Uw zoekacties: Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co., sedert 19...

0173 Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co., sedert 1917 de Twentsche Bank N.V. ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Woord vooraf
2. Geschiedenis van de Bank
3. Verantwoording van de inventarisatie
0173 Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co., sedert 1917 de Twentsche Bank N.V.
Inleiding
3.
Verantwoording van de inventarisatie
Een gedeelte van het archief van de Twentsche Bank - bijna zestig strekkende meter - werd in 1977 naar het Rijksarchief in Overijssel te Zwolle overgebracht, vanuit het hoofdkantoor van de ABN - nu in 1996 de ABN AMRO Bank - aan de Spuistraat te Amsterdam. Over de wijze van bewaring en de berging daar zijn geen gegevens bekend. Wellicht zijn na de fusie van De Twentsche Bank en de Nederlandsche Handel-Maatschappij tot de Algemene Bank Nederland (ABN) in 1964 de archieven van beide instellingen aldaar geconcentreerd geweest, zonder dat een echt duidelijke scheiding werd aangebracht. In het archief dat naar Zwolle werd overgebracht, werden nog verschillende stukken aangetroffen, die afkomstig waren van de Handel-Maatschappij. Bij de inventarisatie werden deze stukken van het archief afgescheiden en naar het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage overgebracht om gevoegd te worden bij het daar berustende archief van de Handel-Maatschappij.
In 1982/1983 werd door de stagiaire F. de Boer, adspirant-middelbaar archiefambtenaar, begonnen met de omvangrijke inventarisatiearbeid aan het archief van de Bank. De heer De Boer voltooide in 1983 zijn werkstuk, de inventaris *  . Reeds bij de inventarisatie constateerde hij, dat er waarschijnlijk belangrijke en omvangrijke bestanden van het archief ontbraken.
Nadat in 1985 en latere jaren belangrijke aanvullingen op het archief waren overgebracht van het hoofdkantoor van de Algemene Bank Nederland te Amsterdam naar het Rijksarchief te Zwolle, werd in 1996 aan de bewerker van de onderhavige inventaris - die reeds de heer De Boer tijdens diens stage had begeleid - opgedragen die aanvullingen te beschrijven en te integreren in de reeds bestaande inventaris, die daardoor met ongeveer de helft toenam in omvang. Tegelijkertijd werden ook gedeelten afgestoten, omdat zij archivistisch niet tot de archieven van De Twentsche Bank N.V. behoorden en elders adequaat konden worden ingepast. Het archief van de Geldersche Credietvereeniging ging naar het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage *  en dat van het Administratie-kantoor van Aandelen in Vennootschappen en in Binnen- en Buitenlandse Leeningen (Kerkhoven & Co) te Amsterdam, (1842) 1917-1948 naar het Gemeentearchief van Amsterdam *  .
Al bij het beschrijven van de diverse stukken bleek echter dat op verschillende plaatsen in de inventaris van De Boer die stukken niet zondermeer ingepast konden worden. Besloten werd tot een nieuwe indeling, waarbij de toepassing van het structuurbeginsel als basis werd genomen. De definitieve ordening werd aangebracht door drs. H. Bordewijk.
Bij de ordening van het archief werd geen onderscheid gemaakt tussen het archief van de Twentsche Bankvereeniging en dat van De Twentsche Bank N.V.. Immers, de laatste is de voortzetting van de eerste, zij het in een andere juridische vorm. Bovendien werd door de archiefvormer zelf geen verschil gemaakt. Er werd gewoon verder gewerkt met de reeds aanwezige stukken, zodat ook materieel geen scheiding was aan te brengen. Wel werd het archief van de "Credietvereeniging onder beheer van de Twentsche Bankvereeniging / Twentsche Bank N.V." gescheiden van de overige stukken, omdat hier duidelijk gesproken kan worden van een aparte archiefvormer. Bij de inventarisatie werden naast het 'hoofdarchief' nog vele andere archiefjes en fragmenten van archieven aangetroffen. Die achter het hoofdarchief werden ondergebracht in aparte afdelingen.
