Uw zoekacties: Schoutambt Raalte

0072.2 Schoutambt Raalte ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0072.2   Schoutambt Raalte
Lijst van processtukken
1 Dr. Theodorus Wierman, Volm. van den Heer Henrick Bentinck, tot Werckeren, etc., Landdrost van Sallant, waarmede zich voegt Dr. Richard van Rhijn, Oud Burgemeester van Zwolle, arrestanten
ca
Lambert Gerrijts in huwelijk hebbende Berntjen Frerix, gearresteerde
Inzake vordering tot betaling van boeten in geld en haver waartoe gearresteerde zoowel door den Landdrost voormeld als diens ambtsvoorganger is gecondemneerd wegens niet nakoming van trouwbeloften aan zijne tegenwoordige vrouw gedaan en tot betaling der declaratie van kosten door Dr. R. van Rhijn ten behoeve van Berntjen Frerix tot nakoming van die beloften aangewend, 1676. i
2 Peter Greven, voor zich en als cessionaris van Dr. Everhard Bouwer, arrestant
ca
Louis de Meaux Baron de Rosa, gearresteerde
Inzake vordering tot betaling van hetgeen gearresteerde uit hoofde van aan hem geleverde waren zoowel aan arrestant als aan wijlen Jan Arentsen verschuldigd is, met renten en kosten, 1676. i
3 Catharina Cornelia van Goltsteien, erfdochter tot Reinouw en Vloten, protestante
ca
Peter Greven, koopman te Deventer, geprotesteerde
Inzake vordering tot verklaring van de nulliteit eener door geprotesteerde aangekondigde verkooping van 1/5 gedeelte der erven en goederen "de Braecke" en Norup" onder het gericht van Raalte gelegen, uit kracht eener sententie den 16en Oct. 1677 tusschen geprotesteerde en Baron de Rosa gewezen, als zijnde protestante de eenige eigenaresse van die erven, 1678 - 1679. i
4 Dr. Theodorus Wierman als advocaat fiscaal van den Landdrost van Sallant, klager
ca
Jan van Coeverden toe Scherpenzeel en de Hare, beklaagde
"Aensprake" met bijlagen, geexhib. 27 April 1680 inzake vordering tot veroordeeling van beklaagde in de betaling eener boete wegens mishandeling van den schout van Olst Arnold Willekes, 1680 (gesurrogeerd gericht). i
5 Arnold Willekes, schout van Olst (vervolgd door zijn weduwe), impetrant en geëxcipieerde
ca
Jan van Coeverden toe Scherpenzeel en de Hare, geïmpetreerde en excipiënt
Inzake vordering o.m. tot betaling eener geldsom ter dispositie van impetrant wegens mishandeling van denzelven door geïmpetreerde.
Exception. eisch: tot admissie der exceptie: Fori incompetentis et renvoij, 1680 - 1681. i
6 Lucas van der Ketten, pro se, en Joan Engels J.U.L t als momberen over de minderjarige kinderen van wijlen Derck van der Ketten, declaranten
ca
Geertruit Penninck wed. Jos Gerhard Vaegt tot Steenhuisen, c.s., gedeclareerden
Inzake declaratie van kosten gemaakt in een proces tot betaling van achterstallige en verschenen renten, 1682. i
7 Vrouw Ernestina van (den) Boetselaar van toutenborgh, "Douagire" van Anthonis van Haersolte tot Harxen, etc. arrestante en aanleggersche
ca
De gecommitteerden uit de ridderschap over de directie der Geestelijke goederen in Overijssel, gearresteerden en gedaagden
Inzake vordering tot voldoening der achterstallige renten van het Kapitaal door arrestante's wijlen echtgenoot opgeschoten tot betaling van de kooppenningen, verschuldigd wegens het tractaat door de Heeren Drosten e.a. gesloten met "de susteren reliqieusen van de orde van St Clara binnen Oldensaal" rakende "der religieusen vertrek ende verlaten van het Clooster binnen Oldensaal met de goederen en intraden daartoe gehorende", 1682. i
8 Inzake van preferentie en concurrentie tusschen de crediteuren in den boedel van Willem Herms, 1682 - 1683. i
9 Hendr. van Coverden Ten Berghe, impetrant, en geexcipieerde en triumphant
ca
Harmen Engelbert van Ensse tot Hekeren, gedaagde en excipiënt en succumbent
Inzake vordering tot betaling der kosten van een proces door impetrant tegen gedaagdes vader e.a. (Markerichter en goedheeren der marke Boculoe) voor het gericht van Oldenzaal gevoerd zoomede tot betaling van datgene hetwelk aan impetrant bij sententie in die zaak den 16en Maart 1667 gewezen, is geadjudiceert.
Exception. eisch: tot admissie der exceptiën: inqualificationis et non probatae intentionis, 1682 - 1687. i
10 Dr. Theod. Wierman, in qualiteit als advocaat fiscaal van den Landdrost van Sallant, impetrant, excipiënt en succumbent
ca
Jenneken Velthuis, gehuwd met Wolter Huinink, geïmpetreerde, geëxcipieerde en triumphant
Inzake vordering tot veroordeeling van impetrante in de betaling eener boete wegens het plegen van onzedelijke handelingen met den schout van Ommen Tomas van Muijden
Incidenteele eisch: tot verwijdering uit het quadrupliek van geïmpetreerde van eenige beleedigende woorden daarin gesteld alvorens de procedure wordt gesloten, 1685 - 1693. i
11 Maria Brouwers, wed. van Jacobus Everts van Luick, pandeischeresse
ca
Gerhard van Eghten toe den Relaer, pandverweerder
Inzake vordering tot voldoening van achterstallige en verschenen roggenrente gaande uit het erve "den Kijft gelegen in de bourschap Thijen Raen kerspel Raelte" verweerder toebehoorende, 1686 - 1687. i
12 Henrick Tideman, koopman te Deventer, arrestant en impetrant
ca
Wolter Voeth van Bogelskamp, later tegen zijne erfgenamen, gearresteerde en geïmpetreerde
Inzake vordering tot voldoening van het kapitaal dat gearresteerde aan de kinderen van wijlen Derck Tiedeman heeft schuldig beleden met renten en kosten, 1686 - 1688. i
13 De wed. van Frederick van Slecht en Jan Jacob van Slecht te 's-Gravenhage, geëxcipieerden
ca
Henrick van Coeverden toe den Berge, excipiënt
Stukken in exceptioneele vordering tot admissie der exceptiën: "informalitatis et incompetentis fori of van renvoeij".
Inzake geëxcipieerde's eisch tot voldoening eener rekening van aan excipiënt geleverde stoffen, 1687 - 1688. i
14 De erfgenamen van wijlen Jan Wijermarut (Jansen) Santkamp, pandeischers en incidenteel requiranten
ca
Luerdt Ripperda toe Winssum, pandverweerder en incidenteel gerequireerde
Inzake vordering tot voldoening van een kapitaal met renten en kosten tot betaling waarvan wijlen den heer Georgh Ripperda toe Winsum bij sententie den 28en Juni 1688 door den richter van Wijhe is gecondemneerd.
