Uw zoekacties: Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie)

0122 Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie) ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Voorwoord
2. Het notariaat
3. De situatie in Overijssel voor 1811
0122 Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie)
Inleiding
3.
De situatie in Overijssel voor 1811
In Overijssel was het notariaat voor 1811 niet geheel onbekend. Met name in de middeleeuwen trof men hier notarissen aan, gelijk ook elders in de Nederlandse gewesten. Die notarissen ontvingen meestal hun "brieven van creatie" van de keizer of van de paus. Wilden zij hun ambt uitoefenen, dan diende toelating of admissie verkregen te worden van de bisschop in wiens bisdom of diocees men het ambt wilde uitoefenen. Voor de gebieden, die later Overijssel genoemd zouden worden, was dat de bisschop van Utrecht, die tevens tot 1528 landsheer van dat gewest was. In 1316 zijn de eerste sporen van een notaris te vinden; hij verricht dan zijn werkzaamheden binnen de stad Deventer *  . Van geen enkele latere notaris zijn protocollen bewaard gebleven, hoewel men diverse door hen uitgevaardigde akten in verschillende archieven kan tegenkomen *  . Van één van hen is echter toch een soort van protocol over. Het gaat om de activiteiten van Hermannus Rauwerdinck over de periode 1563-1571. De in dat protocol opgetekende akten betroffen echter alle werkzaamheden, die hij uitvoerde voor de Vrouwe van Almelo. Wellicht dat men-in dit geval-toch meer van een persoonlijke dienaar van de Vrouwe kan spreken.
Tenslotte werd het notariaat door Karel V in 1531 en 1540 door middel van plakkaten geregeld in navolging van de voor het Duitse Rijk in 1512 uitgevaardigde "Reichsnotariatsordnung" *  .
Door de onzekere situatie, die ontstond als gevolg van het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog en de daarmee gepaard gaande afbrokkeling van het landsheerlijke gezag, sorteerden deze plakkaten voor Overijssel geen effect. Het notariaat verdween bijkans geheel uit Overijssel. Maar met name in de drie IJsselsteden vond men-vooral onder katholieken-tot in het begin van de 17e eeuw nog activiteiten van notarissen.
Daarnaast schreef het Overijsselse landrecht voor dat verschillende akten voor de schout of de richter en in de steden ten overstaan van de schepenen gepasseerd moesten worden, met uitsluiting van ieder ander. Bovendien hadden sedert 1624 voor notarissen en getuigen verleden akten van volmacht zelfs geen enkele rechtskracht *  . En eveneens schreef het landrecht voor, dat b.v. akten betreffende leengoederen, tinsgoederen of hofhorige goederen in het daarvoor bestemde gericht (leenhof of hofgerecht) opgemaakt moesten worden. Het opmaken van akten in het schoutengericht of landgericht en bijv. het leenhof noemde men de zgn. vrijwillige rechtspraak.
De schouten en richters op het platteland en de schepenen in de steden waren verplicht tot het bijhouden van protocollen, waarin nauwkeurige aantekening gehouden moest worden van hun handelen in de vrijwillige rechtspraak. Deze registers worden bewaard in de oud- rechterlijke archieven, samen met de protocollen van de contentieuze rechtspraak. Daarin werd aantekening gehouden van hun handelen als in geschillen bevoegde rechters *  .
4. De invoering van het notariaat 1808-1812
5. De notariële wetgeving en de taak van de notaris
6. Het toezicht op de notarissen
7. De archieven
8. Verantwoording van de inventarisatie
9. Indeling van de provincie Overijssel in arrondissementen en kantons tot 1877
10. De indeling van het ressort van het Gerechtshof te Arnhem, voorzover van belang voor de provincie Overijssel, 1877-1933
11. De indeling van het ressort van het Gerechtshof Leeuwarden
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1811 - 1925 (1932)
Toegang:
Jong, R. de, A.J. Mensema, J.H. Wigger, Notarissen in Overijssel (2e aangevulde versie), 1811 - 1925 (1932), Zwolle (1998).
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Akten van testament of codicil jonger dan 100 jaar zijn beperkt openbaar. Repertoria zijn wel openbaar
Opmerkingen:
Door gebruik in de studiezaal kan het voorkomen dat de stukken in de omgekeerde volgorde in de archiefdozen zitten. Deze stukken worden gescand in de aangetroffen volgorde. Het kan daarom helaas voorkomen dat de scans in de omgekeerde volgorde online zichtbaar zijn.
Bijzonderheden:
De archieven van de notarissen in de huidige gemeenten Kampen, Deventer en Enschede bevinden zich in de gemeentelijk archiefdiensten. Voor Olst, Wijhe en Raalte vanaf 1916 zie 0122.4. Testamenten uit de periode 1916-1925 zijn nog niet overgedragen.
Categorie: