In 1854 werden de gemeenten Avenhorn-Oostmijzen, Grosthuizen en Scharwoude samengevoegd tot de gemeente Avenhorn. De algemene of 'burgerlijke' armbesturen van de drie voormalige gemeenten bleven echter zelfstandig. In 1855 en 1913 werden door de gemeenteraad reglementen voor deze instellingen vastgesteld, op grond waarvan het armbestuur in ieder dorp door twee armenvoogden werd waargenomen (zie gemeentearchief Avenhorn, inv.nr. 934). Het reglement uit 1913 is later op een aantal punten gewijzigd. Een geheel nieuw reglement werd vastgesteld in 1952. Het voorzitterschap van alle drie 'Algemene Armenvoogdenkassen' werd opgedragen aan de burgemeester van Avenhorn, terwijl de gemeentesecretaris optrad als secretaris-penningmeester. Er was sinds 1953 dus sprake van één archiefvormer. De drie 'Armenvoogdenkassen' bleven echter zelfstandige rechtspersoonlijkheden en de dorpen-in de stukken aangeduid als 'afdelingen'-behielden ieder twee armenvoogden. Vanaf 1953 vergaderden de armenvoogden van de drie afdelingen vaak samen. Het kwam blijkens de notulen echter ook geregeld voor dat de te behandelen onderwerpen slechts één van de drie afdelingen aangingen. Dan waren, behalve de voorzitter en secretaris-penningmeester, alleen de armenvoogden van dat dorp aanwezig.

Bij raadsbesluit van 28 oktober 1964 werden de drie Algemene Armenvoogdenkassen met ingang van 1 januari 1965 opgeheven, dit in verband met de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandwet. De bezittingen werden overnomen door de gemeente Avenhorn.