Incidenteele eisch: tot exhibitie van maagscheiding d.d. 11 April 1687 waarbij aan gerequireerde het erve en goed Marsman te Heeten gelegen, op de pachten waarvan door requiranten panding is gedaan tot verhaal van voorbedoelde geldsom, enz., is toegewezen, 1689 - 1690. i
15 1e De tijdelijke Diacen der stad Deventer
2e De momberen over de minderjarige kinderen van Willem Ratbelt
3e Willem Mensink, declaranten
ca
Engelbert van Doetinchem, Ouds Raadsheer, Heer van Spijkerbos, gedeclareerde
Declaratiën van kosten, in duplo, geëxhib. 13 Mei 1690 en Sententiën d.d. 17 Juni d.a.v. inzake vordering tot betaling der kosten aangewend tot verhaal van kapitaal en renten voor gedeclareerde aan declaranten verschuldigd en tot betaling waarvan hij bij sententie van het lage gericht der stad Deventer is gecondemneerd, 1690. i
16 Inzake van preferentie en concurrentie tusschen de crediteuren in den boedel van wijlen Ryckelt Volckhuijs, 1691 - 1694. i
17 Dr. Herman Eppenhof, pandeischer
ca
Henrik van Coevorden toe den Berge, pandverweerder
Inzake vordering tot voldoening van eischers rekening van salaris en verschot verdiend en gedaan inzake van verweerder
ca
Theodorus Scheppinck en Dr. Adolph Borgerink, 1691 - 1695. i
18 Luitt Wolter de Vos, declarant
ca
Wed. Willekes, oud-scholtinne van Olst, gedeclareerde
Inzake declaratie van kosten van declarants vader wijlen Pr. Anthonie de Vos. Lastens gedeclareerde en wijlen haar echtgenoot, 1693. i
19 De erfgenamen van procurator Ant. de Vos, declaranten
ca
Gerhard van Echten toe den Relaer. etc., gedesigneerde
"Designatie van kosten" met bijlagen, geëxhib. 22 Juni 1697 inzake vordering tot voldoening eener rekening van salaris en verschot van wijlen procurator Ant de Vos lastens gedesigneerde, 1693 - 1697. i
20 Dr. Antoni Bouwers, als volmr. van de kinderen en erfgenamen van Arent Arentsen, pro se et qq, arrestanten en geëxcipieerden
ca
Wilhelm van Lintelo toe d'Esa pro se et nom. uxoris, gedaagde, voorts Anna Wilhelmina van Lintelo toe Boxbergen, tezamen excipiënten
Eenige defecte stukken inzake de exceptiën: informalitatis, inqualificatie et non legitimé factae cessionis, enz., 1693, 1697 - 1698. i
21 De erfgenamen van wijlen Pr. Gerh. de Pomerede, pandeischers
ca
Neule N. Meijer op 't Voorthuis, gedaagde
Prothocollair reces d.d. 11 Juni 1695 inzake vordering tot betaling van achterstallige rente, 1695. i
22 Procesverbaal van den publieke verkoop van roerende goederen van wijlen Ds Joannes Wierman, in leven Predikant te Raalte, ten overstaan van het gericht gehouden 11 Nov. 1697, ter instantie van zijns kinderen en erfgenamen, 1697. i
23 Tonis Pasman, citant
ca
Barthold Wissinck, geciteerde
Inzake vordering tot voldoening van citant's rekening lastens geciteerde, 1705 - 1706. i
24 Catharina Elsabé van Heerd, impetrante en geëxcipieerde
ca
(Christiaan Carel Lintelo tot d'Ehse etc.) en Arnold van Dam, Raadsheer van 't Hof van Gelderland qq gedaagden en excipiënt
Inzake vordering tot uitkeering van het legaat met de rente dat door wijlen vrouwe Elsabé Maria Nagel, douairière van den heer Joan van Heerd tot d' Hofstede bij testament d.d. 16 Febr. 1717 is gemaakt.
Exceptioneele eisch: tot admissie der exceptiën eo modo, quo contra me agis, male agis et tibi adversus me non competit actio, 1717 - 1719. i
25 Jan Henriks Velthuijs, pandeischer
ca
Roelof Janssen op Mepplenbroek en Interveniënt voor de Wed. van Jan Arents op den Fiddelenclomp. pandverweerder
Inzake vordering tot voldoening van pacht van een stukje land "het Boscampjen" genaamd, gesproten uit het leenroerige erve "Pleegts" onder het kerspel Raalte in de buurtschap "Pleegst"gelegen, en met welk kampje eischer den 6en April 1717 is beleend, 1717 - 1720. i
26 (Mr.) Arnold van Dam, Raadsheer bij den Hove van Gelderland, pro se en als erfuijter en possesseur van den boedel van vrouw Elsabé Maria Nagel, douairière van Heerdt, tot de Hoeve, pandeischer en geexcipieërde
ca
Everhardina en Catharina Elsabé van Heerdt tot de Hofstede, pandverweerders en excipienten
Inzake vordering tot voldoening van het door verweerders aan eischer qq krachtens maagscheiding d.d. 9 Nov. 1711 schuldig erkende kapitaal met renten.
