Uw zoekacties: Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie)

0122 Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie) ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Voorwoord
2. Het notariaat
3. De situatie in Overijssel voor 1811
4. De invoering van het notariaat 1808-1812
5. De notariële wetgeving en de taak van de notaris
0122 Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie)
Inleiding
5.
De notariële wetgeving en de taak van de notaris
Het notariaat was geregeld volgens de wet van 25 ventôse an XI (16 maart 1803) en werd in ons land ingevoerd krachtens het keizerlijk decreet van 18 oktober 1810 per 1 januari 1811 *  . De notarissen werden daarin omschreven als "les fonctionnaires publics établis pour recevoir tous les actes de contrats auxquels les parties doivent ou veulent faire donner le caractère d'authenticité attaché aux actes de l'autorité publique, et pour en assurer la date, en conserver le depôt, en delivrer des grosses et expéditions", openbare ambtenaren, die bevoegd zijn om alle akten en overeenkomsten, waaraan belanghebbenden behoefte hebben, op te maken en daaraan het karakter van een authentieke akte te verlenen, deze akten te bewaren en daarvan afschriften te verstrekken.
De notaris werd verplicht om de onder hem berustende akten, de zgn. minuten in te schrijven in een répertoire of repertorium. De inschrijving moest geschieden dag voor dag onder doorlopende nummers in de volgorde waarin de akten voor de notaris werden verleden. Ook werden door hem ingeschreven de zgn. akten in brevet. In uitzonderlijke gevallen stond de wet namelijk toe, dat er authentieke akten werden opgemaakt, die aan de belanghebbende werden uitgereikt. Van deze akten bestaan dus geen minuten, die bij de notarissen bewaard werden. Ook deze akten werden in het repertorium bijgeschreven. Van het door de notaris bijgehouden repertorium moest jaarlijks het dubbel bij de arrondissementsrechtbank worden gedeponeerd. De door de notaris opgemaakte minuten en repertoria moest hij zorgvuldig bewaren.
Notarissen werden voor het leven benoemd en kregen bij hun benoeming een standplaats aangewezen. Deze standplaatsen werden aangewezen volgens de rechterlijke organisatie. Volgens de wet van 1803 werden zij verdeeld in drie klassen: a. notarissen in plaatsen waar een hof van appèl gevestigd was; b. notarissen in plaatsen met een rechtbank van eerste aanleg; c. notarissen in plaatsen met een vredegerecht. Al deze rechtbanken hadden ambtsgebieden, die elkaar overlapten. In Overijssel was het Departementaal-later Provinciaal-Gerechtshof de hoogste rechterlijke instantie. Daaronder ressorteerden de rechtbanken van eerste aanleg in de arrondissementen Almelo, Deventer en Zwolle. De vredegerechten bedienden de verschillende kantons waaruit een arrondissement bestond. Onder een kanton behoorden weer verschillende burgerlijke gemeenten. Deze indeling gold in de Franse tijd ook voor het burgerlijk bestuur. In de rechterlijke organisatie is deze indeling-zij het met de nodige wijzigingen-tot op de huidige dag gehandhaafd.
De standplaats van een notaris was gebonden aan een kanton. Binnen dat ressort was hij bevoegd zijn ambt uit te oefenen of zoals men plechtig uitdrukte "zijn protocol te houden". De bewaring van de akten en repertoria van een notaris was eveneens aan de standplaats gebonden. Werd op zijn verzoek de standplaats gewijzigd, dan kon dat ook consequenties inhouden voor de bewaring van de bescheiden. Wanneer de notaris zijn standplaats binnen het kanton verplaatste, dan bleef hij in het bezit van zijn akten en repertoria. Zo hield notaris Johan Willem Daniël Kaempff eerst kantoor te Wanneperveen, maar sedert 1834 te Blokzijl. Aangezien beide plaatsen in hetzelfde kanton waren gelegen, n.l. Vollenhove, bleef hij de beschikking houden over zijn reeds in 1832 aangevangen akten en repertoria. Hetzelfde was het geval met notaris Gerard Jordens, die van 1860-1878 te Haaksbergen resideerde en vervolgens tot 1898 te Enschede. Willem Berends, die van 1814-1815 te Ootmarsum resideerde en van 1816-1825 te Raalte mocht zijn akten en bescheiden niet meenemen, want Ootmarsum en Raalte lagen in verschillende kantons.
De Franse wetgeving bleef voor wat betreft het notariaat tot 1842 van kracht. Op 16 oktober van dat jaar werd de Wet op het Notarisambt ingevoerd. De gehele opbouw van de wet was vrijwel gelijk aan die van 1803. De omschrijving van de notarissen luidde: "De notarissen zijn openbare ambtenaren, uitsluitend bevoegd om authentieke akten te verlijden wegens alle handelingen, overeenkomsten en beschikkingen, waarvan de wet gebiedt of de belanghebbenden verlangen, dat bij authentiek geschrift blijken zal; daarvan de dagteekening te verzekeren; de akten in bewaring te houden en daarvan grossen, afschriften en uittreksels uit te geven; alles voor zoo ver het verlijden dier akten door de wet niet ook aan andere ambtenaren opgedragen of aan dezelve geheel voorbehouden is". Behoudens een aantal wijzigingen is deze wet thans nog geldig.
6. Het toezicht op de notarissen
7. De archieven
8. Verantwoording van de inventarisatie
9. Indeling van de provincie Overijssel in arrondissementen en kantons tot 1877
10. De indeling van het ressort van het Gerechtshof te Arnhem, voorzover van belang voor de provincie Overijssel, 1877-1933
11. De indeling van het ressort van het Gerechtshof Leeuwarden
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1811 - 1925 (1932)
Toegang:
Jong, R. de, A.J. Mensema, J.H. Wigger, Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie), 1811 - 1925 (1932), Zwolle (1998).
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Akten van testament of codicil jonger dan 100 jaar zijn beperkt openbaar. Repertoria zijn wel openbaar
Opmerkingen:
Door gebruik in de studiezaal kan het voorkomen dat de stukken in de omgekeerde volgorde in de archiefdozen zitten. Deze stukken worden gescand in de aangetroffen volgorde. Het kan daarom helaas voorkomen dat de scans in de omgekeerde volgorde online zichtbaar zijn.
Bijzonderheden:
De archieven van de notarissen in de huidige gemeenten Kampen, Deventer en Enschede bevinden zich in de gemeentelijk archiefdiensten. Voor Olst, Wijhe en Raalte vanaf 1916 zie 0122.4. Testamenten uit de periode 1916-1925 zijn nog niet overgedragen.
Categorie: