Uw zoekacties: Ittersum, familie Van

0239 Ittersum, familie Van ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De familie Van Ittersum
2. De archieven
0239 Ittersum, familie Van
Inleiding
2.
De archieven
In meerdere opzichten is de inleiding, die Mr. F.A.S.A. baron van Ittersum schreef bij zijn Register van charters en bescheiden. Behoorende tot de Geschiedkundige Beschrijving van het geslacht Van Ittersum *  , opmerkelijk. Allereerst blijkt daaruit hoe weinig hij aanvankelijk wist over zijn familiegeschiedenis. In 1825 werden hem de ogen geopend, zoals hij schrijft, tijdens een gesprek met de Utrechtse hoogleraar Moll. 'Met schaamte mijne onkunde erkennende, nam ik mij voor, mij zooveel ik dit zoude kunnen doen, toe te leggen op onderzoek, en van dien tijd af heb ik dan ook, voor zoo verre de gelegenheid en andere pligten toelieten, geene moeite ontzien om te leeren kennen, hetgeen ik niet kende en kennen moest'. Zijn functie als kantonrechter te Elburg gaf hem veel gelegenheid de archiefinstellingen in de nabijheid te bezoeken en er zijn onderzoek in te stellen.
Van die instellingen moeten we ons geen grootse ideeën maken: pas in 1838 zou het provinciaal bestuur van Overijssel overgaan tot de aanstelling van een archivaris om haar archieven te ordenen *  . Ook het archief van de gemeente Zwolle was toen nauwelijks geordend *  . Toch bleef hij onverdroten doorzoeken en maakte vele aantekeningen. Ondanks het feit, dat hij in zijn jonge jaren het ambt van archivaris van de provincie Overijssel had geambieerd, voelde hij waarschijnlijk toch ook wel, dat hij meer aanleg had voor onderzoek.
Tijdens een concert te Zwolle ontmoette hij de secretaris van de stad Kampen, die hem van alles mededeelde over de massa papieren, die in het stadhuis op zolder lagen. De Raad van de stad had besloten dat materiaal als oud-papier te verkopen. Maar op uitnodiging van het stadsbestuur besloot Van Ittersum die papieren aan een onderzoek te onderwerpen. Het bleek te gaan over hoogst belangwekkende archieven van de stad. Van Ittersum vervaardigde een rapport *  om dat belang aan te tonen, waarna zij behouden bleven en hij kreeg als dank twee zilveren schalen met het stadswapen alsmede het Groot Burgerschap van die gemeente.
Zoals gebruikelijk in die tijd was een chronologische ordening van een archief een nastrevenswaardig ideaal. Men dacht op die wijze de geschiedenis te kunnen doorvorsen. Dat daarmee oude verbanden en samenhang tussen diverse archiefstukken verloren gingen, was blijkbaar niet van belang.
Die opstelling kenmerkte ook het Register van charters en bescheiden, door F.A.S.A. van Ittersum samengesteld, dat louter tijdrekenkundig of chronologisch is ingericht. Bovendien maakte hij geen onderscheid tussen echte archiefstukken en door hem verzamelde aantekeningen. Zijn invalshoek was dan ook om de historische feiten betreffende zijn familie te boek te stellen.
Om zijn collectie archivalia en aantekeningen goed te kunnen bewaren liet hij een speciale kast maken, 'bijzonder ingerigt om, ingeval van brand, alles in een oogenblik in veiligheid te kunnen brengen'. Genoemde Van Ittersum-archivalia had hij uit de boedel van zijn vader en van de familie van zijn moeder had hij stukken over de families Van der Merwede en Lemker van Breda, maar ook andere familieleden hadden hem archiefstukken bezorgd. Het valt daarbij op, dat het getal archiefstukken, dat hijzelf had, niet indrukwekkend veel moet zijn geweest. De archivalia die zijn verwant Willem van Ittersum hem had gebracht, zullen die geweest zijn betreffende de havezate de Oosterhof te Rijssen en dat moet dan slechts een gedeelte zijn geweest van het oorspronkelijke huisarchief.
Het oude Van Ittersum archief, zo het ooit bestaan heeft, heeft de tand des tijds niet doorstaan. Mogelijk is een groot gedeelte bij de familie Bentinck op Werkeren terechtgekomen of anders bij de tak van de familie Van Ittersum, die zich op de havezate Gerner had gevestigd. Helaas is van beide huizen geen noemenswaardig archief voorhanden. Weliswaar berust bij het Historisch Centrum Overijssel een zogenaamd 'huisarchief Werkeren', maar dat is eerder afkomstig van de huizen Wittenstein of Ahnem en aangevuld met stukken, afkomstig van mr. Jurjen Nanninga Uitterdijk.
Mevrouw A. Brunt heeft een onderzoek ingesteld naar de verblijfplaats van elders berustende archivalia Van Ittersum. Zij werden op een aantal voor de hand liggende plaatsen gevonden in huis- en familiearchieven in openbare bewaarplaatsen. Deze rapportage werd aan haar inventaris toegevoegd.