Exceptioneele eisch: tot admissie der dilatoire exceptie: non legitime praestitae cautionis, 1717 - 1722. i
27 (Jhr.) Diderich van Dorth, Heer van Vierakker en Brunsfeld, als in huwelijk hebbende vrouw Johanna Muhteld Doys, pandeischer
ca
Baron van Rouveroij, commandant tot Montjoij, pro se et qq, pandverweerders
Rekening van salaris en verschot van Dr. Arnold Bouwer 21 Juni 1718 - 11 Jan. 1720 en "Intendit" met bijlagen A - M geëxhib. 16 Jan. 1720 voor pandeischer inzake vordering tot betaling van restant renten gaande uit het erve Lohuijs of Losink en van van restant renten van een hypotheek op dat erve gevestigd, 1718 - 1720. i
0072.2 Schoutambt Raalte
Lijst van processtukken
27
(Jhr.) Diderich van Dorth, Heer van Vierakker en Brunsfeld, als in huwelijk hebbende vrouw Johanna Muhteld Doys, pandeischer
ca
Baron van Rouveroij, commandant tot Montjoij, pro se et qq, pandverweerders
Rekening van salaris en verschot van Dr. Arnold Bouwer 21 Juni 1718 - 11 Jan. 1720 en "Intendit" met bijlagen A - M geëxhib. 16 Jan. 1720 voor pandeischer inzake vordering tot betaling van restant renten gaande uit het erve Lohuijs of Losink en van van restant renten van een hypotheek op dat erve gevestigd, 1718 - 1720.
Datering:
1718 - 1720.
Reden geen uitleen:
Dit stuk is gedigitaliseerd
NB:
De bijlagen A.B.K. en L. ontbreken.

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 22-12-2016
1 gedigitaliseerd
totaal 40 bestanden
28 Willem Schellings, koopman te Amsterdam, aanlegger
ca
Eilert Muller te Raalte, gedaagde
Inzake vordering tot betaling van het restant eener rekening van aan gedaagde geleverde winkelwaren, 1719 - 1723. i
29 Thomas Inzen te Amsterdam, aanlegger
ca
Eilert Muller te Raalte, gedaagde
Inzake vordering tot betaling van het restant eener rekening van gedaagde geleverde winkelwaren, 1719 - 1723. i
30 Hendrik jan Knopper toe de Blankena, impetrant
ca
Willem Overmars, geïmpetreerde
Inzake vordering tot voldoening der kooppenningen van het erve Wiferdink, gelegen in het kerspel van Raalte, boerschap Lindert, met renten en kosten, 1728 - 1730. i
31 Henrik Braakman, aanlegger en requirant en gerequireerde
ca
de Wed. van Berent Wissink voor zich en als boedelhoudster van haar mans nalatenschap, gedaagde, gerequireerde en requirante
Inzake vordering tot voldoening eener rekening van aan wijlen Berent Wissink gedane leverantiën van hout, van arbeidsloon, etc.
