegeven na overleg met de studiezaalmedewerker. Raadpleeg eerst de regesten.
* In verband met de materiële toestand is besloten om gesloten testamenten niet te openen. Deze zijn derhalve niet in te zien.
Toegang:
Mensema, A.J., Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen, 1230 - 1813, Zwolle (2007).