Uw zoekacties: Huis Eerde bij Ommen (I)

0217.1 Huis Eerde bij Ommen (I) ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Het archief van de familie Van Pallandt is eigenlijk meer een familie dan een huisarchief, nl. in die zin dat we over de geschiedenis van het kasteel in Middeleeuwse tijden in het geheel niets gewaar worden en maar heel weinig, voorzover de 18e en de 19e eeuw betreft. We worden daarentegen zeer uitvoerig ingelicht over menig lid van de familie Van Pallandt, en van de aangehuwde families horen we vooral veel over enkele thans uitgestorven takken van de familie Bentinck: Bentinck tot Aler en Bentinck tot de Berenkamp en Brieler. In 1926 heeft Jhr. H.H. Roëll de genealogie van deze takken beschreven, en daaraan is niet veel meer toe te voegen. * 
Dit gehele archief-Bentinck, waartoe ook behoren stukken betreffende de families Van Deelen, Van Reede, Van Wijhe enz., is door het huwelijk van Albertine Euphrosyne Thalie Eglée van Neukirchen gen. Nijvenheim met Andries Baron Van Pallandt tot Eerde (17 September 1805) op Huis Eerde gekomen, in verband met het feit, dat zij ook de erfgename was van de goederen op de Veluwe en in de Nederbetuwe, waarop de stukken van dat archief betrekking hadden. Zij was nl. een dochter van Evert Jan van Neukirchen gen. Nijvenheim, heer van Eck en Wiel, en Frederika Christine Henriëtte Bentinck. Dit archief Brentinck omvat nu veel meer dan het eigenlijke archief van de familie Van Pallandt, hoewel in de 20e eeuw stukken aan de heer M.R. Baron Bentinck tot Buckhorst te Beerze zijn afgestaan. Het nadeel hiervan is, dat nu niet meer van alle stukken duidelijk is hoe ze in dit Bentinck-archief gekomen zijn.
Al begint nu het archief (behoudens enkele stukken van oudere datum) te lopen met de aankoop, in 1706 van het kasteel Eerde door Johan Warner van Pallandt van Adriana Geertruid Barones Schaap tot Windesheim- geb. Barones Van Renesse, voor de samenhang is het toch gewenst een globaal overzicht van de geschiedenis van het kasteel en van zijn bewoners ook in oudere tijden te geven.
Het bekendste feit uit de middeleeuwen betreffende het kasteel Eerde is de belegering door de bisschop van Utrecht, Deventer en Zwolle, in het jaar 1380, en het slechten van dit slot door de overwinnaars. In datzelfde jaar zond nl. de stad Deventer een bode naar haar schepenen, die na het beleg nog voor Eerde lagen, met last metselaars aan te nemen, die dat hues breken soelden", en even later wordt en van gesproken dat men "den berch effende daer Everts hues van Essen gestaen hadde". *  Deze hele actie was gericht tegen de roofridder Evert van Essen, die getrouwd was met de erfdochter van Eerde, Margriet. Waarschijnlijk was zij een dochter van heer Jan van Eerde. In de zeventiger jaren van de 14e eeuw wordt Evert nl. beleend met "die tienden over al dat dorp tot Eerde" en met andere goederen, gelijk heer Jan van Eerde die in leen bezeten had. * 
Na de verovering en het met de grond gelijk maken van het kasteel verzoende Evert zich op 28 Mei en 10 Juni 1380 met de bisschop en met Deventer en Zwolle *  . Hij bleef vooreerst nog in die omgeving wonen, want in een geschil tussen de marken Eerde en Archum over de afbakening van hun gemeenschappelijke grens, dat 18 October 1381 door arbitrage werd beslist, traden de bisschop en Evert van Essen voor de twee partijen op *  .
Kort nadien moet hij zich in het Land van Vollenhove hebben gevestigd en uit een leenbrief van 1388 valt op te maken dat hij enkele jaren tevoren, tegen de Friezen van Weststellingwerf gesneuveld is. *  Dit moet na 18 October 1381 gebeurd zijn *  en vóór 30 October 1383. Dan legt nl. de pander van Salland beslag op de door Evert van Essen nagelaten goederen, met uitzondering van de domairie voor zijn vrouw, de jonkvrouw van Eerde *  . Zij, jonkvrouw Margriet, treedt in de nu volgende jaren herhaaldelijk als procespartij op, en is voor 19 Maart 1406 gestorven *  .
Na het overlijden van Evert van Essen is op 3 Juli 1384 Aelt Dobbelaer door de bisschop met de goederen beleend die vanouds onder het huis Eerde vielen, en na dode van Aelt Dobbelaer is 2 Juli 1417 Seyne van den Water daarmee beleend *  . In 1457 wordt Johan van den Water als leenman genoemd; het leen omvat dan in hoofdzaak de tienden over het dorp Eerde *  .
Omstreeks 1460 moet het kasteel zijn herbouwd; het is dan in handen van de familie Van Twickelo geraakt: 14 Juni 1469 wordt Johan van Twickelo o.a. met Huis Eerde en tienden in die omgeving beleend en 21 Augustus 1476 wordt hij wegens verzuim om het te laten verheffen opnieuw met dit leen beleend. In 1497 vogrt dan nog een belening wegens verandering van leenheer *  .
