Uw zoekacties: Richterambt Kedingen

0062.1 Richterambt Kedingen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
INLEIDING
Het richterambt Kedingen neemt in zoverre een bijzondere plaats in tussen de andere schout- en richterambten in Overijssel, dat het niet is ontstaan rondom één, maar om vier kernen, die vermoedelijk oorspronkelijk het middelpunt vormden van even zovele richterambten. Immers voordat het richterambt Kedingen zijn definitieve vorm en naam heeft ontvangen in de eerste helft van de 15e eeuw *  is er in 't laatst der 14e eeuw nog sprake van een richter te Markelo, te Goor, te Rijssen en te Wederden (Wierden), naar blijkt uit de opsomming in het Formulier van ontbieding der klaring der richteren van Salland, Twente en Vollenhove en van enige priesters door bisschop Floris van Wevelikhoven (c.1385). *  Waarschijnlijk is hier niet (meer?) sprake van vier verschillende richters. Immers in 1414 *  zien we één en dezelfde richter te Markelo en te Wierden niet meer.
Men spreekt in deze tijd van de richter van Goor en Rijssen. "Goor en Rijssen" is de naam van het ene richterambt, dat even later voor het eerst Keyngen (=Kedingen) (1439) *  en Kedingerland (1444) *  wordt genoemd.
Samenvattend kunnen we dus zeggen, dat het latere één geheel vormende richterambt Kedingen is ontstaan uit vier richterambten nl. Goor, Markelo, Rijssen en Wierden, via wat men zou kunnen noemen: een personele Unie eerst van deze vier en daarna van de twee nl. Rijssen (waaronder Wierden) en Goor (waaronder Markelo).
Een bevestiging van deze redenering vindt men in het feit, dat we én in de prothocollen en processtukken van dit richterambt Kedingen én in andere stukken buiten dit archief tot in de 18e eeuw tegenkomen scholten te Wierden, te Rijssen, te Markelo en te Goor. Bedoeld worden hier de onderscholten of onderrichters.
Een overblijfsel van de vroegere twee-eenheid van dit richterambt is het bestaan van twee naast elkaar lopende serieën registers van contentieuze gerichtshandelingen. nl. één van het Rijssense en één van het Goorse kwartier. (zie inventaris).
Het gebied van het richterambt Kedingen omvatte alzo de kerspelen Rijssen, Wierden, Goor en Markelo. Hiervan bestond het kerspel Rijssen uit de marken Notter en Zuna, Rektum, Enter, Ypelo en Elzen; het kerspel Wierden uit de marke Wierden en Hooge Heksel, het kerspel Goor uit de marke kerspel Goor, het kerspel Markelo uit de marke van die naam en de marke Stokkum en Herike. *  De oorspronkelijke kernen Rijssen en Goor vallen dus geografisch wel, maar behoren juridisch niet tot het richterambt Kedingen. Immers zowel Rijssen (waarin begrepen de marke Rijssen) en Goor vormden zelfstandige stadsgerichten (zie aldaar).
Het rechterlijk archief van het richterambt Kedingen was goed bewaard en verkeerde in een vrij ordelijke staat. Zoals boven reeds is opgemerkt zijn de registers van contentieuze zaken gesplitst in twee serieën nl. één voor het Rijssense en één voor het Goorse kwartier.
Voor de vrijwillige zaken is er één doorlopende serie voor beide kwartieren. De registers van vrijwillige zaken vangen aan in 1702, die van contentieuze in 1731 voor het Rijssense, en in 1690 voor het Goorse kwartier. Het aantal ongeordende losse stukken was betrekkelijk gering en kon bij de processen of bij enkele bestaande omslagen of pakken worden gevoegd. Verder zijn er nog enkele kleine serieën, zoals de inventaris aangeeft.
Evenals bij zovele Overijsselse archieven moet ook hier weer opgemerkt, dat het verdwijnen van de oudere archivalia mee een gevolg is geweest van branden in de beide hoofdplaatsen in dit gericht. Immers in het begin der achttiende eeuw is het raadhuis te Rijssen *  en in 1647 dat van Goor *  met vele andere huizen verbrand. Behalve de door brand of anderszins vóór 1811 verloren gegane zijn ook nog na 1811 archivalia verdwenen zoals blijkt uit een vergelijking van deze nieuwe inventaris met die welke in 1811 is opgemaakt bij het overbrengen van de Rechterlijke archieven naar de rechtbank te Almelo. Van de Rijssense prothocollen wordt in genoemde inventaris een aantal van 28 genoemd en van de Goorse 15 voor contentieuze zaken. Aanwezig zijn van Rijssen: 25 en van Goor 13. Van de Rijssense zijn in elk geval na 1811 verdwenen, die van de jaren 1717-1731. Ook bij de prothocollen van vrijwillige zaken ontbreken verschillende. In de oude inventaris van 1811 vangen zij aan in 1633 en in de nieuwe in 1702. Nog enkele andere archivalia moeten verdwenen zijn, maar deze zijn, evenmin als bovengenoemde wegens de vrij summiere opgave moeilijk nauwkeurig aan te geven.
De meeste delen zijn, voorzover niet nieuw gebonden, voorzien van een oud nummer, waarvan opgave is gedaan in een zich achter deze inventaris bevindende concordans. Tevens vindt men daar een lijst van processen, waarvan de beschrijving op afzonderlijke fiches reeds ter rijksarchieve aanwezig was.
Blijkens de inventaris, opgemaakt den 12/14 October 1811 werd het rechterlijk archief van het richterambt Kedingen toen overgebracht naar de rechtbank ter Eerster Instantie te Almelo, vanwaar het bij K.B. van 8 Maart 1879 (Staatsblad no. 40) overgebracht is naar het Rijksarchief depot te Zwolle.
Gegevens betrekking hebben op de rechterlijke archieven in Overijssel in 't gemeen, zijn verwekt in de algemene inleiding op de rechterlijke archieven van Overijssel.
INVENTARIS
B Contentieuze zaken
38 - 75 Registers van contentieuze gerichtshandelingen, 1690 - 1704, 1728 - 1739, 1741 - 1743, 1745 - 1811.
0062.1 Richterambt Kedingen
INVENTARIS
B Contentieuze zaken
38 - 75
Registers van contentieuze gerichtshandelingen, 1690 - 1704, 1728 - 1739, 1741 - 1743, 1745 - 1811.
Datering:
1690 - 1704, 1728 - 1739, 1741 - 1743, 1745 - 1811
Uiterlijke vorm:
36 delen, 1 band, 1 aanlegger
NB:
De nummers 38-62 bevatten gerichtshandelingen, alleen betrekking hebbend op het z.g.n. Rijssense kwartier; de nummers 63-75 bevatten gerichtshandelingen alleen betrekking hebbend op het Goorse kwartier.
Behalve de gewone processuele handelingen bevinden zich in deze registers ook sententiën, executoriale verkopingen en akten van in leen gegeven goederen en vee.

Kenmerken

Datering:
1690 - 1811
Omvang archiefblok:
9 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Richterambt Kedingen, 1690 - 1811.
Bijzonderheden:
Rechterlijk archief van het richterambt Kedingen.