0214 Huis Almelo ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
0214
Huis Almelo
Voorwoord
Bijna vijftig jaar zijn verstreken sedert het moment waarop het huisarchief Almelo zijn eeuwenlange verblijfplaats, huis Almelo, verwisselde voor een onderdak bij de Rijksarchiefdienst. Met het verschijnen van deze publikatie wordt uiteindelijk het ideaal volledig gerealiseerd dat in 1946 aan jhr. dr. D.P.M. Graswinckel, algemene rijksarchivaris, en mr. W.C. graaf van Rechteren Limpurg, heer van Almelo en Vriezenveen, voor ogen stond: het archief materieel goed verzorgd en gehuisvest, inhoudelijk ontsloten volgens de beste tradities van het Nederlandse archiefwezen en goed beschikbaar voor historisch onderzoek.
Het werd een werk van lange adem, een werk dat meerdere keren stokte en waarbij de inzichten wel eens veranderden. Zonder aan de inbreng van de vele anderen die grotere en kleinere steentjes bijdroegen, tekort te willen doen moeten hier drie personen met ere genoemd worden: R.M. de Raat, C.C. van der Woude en A.J. Mensema. De eerste heeft in de jaren tachtig een voorlopig eindprodukt tot stand gebracht; de twee laatsten zorgden in ruim drie jaren voor de definitieve afronding. De publikatie die thans voorligt, heeft een omvang die vandaag de dag nog zelden voorkomt: een Inventaris voorzien van Regestenlijst, Leenrepertorium en Generale index, totaal een kleine achttienhonderd pagina's druks in zeven delen.
Het uitzonderlijk cultureel belang van het huisarchief Almelo voor Overijssel rechtvaardigt de grote investeringen van de afgelopen decennia. De toegangen op het huisarchief Almelo vormen het tastbaar resultaat van het werk van enige generaties archivarissen. Het is nu aan de onderzoekers om met deze instrumenten als hulpmiddel aan de slag te gaan en onze kennis van het verleden met name van Almelo en Vriezenveen, van Twente en Overijssel te vergroten en te verdiepen. Immers, het moet ook hier nog eens benadrukt worden: het huisarchief Almelo is een ware goudmijn voor ons inzicht in vele facetten van het maatschappelijk leven in vroeger eeuwen
Het Rijksarchief in Overijssel rekent het zich tot een eer onder de alhier beheerde archieven één van de belangrijkste en grootste particuliere archieven van ons land te mogen tellen. Op deze plaats past een woord van dank aan de huidige eigenaar van het archief, mr. A.F.L. graaf van Rechteren Limpurg, heer van Almelo en Vriezenveen, voor het openstellen van deze rijke bron. Het geduld van de familie Van Rechteren Limpurg is lang op de proef gesteld, maar tenslotte is het werk voltooid! Zwolle, Sint Georgiusdag 1993, H. Bordewijk, Rijksarchivaris in Overijssel
5. Genealogie van het geslacht van Almelo en van het geslacht van Rechteren en van Rechteren Limpurg
laatste wijziging 15-02-2024
6.081 beschreven archiefstukken
652 gedigitaliseerd
totaal 91.407 bestanden
Inventaris
7. Leenrepertorium
7.56. Richterambt Kedingen / buurschap Elsen
0214 Huis Almelo
Inventaris
7. Leenrepertorium
7.56.
Richterambt Kedingen / buurschap Elsen
Den thenden groff ende smal over Grote Letynck [...] in den kerspel van Risen ende in der burscap to Elsen tot Stichtz rechte. In 1596: "Groot Letingh". In 1772: "Groot Lietink".
1506 okt 4 (dl. A, fol. 63v).
Roloff van Langen, voor een ledig leen.
Get.: Claes to Kemmenade en Berent to Mokelenkothe.
Roloff van Langen, voor een ledig leen.
Get.: Claes to Kemmenade en Berent to Mokelenkothe.
1688 jul 20 (dl. F, fol. 82v).
De rentmeester van het rentambt Sibculo en Albergen Ter Bruggen, ten behoeve van de provincie Overijssel, waarbij het grote leenverzuim vereffend wordt en het leen, dat al van ouds een leen van het huis Almelo was, van beide zijden als leengoed erkend wordt.
De rentmeester van het rentambt Sibculo en Albergen Ter Bruggen, ten behoeve van de provincie Overijssel, waarbij het grote leenverzuim vereffend wordt en het leen, dat al van ouds een leen van het huis Almelo was, van beide zijden als leengoed erkend wordt.
1699 okt 26 (dl. F, fol. 154).
Henrick Adolph Bentinck, rentmeester van Sibculo en Albergen, na de dood van de vorige rentmeester de heer Ter Bruggen.
Henrick Adolph Bentinck, rentmeester van Sibculo en Albergen, na de dood van de vorige rentmeester de heer Ter Bruggen.
[1741 dec 31] (dl. G, fol. 71).
Jan Hendrik Stuerman, rentmeester van Sibculo en Albergen, met de volle en de ledige hand.
Jan Hendrik Stuerman, rentmeester van Sibculo en Albergen, met de volle en de ledige hand.
1759 nov 12 (dl. G, fol. 200v).
F.A. baron van Ittersum tot den Oosterhof, provinciaal rentmeester van Sibculo en Albergen, vertegenwoordigd door de procureur J.W. Harwig, na de dood van Jan Hendrik Stuirman.
F.A. baron van Ittersum tot den Oosterhof, provinciaal rentmeester van Sibculo en Albergen, vertegenwoordigd door de procureur J.W. Harwig, na de dood van Jan Hendrik Stuirman.
1772 nov 25 (dl. G, fol. 375).
F.A. baron van Ittersum tot de Oosterhof, als rentmeester van Sibculo en Albergen, met de ledige hand.
F.A. baron van Ittersum tot de Oosterhof, als rentmeester van Sibculo en Albergen, met de ledige hand.
laatste wijziging 15-02-2024
6.081 beschreven archiefstukken
652 gedigitaliseerd
totaal 91.407 bestanden
Kenmerken
Datering:
1236 - 1917 (1933)
Omvang archiefblok:
85,6 meter(s)
Omvang in stuks:
7
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Stukken jonger dan 100 jaar zijn beperkt openbaar.
Opmerkingen:
Voor informatie over de Stichting Familie Van Rechteren Limpurg Almelo zie de website www.stichtingvrl.nl.
Toegang:
Mensema, A.J., Raat, R.M. de, Woude, C.C. van der, huisarchief Almelo, 3 delen, 1236 - 1917 (1933), Zwolle (1993).
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 15-02-2024
6.081 beschreven archiefstukken
652 gedigitaliseerd
totaal 91.407 bestanden