Uw zoekacties: Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justi...

0108.4 Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
2. Taak en samenstelling
3. Geschiedenis van het archief
4. Verantwoording van de bewerking
0108.4 Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Zwolle
Inleiding
4.
Verantwoording van de bewerking
De selectie en inventarisatie van dit "tienjarenblok" werd uitgevoerd door de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) uit Winschoten in de periode januari - maart 1998. Deze bewerking kon worden uitgevoerd in het kader van het raamconvenant van 20 december 1995 tussen de directeur Gerechtelijke Diensten Arrondissement Zwolle, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de CAS.
De bewerking en overbrenging, anders dan gebruikelijk aan het eind van een "tienjarenblok", vond plaats in verband met de verkorting van de overbrengingstermijn om archiefbescheiden over te brengen naar de Rijksarchiefbewaarplaats. Deze verkorting van de overbrengingstermijn van 50 naar 20 jaar en de toestemming bescheiden over te dragen anders dan in hun oorspronkelijke vorm, zijn de meest opvallende veranderingen in de nieuwe Archiefwet 1995 *  .
De bescheiden die zijn overgedragen in voorafgaande tienjarenblokken en zich reeds bevinden in het Rijksarchief worden in deze inventaris aangeduid met het teken (-). Daarbij wordt verwezen naar het inventarisnummer uit de periode 1838-1939, 1940-1949 of 1950-1959. In de meeste gevallen betreft dit bescheiden (veelal registers of ingangsystemen) die jaren doorlopen en de tienjaren blokken overlappen.
Met de aanwezige toegangsystemen waren de bescheiden goed te controleren en hieruit bleek dat deze over het algemeen volledig waren. De aanwezige archiefstukken bestaan in hoofdzaak uit series, die meestal chronologisch en soms alfabetisch geordend zijn.
De rekesten werden in de veertiger jaren nog ondergebracht in één register en vervolgens werden verschillende rubrieken gevormd; vanaf 1950 heeft men er voor gekozen van de in het register opgenomen rekesten en de hierop betrekking hebbende beschikkingen ook één serie te vormen. Hiernaast zijn van grotere series rekesten die betrekking hebben op onder andere krankzinnigen, faillissementen en onder toezicht stelling aparte reeksen gevormd met zo veel mogelijk eigen ingangssystemen. Deze zijn dan ook niet opgenomen in het register.
Een ongeveer zelfde handelwijze heeft men toegepast bij de deponeringen, namelijk een algemeen register waarna verschillende stukken chronologisch geordend zijn, voor een deel heeft men rubrieken gevormd met afzonderlijke onderwerpen.
Vanwege het feit dat de in het verleden overgebrachte archiefbescheiden op een zelfde wijze zijn geïnventariseerd en uit respect voor de oude orde, is in de ordening geen verandering aangebracht.
De bescheiden zijn geschoond volgens de vernietigingslijst van 1991 *  voor de rechtbanken.
Voor de bewerking door de CAS waren door de arrondissementsarchivaris al tussentijdse schoningen uitgevoerd. Bij aanvang van de bewerking door de CAS had het archief een omvang van 42 strekkende meter. Na de selectie resteerde een bestand van 30,75 strekkende meter.
Bij de totstandkoming van de inventaris voor dit deelarchief is ongeveer een zelfde indeling aangehouden, als de reeds beschreven en overgedragen bescheiden die zich in het Rijksarchief van Overijssel bevinden. In de inventaris treft u bijlagen aan die de bewaard gebleven straf- en faillissementszaken nader toegankelijk maken, voor deze vorm is gekozen omdat dit aansluit bij de handelwijze die gebruikelijk is bij bovengenoemd rijksarchief.
5. Wenken voor het onderzoek in de archieven
6. Geraadpleegde bronnen en literatuur
7. Bijlage: Functionarissen bij de rechtbank en het parket van de officier van justitie

Kenmerken

Datering:
1960 - 1969
Omvang archiefblok:
44 m 340 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Stukken jonger dan 75 jaar zijn beperkt openbaar.
Toegang:
Achter de Molen, A., Inventaris van de archieven van de Arrondissementsrechtbank te Zwolle, 1960 - 1969, en het Parket van de Officier van Justitie te Zwolle, 1960 - 1969, 1960 - 1969, Zwolle (2004).