Uw zoekacties: Dorpsbestuur en gemeentebestuur Berkhout, 1477-1925

1322 Dorpsbestuur en gemeentebestuur Berkhout, 1477-1925 ( Westfries Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
1322 Dorpsbestuur en gemeentebestuur Berkhout, 1477-1925
Inleiding
1.
Geschiedenis van de organisatie
Organisatie: Westfries Archief
Bij akte van 16 juni 1408 verleende hertog Willem van Beieren, graaf van Holland aan de ingezetenen van de ‘Veenhop’ voor 250 Franse kronen het poortrecht van de stad Hoorn. Theodorus Velius schrijft in de kroniek van Hoorn dat dit op hun eigen verzoek gebeurde en dat zij daarmee werden ‘verlost’ uit het baljuwschap van Medemblik. *  Het is algemeen bekend dat er in de 14de eeuw op het gebied van de rechterlijke organisatie van West-Friesland veel mis was. Alleen al het feit dat de baljuw en de schout waren belast met zowel opsporing als berechting, leidde tot allerlei misstanden. Rechtens kwam hen een deel van de opgelegde boetes toe zodat zij er baat bij hadden deze zo hoog mogelijk te doen zijn. Soms gingen ze daarom pas tot vervolging van strafbare feiten over wanneer het hen het beste uitkwam, bijvoorbeeld kort nadat de oogst was binnengehaald. Door combinaties van dorpen tot stad te verheffen (zoals bij de stede Grootebroek het geval was) of dorpen bij een bestaande stad te voegen, werd het hele platteland in feite stad en kon het baljuwschap van Medemblik worden opgeheven.
De Veenhoop, een verzamelnaam voor de dorpen Avenhorn, Beets, Berkhout, De Goorn, Grosthuizen, De Mijzen, Oudendijk, Schardam en Scharwoude, ressorteerde nu voor de lage (=civiele), de middelbare én hoge (=straf-) rechtspraak onder Hoorn. De drie rijksten uit elk dorp (‘banne’) kozen vier vredemakers voor de hele Veenhoop die werden belast met het financieel beheer. *  Waarschijnlijk hebben er nooit, of slechts korte tijd, vredemakers voor de hele Veenhoop gefunctioneerd. Al gauw beschikte elke banne over een eigen dorpsbestuur. De vredemakers berekenden en inden grondbelasting (‘lantscot’) en schouwden samen met de schout of een van het gerecht van Hoorn de wegen en sloten (artikel 5). Waarschijnlijk zijn de bestuurders van Hoorn niet blij geweest met de bepaling dat het gerecht van Hoorn alleen keuren aangaande de Veenhoop mocht vaststellen met instemming van de vredemakers aldaar (artikel 8). Enkele jaren eerder had Hoorn al gemord toen Zwaag aan de jurisdictie was toegevoegd en het recht kreeg op vertegenwoordiging in diverse stedelijke instellingen. * 
In een akte van vier dagen later (20 juni 1408) beval de hertog dan ook ‘mit sonderlinge eernsten onser getrouwer stede van Hoirn op hoir lijf ende op hoir goedt’dat zij de inwoners van de Veenhoop zou ‘annemen ende hun verantwoerden in allen saeken als zy hoeren poorteren schuldich zijn te doen (…)’. *  De tijd zou leren dat Hoorn de rechten van haar ‘buitenpoorters’ in de loop der jaren steeds minder respecteerde. * 
Zoals gezegd was in het charter van 1408 nog sprake van vier vredemakers voor de hele Veenhoop. Al gauw waren voor elk dorp of elke banne eigen vredemakers werkzaam. Een blik op de (17de eeuwse) stukken die bewaard zijn gebleven in wat wij het ‘dorpsarchief van Berkhout’ hebben genoemd, toont dat al aan. Maar reeds veel eerder, in 1514, blijkt Berkhout over vier vredemakers te hebben beschikt die samen het dorp bestuurden. *  .
In de bijna volledig agrarische gemeenschap was het waterbeheer, de zorg voor ontwatering van de landerijen door het schoon en op diepte houden van sloten van het grootste belang. In de loop der tijd zijn daar zaken als armenzorg, zorg voor onderwijs door aanstelling van een schoolmeester, zorg voor de gezondheid van de inwoners door benoeming van een heelmeester en/of vroedvrouw en dergelijke bijgekomen.
Na de Bataafse Omwenteling in 1795 scheidde Berkhout zich af van de jurisdictie van Hoorn. *  De enkele jaren later (1800) door het Vertegenwoordigend Lichaam van de Bataafse Republiek vastgestelde instructie voor de gemeentebesturen bepaalde dat alle werken die op kosten van de ingelanden door polders, dijkcolleges of andere waterschappen werden onderhouden, beheerd moesten worden door personen die daartoe door de ingelanden waren gekozen.
Wanneer het beheer van deze werken nog aan het plaatselijk bestuur, op dat moment ‘municipaliteit’ geheten, was opgedragen, moest dit alle landeigenaars bij elkaar roepen om een afzonderlijk waterschapsbestuur te kiezen.
Archieven en kassen behoorden te worden gescheiden en tevens moest men een plan ontwerpen tot aanwijzing van werken die voortaan door de ingezetenen én werken die voortaan door de ingelanden zouden worden onderhouden. Die scheiding tussen gemeente- en polderbestuur moet in Berkhout rond 1800 tot stand zijn gebracht. Helaas beschikken we niet over precieze gegevens omdat in het dorpsarchief notulen uit die jaren ontbreken. Het archief van een specifiek polderbestuur is evenmin bewaard gebleven, vooropgesteld dat zo’n archief heeft bestaan. We weten dat het gemeentebestuur in voorkomende gevallen optrad als polderbestuur. In het notulenboek van de gemeenteraad (inventarisnummer 68) heet het dan: 'Het bestuur, zich als polderbestuur hebbende geconstitueerd, heeft besloten ...' *  Er waren echter ook leden van het polderbestuur die geen lid waren van de gemeenteraad. *  Uit een van het polderbestuur ingekomen stuk, gedateerd 17 oktober 1834, blijkt dat het reglement van de polder bij Koninklijk Besluit van 23 juni 1831 is goedgekeurd. * 
Al waren de kassen van gemeente- en polderbestuur rond 1800 dan ook gescheiden en al was er dan sinds 1831 een polderreglement, toch bestond er tussen beide instellingen geen strikte scheiding wat betreft bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Na de vaststelling van de Gemeentewet in 1851 en van het Algemeen Reglement van bestuur voor de waterschappen in Noord-Holland in 1854 wilde men definitief de al in 1800 door het Bataafse bewind voorgeschreven scheiding tussen gemeenten en plaatselijke waterschappen doorvoeren. Op 4 november 1858 stelden Provinciale Staten van Noord-Holland bijzondere reglementen van bestuur vast voor alle 7 bannen van de Westerkogge in het ambacht Drechterland. Nadat deze reglementen op 2 december 1858 in het Provinciaal Blad waren afgekondigd, vonden in het jaar daarop verkiezingen plaats voor de nieuwe banbesturen. De reglementering van 1858 hield het beginsel in van ‘zelfregering’ door middel van bestuurders, door de belanghebbenden zelf uit hun midden gekozen, en sloot daarmee vereniging van waterschaps- en dorpsbestuur uit. De onderzoeker van de plaatselijke waterstaatsgeschiedenis is dus vanaf 1860 aangewezen op het archief van de banne Berkhout. * 
2. Geschiedenis van de archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
Inventaris van het archief gemeente Berkhout 1812-1925

Kenmerken

Datering:
1477-1925
Datering:
1477-1925
Plaats:
Berkhout
Soort archief:
Overheid
Omvang:
15580 mm
Openbaar:
Ja
Auteur:
W. Brieffies (2011)