In 1922 heeft Willem Hendrik baron van Ittersum (1865-1930) bij zijn verhuizing van Hattem naar Beverwijk een bij hem berustend archief in bruikleen afgestaan aan het Rijksarchief in Overijssel. 'Mag ik nog van u vernemen of van uit Zwolle iemand met paard en wagen het archief zoude kunnen komen afhalen, dit is misschien de eenvoudigste vervoerwijze', zo besloot Van Ittersum zijn correspondentie met de Rijksarchivaris over deze bruikleen. Hij was een kleinzoon van genoemde F.A.S.A. van Ittersum. Met deze archiefstukken verhuisde ook de archiefkast naar de Sassenpoort te Zwolle, waar het Rijksarchief toen was gehuisvest. Bij de verhuizing van deze instelling naar een nieuw gebouw aan de Eikenstraat aldaar in 1977, is deze kast overigens overgebracht naar het huis 't Rozendael te Heino, de zetel van de Stichting Baron van Ittersum Fonds.
In 1950 kreeg het Rijksarchief in Overijssel in bruikleen een hoeveelheid archiefstukken, voornamelijk 19e-eeuws materiaal en grotendeels afkomstig van ir. A.M.K.W. baron van Ittersum (1833-1904). Daarvoor berustte dit archief sinds 1944 bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage en was daar 'in veilige berging' geplaatst na de dood van de kinderloze arts A.M.K.W. baron van Ittersum (1891-1943). Daarvóór was het in bruikleen bij het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde.
De inventarisatie van beide gedeelten werd ten Rijksarchieve spoedig ter hand genomen. De heer D. Wijnbeek, blijkens het jaarverslag over 1951 druk doende met de inventarisatie van de Collectie Diverse Charters en van het archief van de Doopsgezinde Gemeente Zwolle, hield zich ook bezig met het familiearchief Van Ittersum. Dit werk werd in 1952 door Wijnbeek voortgezet en in 1953 overgenomen door de Rijksarchivaris mr. G.J. ter Kuile zelf. Ook in 1954 werkte deze daaraan en kon hij een jaar later melden, dat de beschrijving van het familiearchief ten einde was gebracht. In gestencilde vorm werd deze inventaris vermenigvuldigd *  . Deze inventaris draagt duidelijk de sporen van de opvattingen over inventarisatie, zoals die door Ter Kuile werden gepraktiseerd. Deze grote geleerde, bezig met zijn Oorkondenboek van Overijssel, had vooral belangstelling voor oude akten en charters. In ieder geval leverde dat een regestenlijst op, waarin de akten tot 1600 zijn verwerkt. Wel signaleerde hij, dat 'het familiearchief' eigenlijk bestond uit een verzameling van archiefstukken, bijeengebracht door minstens zes verzamelaars.
De akte van bruikleen door de Stichting aan het Rijksarchief werd eerst in 1999 getekend.
De Stichting Baron van Ittersum Fonds, in 1939 gevestigd door de uitvoering van het testament van ir. F.A.R.A. baron van Ittersum (1865-1939), verwierf in de loop der tijd meer archiefmateriaal. Zo was de stichter zelf erfgenaam van zijn tante Ockje van Ittersum, die hem bij testament diverse memorabilia van de familie had gelegateerd. Ook van andere zijde bracht men archivalia naar 't Rozendael.
De Stichting bracht deze collectie archivalia tezamen met een aantal portretten en andere voorwerpen onder in een afzonderlijke stichting: Stichting Familie Archief Van Ittersum. Deze archivalia werden begin 21e eeuw geïnventariseerd door mevrouw A. Brunt, archivaris van de Stichting Twickel. Nadien werd ook dit gedeelte overgebracht naar het Historisch Centrum Overijssel, de rechtsopvolger van het Rijksarchief in Overijssel.
Het Rijksarchief in Overijssel kreeg in 1978 van de Stichting Oudheidkamer 'Riessen' te Rijssen archivalia ten geschenke, die toentertijd werden aangeduid als 'Huisarchief De Oosterhof' en omvatte 1 meter aan materiaal betreffende de familie Van Ittersum en de door haar bewoonde havezate. Later, in 1986, verwierf het Rijksarchief een kleine aanvulling daarop in eigendom, afkomstig van Jhr. A.S.J.W. Coenen van de Oosterhof te Zantvoort. Deze beide gedeelten werden samengevoegd en later door ondergetekende van een voorlopige plaatsingslijst voorzien.
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Tot slot

Kenmerken

Datering:
1391 - 1990
Omvang archiefblok:
14,60 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Archiefbescheiden jonger dan 75 jaar mogen alleen geraadpleegd worden door de onderzoeker die tevoren daartoe schriftelijke toestemming van de eigenaar heeft verkregen
Toegang:
Gevers, jhr. J.A.J., De archieven van de familie Van Ittersum, 1391 - 1990, Zwolle (2009).
Openbaarheid:
Archiefbescheiden jonger dan 75 jaar mogen alleen geraadpleegd worden door de onderzoeker die tevoren daartoe schriftelijke toestemming van de eigenaar heeft verkregen.