Vervolgens werd onderzocht of er ook een "oude orde" in het archief te ontdekken was. Sommige losse stukken werden aangetroffen in zakjes en omslagen, die van een nummer voorzien waren. Het bleek echter niet waarop die nummering sloeg en een nadere ordening aan de hand van die nummers bleek dan ook niet mogelijk. Eveneens bleek een aantal delen voorzien te zijn van een nummering. Zij bleken echter uitsluitend te slaan op de serie waarvan die delen of banden deel uit maken. Ondanks naspeuringen in de notulen van de commissarissen en de directie werden geen aanwijzingen gevonden omtrent de ordening van de archieven. Noch werden gegevens gevonden, waaruit zou blijken dat men werkte volgens een soort van registratuurplan. Dit gaf de bewerker de vrije hand om het archief naar eigen inzicht te ordenen, daarbij geleid door de aard van de aangetroffen stukken *  . Het zelfde was het geval met het archief van de Credietvereeniging en de andere aangetroffen archieven.
Hoewel het voor de hand zou liggen om te spreken van dé archieven in plaats van hét archief van de Bank - vennoten, commissarissen en directie zou men als archiefvormers kunnen beschouwen - is daarvan afgezien, omdat het archief als één geheel werd bewaard en beheerd, namelijk door de directie. Bovendien is het de directie die geldt als vertegenwoordiger van het bedrijf in en buiten rechte. Tevens kan men stellen, dat het archief door de directie wordt bewaard, niet alleen krachtens wettelijk voorschrift, maar ook als bewijs van décharge door de aandeelhouders. Gesteld kan dan ook worden dat het bedrijf - als rechtspersoon - ook de archiefvormer is.
Het archief van de Bank kon derhalve verdeeld worden in twee hoofdafdelingen, n.l. A. Stukken van algemene aard en B. Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen. In afdeling A vonden ondermeer de notulen, de correspondentie en de jaarverslagen hun plaats van respectievelijk de vennoten, de commissarissen en de directie. De afdeling B is onderverdeeld in acht rubrieken. In de rubriek bedrijfsvorm vonden ondermeer statuten en reglementen hun plaats, alsmede stukken betreffende het aandelenkapitaal en betreffende de omzetting van de Twentsche Bankvereeniging in De Twentsche Bank N.V.. In de rubriek bedrijfsmiddelen zijn stukken te vinden met betrekking tot het personeel en de eigendommen van de Bank. De stukken met betrekking tot het hoofdkantoor, de rayons en de bijkantoren en de geaffilieerde firma's en banken zijn te vinden onder de bedrijfsvoering. De bijkantoren zijn in de bij de Bank gebruikelijke volgorde geplaatst. De geaffilieerde firma's en banken zijn opgenomen in chronologische volgorde, bepaald door het moment van overname. Tenslotte zijn er nog aparte rubrieken voor financiën, de credieten, de syndicaten en effecten, de juridische zaken en de publiciteit.
Met nadruk moet tenslotte nog gewezen worden op de uitgebreide serie notulen met bijlagen van de jaarlijkse algemene vergadering van de commanditaire en naamloze vennoten over de periode 1871 - 1964. Deze serie vormt de ruggegraat van het archief van de Bank. De notulen en de bijlagen zijn naderhand gebonden in banden, die soms een omvang wisten te bereiken van meer dan een halve meter per band. In deze bijlagen worden dan ook veelal belangrijke stukken gevonden, die men anders elders zou hebben aangetroffen.
Na het archief van de Bank volgt het archief van de Credietvereeniging. Vervolgens zijn opgenomen de bij het hoofdarchief aangetroffen archieven van 'Instellingen voor en door het personeel', van 'Dochterondernemingen', van 'Overgenomen en geliquideerde banken, kantoren en ondernemingen', van 'Verenigingen en functionarissen', en van 'Leden van de familie Blijdenstein en aanverwanten'. De volgorde van de in deze afdelingen beschreven archieven is chronologisch, zij het dat bij de 'dochterondernemingen' de chronologie bepaald werd door het tijdstip waarop de maatschappij of onderneming inderdaad een dochter werd van De Twentsche bank N.V. of haar voorganger. Deze archieven zijn bij de inventarisatie niet verder onderverdeeld, omdat de hoeveelheid stukken gering was en een nadere rubricering eerder verwarrend dan overzichtelijk zou werken.
Niet van de Bank afkomstig zijn de 'Archieven van leden van de familie Blijdenstein', die in 1989 door het Rijksarchief in Overijssel werden verworven *  van Mevrouw C.W.L. van Notten-Blijdenstein te Maarn. Toch werden zij bij deze inventaris gevoegd, omdat zij grotendeels betrekking hebben op personen, die bemoeiienissen met de Bank hadden en vanwege hun inhoud. Opmerkelijk is daar de aanwezigheid van de vele brieven, die kennelijk door onderscheidene leden van de familie bewaard zijn, om daaruit de 'grote daden' van het voorgeslacht te kennen voor het nageslacht.
