Uw zoekacties: Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justi...

0108.4 Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
0108.4 Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Zwolle
Inleiding
1.
Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
Niet de bezetting, maar de jaren zestig worden in kringen van vakhistorici gezien als de belangrijkste periode van deze eeuw. Waren tijdens de oorlog de wezenlijke structuren in tact gelaten, in de jaren zestig werd vernieuwing de leuze.
Voor mijzelf geldt, dat ik als tiener de jaren zestig inging en als twintiger de jaren zestig afsloot.
Ongetwijfeld zijn mijn ouders ook geconfronteerd met mijn veranderende gedrag, anders dan dat dit gewoonlijk is bij deze leeftijdsgroep leek de hele bevolking een dergelijke verandering in het gedrag te vertonen.
De jaren zestig waren muziek, onrust en burgerlijke ongehoorzaamheid. Door arbeidsvrije zaterdag vanaf begin jaren zestig en de stijgende lonen vanaf 1964 realiseerden de burgers zich de wellicht blijvende welvaart.
Een golf van democratiseringspogingen overspoelde het land in vele sectoren.
Het volk leek ontwaakt en kwam met spandoeken de straat op. Rellen verstoorden de vrede. Het gezag kwam onder vuur, of meer toepasselijk onder rookbommen en steenworpen en zijn dragers moesten de bakens verzetten om erger te voorkomen.
Een groot deel van de gevolgen van deze veranderingen werd voorgelegd aan de justitie.
De in het algemeen sterk verouderde rechterlijke macht kwam in een snel veranderende samenleving steeds geïsoleerder in de maatschappij te staan. Ook werd in de jaren zestig meer en meer kritiek uitgeoefend op de persoon van de rechter en op de rechterlijke macht.
Verschillende geruchtmakende zaken werden in verband gebracht met klasse justitie.
In zijn boek "Studenten, moordenaars en ander volk" schreef mr J.J. Abspoel tien jaar na het maagdenhuis proces, destijds officier van justitie in deze zaak, dit proces als een justitiële vergissing te beschouwen. Te meer daar het proces het omgekeerde effect had van dat wat wij er mee wilden beoogden. De publieke opinie, die aanvankelijk tegen de bezetters was, sloeg volgens de schrijver tijdens het proces om. Mede van invloed op deze kritiek was waarschijnlijk het zich sterk in aantal toenemende zaken waarin een beroep op de rechterlijke macht werd gedaan.
Ook in het arrondissement Zwolle nam het aantal zaken in deze en voorafgaande jaren toe, en was de capaciteit aan ruimte in het paleis van Justitie aan de Blijmarkt 20 niet meer toereikend om de bij dit aantal zaken behorende ondersteuning te kunnen huisvesten.
In de jaren vijftig werd dit onderwerp in gesprekken met het Ministerie van Justitie reeds naar voren gebracht. Aanvankelijk vond in december 1959 een onderzoek plaats om de gevraagde uitbreiding van 30 procent te realiseren in het bestaande pand.
Noch de indeling noch de uitwendige architectuur laten een tweede verdieping toe, ook blijkt dat geen enkele zijde van het gebouw zich leent voor uitbreiding . Aldus een naar aanleiding van dit onderzoek uitgebracht rapport.
Uiteindelijk besluit Minister van Justitie mr. A.Ch. W. Beernink op 19 maart 1960 tot nieuwbouw van een gerechtsgebouw te Zwolle, waarin tevens het Kantongerecht Zwolle, Raad van Beroep en het Ambtenarengerecht worden ondergebracht.
Als lokatie wordt door de gemeente een terrein op het Groot Weezenland tegenover het dan nog te bouwen provinciehuis aangeboden.
Bij de minister wordt er op aangedrongen om op korte termijn over te gaan tot aankoop van dit terrein, omdat er ook plannen bestaan hier een cultureel centrum alsmede een gebouw voor de Overijsselse Landbouwmaatschappij te vestigen.
In de volksmond werd dit gebied de Blekersvelden genoemd, waarschijnlijk omdat dit terrein vroeger deel uit maakte van wasserij "De Bosbleek", maar een mogelijkheid kan ook zijn dat het vernoemd is naar "het op de bleek leggen van was" om de helderheid in het wasgoed terug te verkrijgen.
Door de gemeente werd in 1963 het terrein groot 8660 m2 aangeboden voor f 65,- per m2.
Door onderhandelingen over de precieze bouwgrens werd pas in 1967 het terrein verkregen. Wel werd door de gemeente Zwolle vanaf 1 januari 1966 een rente van 6 1/2 % per jaar berekend over de koopprijs van f 562.900,-.
In de gemeenteraadsvergadering van 20 februari 1967 (1) gaat de gemeenteraad van Zwolle akkoord met verkoop van het terrein. De akte van verkoop werd op 14 juli 1967 op het stadhuis ten overstaan van notaris A.J. Tom gepasseerd, waarna een realisatie van en nieuwe rechtbank niets meer in de weg stond.
Door de Rijksgebouwendienst werd de architect Ir J. Kruger uit Voorburg aangetrokken.
Hiervoor was deze architect betrokken bij de nieuwbouw van het kantongerecht Eindhoven.
In 1963 werd door hem het eerste ontwerp van het nieuwe paleis van Justitie aangeboden.
Verder zullen de jaren zestig bestaan uit het maken van plannen en tekeningen.
In de inventaris van de jaren 1970-1979 hoop ik u verder te informeren over de aanbesteding, bouw en ingebruikname van het paleis van Justitie.
In de jaren zestig werd het gebied van het arrondissement uitgebreid door het droogvallen van Zuidelijk Flevoland in mei 1968.
In Oostelijk Flevoland, welk gebied was drooggevallen in 1957, verschenen in de polder de eerste
bewoners en ontstaan de plaatsen Dronten (1960), Biddinghuizen (1961), Swifterband (1962) en Lelystad (196.)
Aanvankelijk lag het in de bedoeling om hier net als in de Noordoost Polder een groot aantal plaatsen te stichten, men heeft zich beperkt tot bovengenoemde plaatsen die zijn ondergebracht in een tweetal gemeenten. De plaatsen vormen dan nog geen eigen gemeente maar vallen onder het bestuur van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeer Polder (o.l. Z.IJ.P.) Deze dienst beheert tot de vorming van de gemeenten Dronten en Lelystad in respectievelijk 1972 en 1980 ook de taken van de Burgerlijke Stand.
2. Taak en samenstelling
3. Geschiedenis van het archief
4. Verantwoording van de bewerking
5. Wenken voor het onderzoek in de archieven
6. Geraadpleegde bronnen en literatuur
7. Bijlage: Functionarissen bij de rechtbank en het parket van de officier van justitie

Kenmerken

Datering:
1960 - 1969
Omvang archiefblok:
44 m 340 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Stukken jonger dan 75 jaar zijn beperkt openbaar.
Toegang:
Achter de Molen, A., Inventaris van de archieven van de Arrondissementsrechtbank te Zwolle, 1960 - 1969, en het Parket van de Officier van Justitie te Zwolle, 1960 - 1969, 1960 - 1969, Zwolle (2004).