1e incidenteele vordering tot editie van het koopmansboek van wijlen Berent Wissink
2e incidenteele vordering: removeering van eenige door aanlegger bij Tripliek overgelegde documenten, 1729 - 1744. i
32 Dr. Anthony Cornelis Maurik, Advocaat Fiscaal van den Landdrost van Salland, klager
ca
Jan Mensink, beklaagde
Inzake vordering tot condemneering van beklaagde in de betaling eener boete aan de hoogheid van Salland wegens het mishandelen van Derk Overmars tijdens deze met zijne mede gecommitteerden des kerspels ten huize van beklaagde bezig was met het tellen zijner koebeesten "en dien na de uitrekeninge van het hoorngeld het kerspel in rendemptie aangeschreven, op de te maken"., 1730 - 1736. i
33 Inzake van preferentie en concurrentie tusschen de crediteuren van Jacobus van Dam, gewezen Meijer op het erve Wolleger, 1738 - 1740. i
34 Baron van Nagel, Heer van Ampsen, Marulsen en van de Heest, pandeischer
ca
Henrik Lindeman, Burger Vaandrid te Deventer, pandverweerder
Inzake vordering tot betaling van de helft de proceskosten waarin verweerders en wijlen Petrus Coupé als curators over den boedel van Jan de Meijer bij sententie d.d. 16 Februari 1739 voor het stadgericht van Rijssen uitgesproken zijn gecondemneerd, 1739 - 1744. i
35 De Landdrost van Salland, nomine fisci, klager
ca
Garrit Woolthuijs, beklaagde
Inzake vordering tot veroordeeling van beklaagde in de betaling eener boete wegens het dreigen en door schieten verwonden van henrik Ten Have e.a. pachter of participant van den bieraccijns over Raalte van het jaar 1743, toen dezen een onderzoek instelden naar vervoer van bier door beklaagde e.a., waarvan "ter Collecte" geen aangave gedaan was, 1744 - 1748. i
36 De Drost van Salland, nomine fisci, klager
ca
Gerrit Wallink en zijne 3 zonen, Teunis, Gerrit en Hermannus Wallink, beklaagden
Inzake vordering tot condemneering van elk der beklaagden in de betaling eener boete wegens verwonding van de gebroeders, Gerrit, hendrik en Derk Overmars e.a., 1745 - 1746. i
37 Gerrit Berends van Eerten, nomine uxoris, en de kinderen van Gerrit van Eerten, tezamen de rato caveerende voor hun neef Swier Janssen Pademas qq., aanleggers
ca
Jan Voort, koopman te Amsterdam, verweerder
Inzake vordering tot verklaring, dat aanleggers zijn gerechtigd tot de halfscheid van de reëele effecten in deze provincie gelegen, nagelaten door Hilligjen Egberts, ingevolge testamentaire dispositie door haar en haar man, verweerder in dezen, te Amsterdam opgericht, 1748 - 1751. i
38 De Landdrost van Salland, nomine fisci, impetrant
ca
Teunis Berents Derks, geïmpetreerde
Inzake vordering tot veroordeeling van geïmpetreerde in de betaling eener boete ten profijte van de Hoogheid van Salland wegens het in vereeniging met anderen verwonden van Jannis Vrieling, 1749 - 1750. i
39 Hendrik Hiethaar, pandeischer en geëxcipiëerde
ca
Teunis Berent Derks, pandverweerder en excipiënt
Eenige stukken inzake de exceptie: termini nimis angusti, inepti libelli, van eischers vordering tot betaling van de helft der kooppenningen van eene voor gemeene rekening gekochte koe, 1750. i
40 De landdrost van Salland, nomine ifficii, aanlegger
ca
Gerrit en Dries Westenenk en Henricus Walcherink, beklaagden
Inzake vordering tot veroordeeling van beklaagden in de betaling eener boete wegens het deelnemen aan eene vechtpartij ten huize van Hendrikus van Emden te Raalte waarbij één of meer lieden verwond zijn, 1756 - 1757. i
41 De erfgenamen van wijlen den Griffier Wolter Ten Brink en vrouwe Elisabeth van Lennep, echtelieden, pandeischers
ca
D.C. Baron du Tour, Heer van Bellinckhave en Hofstede, pro se en namens zijn echtgenoote Baronesse du tour geboren van Bellinckhave, pandverweerde
Inzake vordering tot voldoening van het door wijlen de echtelieden Godert Henrik Baron van Bellinckhave en vrouwe Catharina Elsabe Baronesse van Heerd, Heer en vrouw toe Bellinkhoff en de Hofste schuldig erkende kapitaal met renten en kosten, 1779 - 1780. i