Want deze brieven bevatten bijna uitsluitend zaken betreffende de Twentsche Bankvereeniging en De Twentsche Bank N.V. Eveneens in het depôt van het Overijsselse Rijksarchief bevinden zich stukken, afkomstig van de familie Blijdenstein over de periode 1407 - 1970, door het Rijksarchief in 1973 verworven *  van mevrouw J. Blijdenstein-Jansen te Hengelo. Deze betreffen voornamelijk de oudste generaties van de familie Blijdenstein *  en de takken *  , die geen rechtstreekse bemoeiienis hadden met de Twentsche Bankvereeniging. Deze stukken zijn derhalve niet in deze inventaris opgenomen.
Om de raadpleging van de inventaris van het archief te vergemakkelijken is aan het eind een index toegevoegd. Voor het samenstellen van de index is ondermeer gevolgd de handleiding van het Nederlands Orgaan voor de Bevordering van de informatieverzorging (NOBIN) *  . Niet opgenomen in de index zijn de in de Inleiding en de Bijlagen genoemde personen en bedrijven.
In 1991 is formeel een overeenkomst van inbewaargeving aangegaan tussen de Algemene Bank Nederland N.V. te Amsterdam, als rechtsopvolger van de Twentsche Bank N.V., en het Rijksarchief in Overijssel. Daarbij is ondermeer overeengekomen, dat archiefbescheiden jonger dan dertig jaar alleen mogen worden geraadpleegd na tevoren daartoe verkregen schriftelijke toestemming van de eigenaar, de Algemene Bank Nederland N.V. De archiefbescheiden in de inventarisnummers (zie p. xxxiv) mogen tot 75 jaar na hun datering uitsluitend worden geraadpleegd na voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar. (In 1997 werd de openbaarheidsbeperking terug gebracht van 75 naar 50 jaar (2018)).
Last, but not least gaat de dank van de bewerker uit naar de hulp die hij van verscheidene collega's ontvangen heeft bij het oplossen van verschillende problemen op het gebied van de beschrijving en de ordening. Op energieke wijze werd de eindfase van de inventarisatie begleid door de rijksarchivaris drs. H. Bordewijk, waardoor de 'vaart' gewaarborgd bleef. In een eerder stadium vervaardigde de heer drs. A.L.A. Wevers een historisch overzicht van de Twentsche Bankvereeniging en De Twentsche Bank die bij de inventarisatie zijn nut bewees. Dé geschiedenis van de Bank werd tenslotte geschreven door Ton de Graaf en Jaap-Jan Mobron, beide verbonden aan het ABN AMRO Historisch Archief te Amsterdam. Aan die instelling zijn ook de Bijlagen bij de Inleiding te danken.
De inventaris van de archieven van de Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co. en De Twentsche Bank N.V. werd op 15 november 1996 door drs. H. Bordewijk, rijksarchivaris in Overijssel, aangeboden aan drs. J.H.H. Mans, burgemeester van de gemeente Enschede, en aan de heer G.J. Kalff, directeur-generaal kantorennet van ABN AMRO te Amsterdam, bij gelegenheid van de feestelijke heropening van het kantoor Enschede van ABN AMRO. Van de 'Geschiedenis van de Bank' onderdeel van de 'Inleiding' van de inventaris verscheen een aparte brochure, getiteld 'Van Katoentjes tot Persoonlijke Lening'. Zwolle, 15 november 1996. Albertus Jans Mensema
In 2022 is een particuliere aanwinst aan deze inventaris toegevoegd, bestaande uit fotoalbums en losse foto's, die allemaal betrekking hebben op personeelsleden en de sportvereniging van de Twentsche Bank N.V. in Amsterdam. Deze aanwinst betreft inventarisnummers 3247 t/m 3255 (Rubriek 3.6)
4. Literatuur
5. Solidaire Vennoten etc. van de Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co en De Twentsche Bank N.V. te Amsterdam
6. Kantoren etc. van de Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co en De Twentsche Bank N.V. te Amsterdam

Kenmerken

Datering:
(1796) 1861 - 1964 (1984)
Toegang:
Mensema, A.J. en Jong, R. de, Twentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co., sedert 1917 de Twentsche Bank N.V., (1796) 1861 - 1964 (1984), Zwolle (1996, 2022).
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is beperkt openbaar
Opmerkingen:
Aanvullende literatuur: D.C.J. van der Werf, Van Twentse Bank naar algemene bank. Geschiedenis van de Twentsche Bank 1840-1964, uitgeverij Boom 2014 (735 p).
Archiefvormer(s):