Organisatie

Op 14 november 1952 werd er een commissie van voorbereiding geïnstalleerd door de "Vereniging van Burgemeesters en Secretarissen in West-Friesland", voor de oprichting van een organisatie die tot doel had te komen tot een werkplaats voor minder-validen.(ZR>
Op 6 november 1954 bracht de commissie aan de "Vereniging van burgemeesters en secretarissen in West-Friesland" een rapport, gedateerd 18 oktober 1954, uit met daarbij concept-statuten voor een stichting.

Op 28 april 1955 werden de statuten officieel vastgelegd bij notaris S.J.J. Luijckx in Hoorn. Op 28 juni 1955 werd aan de gemeenten in West-Friesland een brief gezonden met verzoek tot aansluiting bij de stichting.

De commissie van voorbereiding was tot de eerste vergadering van de Stichtingsraad op 3 mei 1956 beheerder van de stichting.

Naast de Stichtingsraad, bestaande uit vertegenwoordigers van alle deelnemende instellingen en gemeenten was er een bestuur (bestaande uit een voorzitter, secretaris en acht leden van deelnemende instellingen en gemeenten) en een dagelijks bestuur bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester van de Stichtingsraad. De eerste twee organen vergaderden drie keer per jaar terwijl het dagelijks bestuur maandelijks vergaderde.

Met uitzondering van de gemeente Sijbekarspel waren alle gemeenten in Westfriesland vanaf het begin bij de stichting aangesloten. Daarnaast waren er diverse instellingen als de kamer van koophandel te Hoorn, het gewestelijk arbeidsbureau en stichting geestelijke Volksgezondheidzorg te Hoorn lid van de stichting. In 1959 trad ook de gemeente Sijbekarspel met terugwerkende kracht tot 1955 toe tot de stichting.

Met ingang van 1 mei 1968 gingen de activiteiten van de stichting over naar de gemeenschappelijke regeling Westfriese Werkplaats. De stichting zelf werd op 29 augustus 1969 daadwerkelijk ontbonden.

Activiteiten

De commissie van voorbereiding was vanaf 1 juli 1954 al begonnen met de exploitatie van een werkplaats.
De eerste opdracht bestond uit het afknippen van draadringen voor wandborden in opdracht van de NV Hoornse Metaalwarenfabriek.
In de eerste jaren was het vaak moeilijk om voldoende lonende opdrachten te verkrijgen. In de jaren 1960-1964 groeide jaarlijks het aantal opdrachten. Echter mede door de ingebruikneming van de nieuwbouw in 1965 groeide het aantal opdrachten sterk.
Tot 1960 werden voornamelijk opdrachten voor derden verricht. Vanaf 1961 kwamen daar ook eigen producten bij. De verhouding in opbrengst was half 1968 eenderde deel eigen producten en tweederde deel opdrachten voor derden.
In het begin waren de activiteiten gericht op metaalbewerking en papierarbeid. In de loop der jaren groeide het uit tot een negental verschillende onderdelen (houtbewerking, metaalbewerking, plasticbewerking, kartonagewerk, bewerking contactsnoeren, units draadbomen, inpakwerk, naaiwerk, montagewerk).

Huisvesting

De eerste werkplaats was gevestigd in de zogenoemde "Boterhal" van de gemeente Hoorn. In 1957 werden enkele lokalen van de daarnaast gelegen voormalige huishoudschool in gebruik genomen alsmede enkele lokalen van de voormalige christelijke kleuterschool aan de Peperstraat. Deze laatste locatie werd in 1960 verwoest door brand waarbij helaas twee medewerkers om het leven kwamen.
De situatie van verschillende locaties voor de stichting werd al in 1957 als niet wenselijk gezien en na veel overleg kwam er begin 1960 een schetsplan op tafel voor nieuwe centrale huisvesting. Omdat het verkrijgen van subsidie nogal moeizaam liep werd pas in 1964 de nieuwe werkplaats gerealiseerd op de Dampten 2 te Hoorn. In de tussenliggende periode waren regelmatige tijdelijke verplaatsbare barakken op de verschillende in gebruik zijnde locaties geplaatst. Op 18 januari 1965 werd de nieuwe werkplaats door de commissaris der Koningin in Noord-Holland, de heer Mr. F.J. Kranenburg geopend
De ruimte bleek toch al snel te klein waarop in 1967 al begonnen is met voorbereiding van uitbreiding van het complex. Door de overgang naar een nieuwe beheersvorm was half 1968 nog geen verwezenlijking van de plannen tot stand gekomen.

Personeel

De stichting begon in 1954 met drie "tewerkgestelden" onder leiding van een werkleider, de heer M.F. Overdijk. In mei 1956 waren er al 39 medewerkers aangesteld. Eind 1967 was dit aantal gegroeid tot 135 mensen. Zij werden allen via de G.S.W.-regeling in dienst genomen.
In 1960 kwam de heer P. Stam als directeur in dienst. Hij had de dagelijkse leiding over de werkplaats. Voor de directe leiding aan de medewerkers was tot 1960 één werkleider aangesteld. In 1968 was dit gegroeid tot 8 medewerkers. Ook de administratie was van 1 administrateur in 1958 gegroeid tot 4 medewerkers in 1968.

In 1957 werd er een personeelsvereniging opgericht die jaarlijks een uitstapje voor het personeel regelde en daarnaast ook nog theater- en gezelligheidsavonden organiseerde.