42 Mr. R. Meterlerkamp te Zwolle, arrestant
ca
D.C. de Maupas Baron du Tour, van Bellinkhof, Hofstede enz., gearresteerde
1e. Inzake vordering tot voldoening eener rekening van aan of op last van gearresteerde geleverde timmer- en metselmaterialen met renten en kosten;
2e. Inzake vordering tot voldoening eener rekening van salaris en verschot lastens gearresteerde door arrestant verdiend en gedaan in een proces door gearresteerde voor het Landdrostengericht van Salland gevoerd, 1780 - 1781. i
43 Inzake tusschen de crediteuren en interessenten in den boedel van Jan Ouden Bijvank en W. Jansen, echtelieden, 1781 - 1784. i
44 Procureur J. Dikkers, pandeischer
ca
Ida Vincent, wed. van Gerrit Pasman, pro se et qq., pandverweerdersche
Inzake vordering tot voldoening eener rekening van salaris en verschot door eischer verdiend en gedaan inzake van Gerrit Pasman
ca
A.H.C. Graaf van Rechteren, 1797 - 1800. i
45 Dr. B.I. Kronenberg, als advocaat-fiscaal van Zalland, R.O. aanlegger en klager
ca
Zwier Smeenk, beklaagde
Eenige stukken inzake vordering tot veroordeeling van beklaagde in de betaling eener boete wegens weigering, in gemeenschap met anderen, uit de boerschap van Haarle, om zich door den schout van Hellendoorn voor de gewapende Burgerwacht te laten "registreeren", 1800 - 1802. i
46 Dr. B.J. Kronenberg, als advocaat-fiscaal van Zalland, R.C., aanlegger en klager
ca
Teunis Blokvoort, beklaagde
Eenige stukken inzake vordering tot veroordeeling van beklaagde in de betaling eener boete wegens weigering in gemeenschap met anderen uit de boerschap Haarle, om zich door den schout van Hellendoorn voor de gewapende Burgerwacht te laten "registreeren", 1800 - 1802. i
47 Dr. B.J. Kronenberg, als advocaat-fiscaal van Zalland, R.O. aanlegger en klager
ca
Willem Brinkman, beklaagde
Eenige stukken inzake vordering tot veroordeeling van beklaagde in de betaling eener boete wegens weigering, in vereeniging met anderen uit de boerschap Haarle, om zich door den schout van Hellendoorn voor de gewapende Burgerwacht te laten "registreeren", 1800 - 1802. i
48 Bartus Lichtenberg, voormaals Hemmink
ca
Derk Jan Olderaan, nu Hemmink
Inzake vordering tot condemneering van gedaagde om met aanlegger het zaad van de Gorve van het erve Hemmink in 1799 op dat erve verbouwd en welk erve aanlegger van gedaagde op de Gorve heeft gepacht, te dorschen en dat het zaad voor gedaagde en het stroo voor aanlegger zal zijn, alles naar constant gebruik en usance van verpachting van ervers op "de Gorve", met schadevergoeding door gedaagde's weigering om daaraan te voldoen, door aanlegger, geleden, 1800 - 1806. i
49 Inzake van preferentie en concurrentie tusschen de crediteuren in den boedel van Hendrikjen Smit, 1802 - 1803. i
50 Gerrit Wijthen, impetrant
ca
Mevrouw N.G. van der Wijck geb. v. Muijden, gedaagde
Inzake vordering tot verklaring, dat gedaagde zal moeten gedoogen, dat de toegang of weg naar impetrants stuk land de Woert Reindts Maatje genaamd, loopt o.a. over gedaagdes kamp lands genaamd "den Hilligenkamp" gelegen in de buurschap Linderte, kerspel Raalte, 1806 - 1808. i
51 Mr. D.J. Walraven gewezen ontvanger v.h. kerspel Raalte, eischer
ca
jan Wyfferdink en W. Vrijlo, gedaagden
Prothocollaria d.d. 21en van Louwmaand en 18e van Sprokkelmaand 1811 met bijlagen inzake vordering tot betaling van door gedaagden verschuldigde landsmiddelen en der kooppeninngen van de door eerste gedaagde van eischer q,q. gekochte beesten, 1811. i
laatste wijziging 12-05-2022
51 beschreven archiefstukken
51 gedigitaliseerd
totaal 5.674 bestanden

Kenmerken

Datering:
1676 - 1811
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
4 m 4 m
Toegang:
Vroom, E., Rechterlijk archief van het schoutambt Raalte. Lijst van processen., 1676 - 1811.
Bijzonderheden:
Betreft inv.nr. 39 van toegangsnummer 0072.1.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie:
laatste wijziging 12-05-2022
51 beschreven archiefstukken
51 gedigitaliseerd
totaal 5.674 bestanden