De conscriptie(=dienstplicht) werd in Nederland pas ingevoerd tijdens de Franse overheersing. Door loting werd bepaald welke dienstplichtigen zouden worden opgeroepen voor de werkelijke vervulling van de dienstplicht. Dit systeem werd in grote lijnen overgenomen voor de vorming van de strijdmacht van het Koninkrijk der Nederlanden. De Nederlandse strijdmacht moest worden samengesteld uit een Landstorm en een Landmilitie *  .
De Landstorm zou bestaan uit alle weerbare mannen van 17 tot 50 jaar, die konden worden ingezet bij de verdediging van de eigen woonplaats en de directe omgeving. Uit de Landstorm werd de Landmilitie geformeerd, waarvoor in principe alle weerbare mannen van 17 tot 45 jaar in aanmerking kwamen. De Landmilitie werd in de praktijk gevormd door vrijwilligers, aangevuld met ingelote dienstplichtigen. De taak van de Landmilitie bestond uit het verdedigen van het vaderland en de verdrijving van de vijand, waarbij ze geassisteerd zou worden door de staande armée, gevormd door beroepsmilitairen.

Hoewel de dienstplicht in principe gold voor alle mannelijke ingezetenen bestond de mogelijkheid om de dienst te laten waarnemen door een remplaçant of plaatsvervanger. Een ingelote dienstplichtige kon zich tegen betaling laten vervangen door ieder ander uit dezelfde provincie die aan de keuringseisen voldeed. Remplaceren gebeurde op basis van een bij notariële akte gesloten contract. Daarnaast bestond de mogelijkheid de dienst te laten waarnemen door een nummerverwisselaar. Een vrijgelote dienstplichtige nam dan de plaats in van een ingelote dienstplichtige uit dezelfde lichting en gemeente. De vergoedingen voor een remplaçant waren beduidend hoger dan van die voor een vrijwilliger. De vergoedingen leidden er toe dat vooral rijkeren door middel van het remplaçantenstelsel de dienstplicht wisten te ontlopen. Uiteindelijk leidde de toenemende kritiek op het remplaçantenstelsel tot de afschaffing van de regeling in 1898 en bij wijziging van de militiewet in 1901 werd de algemene dienstplicht ingevoerd.

De registers van de Keuringsraden werden overgedragen door het Nationaal Archief aan het Historisch Centrum Overijssel.