De 7 September 1500 volgt Johan van Twickelo na dode van zijn vader Johan dezen als leenman op: in 1518, 1526 en 1531 wordt hij in dat leenbezit bevestigd *  . Johan leefde temidden van de beoreringen van de Gelderse oorlog; in Juli 1521 hebben burgers van Zwolle de door de bisschop van Utrecht uitgeschreven bijeenkomst te Nijerbrugge van de Overijsselse ridderschap overvallen, verschillende edelen gevangen genomen, het huis te Zuthem geplunderd en het huis Eerde "nedergeworpen" *  .
Johan van Twickelo is als heer van Eerde opgevolgd door zijn broer Adriaan en deze door zijn broer heer Frederik van Twickelo, ridder, wiens belening met de havezathe dateert van 10 Juni 134-4 *  . Op hem volgt zijn oudste zoon Aloff (17 April 1546),die blijkens belening van 20 Mei 1557 het inmiddels herbouwde kasteel aan zijn jongere broer Jasper heeft overgedragen *  .
Na Jasper's overlijden volgt eerst de belening van zijn dochter Lucretia van Twickelo (28 Juni 1566) en op 2 Juni 1588 die van zijn tweede dochter Adriana, de vrouw van Johan Baptista van Renesse tot Wulven *  .
Dit echtpaar had twee zonen van wie de oudste, Johan Adolph van Renesse tot Eerde, getrouwd was met Anna Judith van Bevervoorde tot Oldemeule *  . Hij moet omstreeks 1650 overleden zijn want in 1652 verkopen de crediteuren van zijn boedel het kasteel.
Eerde aan zijn broer Alexander Emanuël van Renesse, Commandeur van Dieren *  .
Alexander Emanuël was in April 1641 getrouwd met Joanna van Doorninck. Zoals reeds is opgemerkt, is hij in 1652 door koop eigenaar van het kasteel Eerde geworden. Niet lang heeft hij daarvan genoegen gehad; naar alle waarschijnlijkheid is hij reeds in 1656 overleden *  .
Alexander Emanuël en Joanna hadden een zoon en een dochter. De zoon, Helmich van Renesse tot Eerde, is zijn vader in het bezit van de havezathe opgevolgd; na zijn overlijden in 1674 is zijn zuster Adriana Geertruid, die in 1656 was gehuwd met Reynier Schaep tot Windesheim (overleden in 1681), op 7 October 1684 met Eerde beleend *  . In 1706 heeft zij het kasteel c.a. verkocht aan de lui tenant-Generaal Johan Warner van Pallandt *  .
Van hetgeen er aan gronden en boerderijen tot de havezathe had behoord, was in 1706 niet zo heel veel meer overgebleven. De nieuwe eigenaar is daarom al gauw begonnen met erven en landerijen aan te kopen. Een gedeelte van die gronden had vroeger tot het landgoed behoord, maar was later weer van de hand gedaan; dat geldt b.v. voor de erven Schultink en Meulemans in Eerde. Van Schultink wordt in de 14e en 15e eeuw (1457), van Meulemans in de 16e eeuw gezegd, dat het onder de havezathe Eerde ressorteerde. Bovendien droeg de nieuwe eigenaar zorg voor de bouw van een nieuw kasteel, het tegenwoordige Huis Eerde, dat van 1715 dateert *  . Voor 1715 heeft er een veel minder monumentaal huis. gestaan; men kan zich daarvan een denkbeeld vormen naar aanleiding van een tekening van 1625 *  .
Johan Warner van Pallandt (overleden 1741), die zich meermalen "vrijheer" noemt, is als heer van Eerde opgevolgd door zijn neef August Leopold van Pallandt (1701-1779), getrouwd met Anna Elisabeth van Haersolte tot Egede. Na hem komen we zijn tweede zoon tegen, nl. Andries van Pallandt (1781-1827) wiens huwelijk met Albertine Euphrosyne Eglée van Neukirchen tot Nijvenheim voor de vorming van dit huisarchief zo belangrijk is geweest. Uit de bijgevoegde staat is gemakkelijk af te lezen, dat Albertine's grootmoeder van vaderskant (Seyna Margaretha van Wijhe) en haar grootvader van moederszijde (Gosen Geurt Bentinck tot Aller) even na familie van elkaar waren als volle broer en zuster, en dat er verschillende wegen kunnen zijn geweest, waarop de stukken betreffende de families Bentinck en Van Wijhe in het archief Van Pallandt gekomen zijn.
Het archief loopt over de jaren 1425-1867, d.w.z. niet verder dan het sterfjaar van Albertine van Neukirchen gen.Nijvenheim. Het is voor een niet onbelangrijk gedeelte de neerslag van het beheer door Andries Baron Van Pallandt en zijn vrouw van hun goederen, en van de bemoeienissen die zij hadden met de aan hun zorgen toevertrouwde belangen *  .
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1425 - 1867
Omvang archiefblok:
4, 37 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Kuile, G.J. ter, Archief kasteel Eerde bij Ommen I, 1425 - 1867 (1953).
Categorie: