0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920 ( Westfries Archief )
0964
Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
2. Geschiedenis van de archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Geraadpleegde bronnen
5. Geraadpleegde literatuur
6. Lijst van functionarissen
laatste wijziging 06-11-2019
576 beschreven archiefstukken
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
14 Jacob, van Duvenvoerde (of Duvenvoirde) en Adriaen Stalpart doen uitspraak in een geschil tussen die van Ursem, Overdorp en Heynsbrouck aan de ene, en Updam aan de andere zijde. Partijen worden hierbij vertegenwoordigd door:
Heynsbrouck: -Jonge Pieter Volckertszoon, Pieter Scijts en Jan Gerytszoon (schepenen), Thyman Janszoon, Adriaen Vrericxszoon, Oelof Pieterszoon, Evert Aryszoon en Baert Yms (buren en rijkdommen);
Ursem: -Govert Pieterszoon en Pieter Thaemszoon (schepenen), Jan Yveszoon en Sijmon Diercxszoon (buren en rijkdommen) ;
Overdorp: -Frans Pieter Mathijszoon, dijkgraaf van Drechterland.
Updamme: -Cornelis Diercxszoon (burgemeester), Arys Ridders en Jacob Oukes (schepenen), Jan Reyerszoon, Dierck Jacobszoon, Olof Janszoon en Claes Sijmonszoon (buren en rijkdommen). Het geschil betreft het uitbrengen van het water van de Wogmeer en het "ongerief" dat is ontstaan omdat die van Updam zich hebben afgedijkt en van de andere dorpen zijn afgesloten. Nadat Van Duvenvoerde en Stalpart de kade rondom de Wogmeer geïnspecteerd en partijen gehoord hebben, komen zij tot de volgende uitspraak:
1) Partijen moeten de kade versterken die ligt langs hun gemeenschappelijke afwatering tussen Ursem en Heynsbrouck, waarmee zij gewoonlijk het water van de Wogmeer naar de Waert Leiden;
2) Zij moeten de afwatering uitdiepen en verbreden, en langs de "wederkant" ook een kade maken;
3) "Op" deze afwatering zal een molen gebouwd worden om het water in de Waert te lozen tenzij Heynsbrouck en Ursem afspreken om door hun landen af te wateren;
Heynsbrouck: -Jonge Pieter Volckertszoon, Pieter Scijts en Jan Gerytszoon (schepenen), Thyman Janszoon, Adriaen Vrericxszoon, Oelof Pieterszoon, Evert Aryszoon en Baert Yms (buren en rijkdommen);
Ursem: -Govert Pieterszoon en Pieter Thaemszoon (schepenen), Jan Yveszoon en Sijmon Diercxszoon (buren en rijkdommen) ;
Overdorp: -Frans Pieter Mathijszoon, dijkgraaf van Drechterland.
Updamme: -Cornelis Diercxszoon (burgemeester), Arys Ridders en Jacob Oukes (schepenen), Jan Reyerszoon, Dierck Jacobszoon, Olof Janszoon en Claes Sijmonszoon (buren en rijkdommen). Het geschil betreft het uitbrengen van het water van de Wogmeer en het "ongerief" dat is ontstaan omdat die van Updam zich hebben afgedijkt en van de andere dorpen zijn afgesloten. Nadat Van Duvenvoerde en Stalpart de kade rondom de Wogmeer geïnspecteerd en partijen gehoord hebben, komen zij tot de volgende uitspraak:
1) Partijen moeten de kade versterken die ligt langs hun gemeenschappelijke afwatering tussen Ursem en Heynsbrouck, waarmee zij gewoonlijk het water van de Wogmeer naar de Waert Leiden;
2) Zij moeten de afwatering uitdiepen en verbreden, en langs de "wederkant" ook een kade maken;
3) "Op" deze afwatering zal een molen gebouwd worden om het water in de Waert te lozen tenzij Heynsbrouck en Ursem afspreken om door hun landen af te wateren;
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
14
Jacob, van Duvenvoerde (of Duvenvoirde) en Adriaen Stalpart doen uitspraak in een geschil tussen die van Ursem, Overdorp en Heynsbrouck aan de ene, en Updam aan de andere zijde. Partijen worden hierbij vertegenwoordigd door:
Heynsbrouck: -Jonge Pieter Volckertszoon, Pieter Scijts en Jan Gerytszoon (schepenen), Thyman Janszoon, Adriaen Vrericxszoon, Oelof Pieterszoon, Evert Aryszoon en Baert Yms (buren en rijkdommen);
Ursem: -Govert Pieterszoon en Pieter Thaemszoon (schepenen), Jan Yveszoon en Sijmon Diercxszoon (buren en rijkdommen) ;
Overdorp: -Frans Pieter Mathijszoon, dijkgraaf van Drechterland.
Updamme: -Cornelis Diercxszoon (burgemeester), Arys Ridders en Jacob Oukes (schepenen), Jan Reyerszoon, Dierck Jacobszoon, Olof Janszoon en Claes Sijmonszoon (buren en rijkdommen). Het geschil betreft het uitbrengen van het water van de Wogmeer en het "ongerief" dat is ontstaan omdat die van Updam zich hebben afgedijkt en van de andere dorpen zijn afgesloten. Nadat Van Duvenvoerde en Stalpart de kade rondom de Wogmeer geïnspecteerd en partijen gehoord hebben, komen zij tot de volgende uitspraak:
1) Partijen moeten de kade versterken die ligt langs hun gemeenschappelijke afwatering tussen Ursem en Heynsbrouck, waarmee zij gewoonlijk het water van de Wogmeer naar de Waert Leiden;
2) Zij moeten de afwatering uitdiepen en verbreden, en langs de "wederkant" ook een kade maken;
3) "Op" deze afwatering zal een molen gebouwd worden om het water in de Waert te lozen tenzij Heynsbrouck en Ursem afspreken om door hun landen af te wateren;
Heynsbrouck: -Jonge Pieter Volckertszoon, Pieter Scijts en Jan Gerytszoon (schepenen), Thyman Janszoon, Adriaen Vrericxszoon, Oelof Pieterszoon, Evert Aryszoon en Baert Yms (buren en rijkdommen);
Ursem: -Govert Pieterszoon en Pieter Thaemszoon (schepenen), Jan Yveszoon en Sijmon Diercxszoon (buren en rijkdommen) ;
Overdorp: -Frans Pieter Mathijszoon, dijkgraaf van Drechterland.
Updamme: -Cornelis Diercxszoon (burgemeester), Arys Ridders en Jacob Oukes (schepenen), Jan Reyerszoon, Dierck Jacobszoon, Olof Janszoon en Claes Sijmonszoon (buren en rijkdommen). Het geschil betreft het uitbrengen van het water van de Wogmeer en het "ongerief" dat is ontstaan omdat die van Updam zich hebben afgedijkt en van de andere dorpen zijn afgesloten. Nadat Van Duvenvoerde en Stalpart de kade rondom de Wogmeer geïnspecteerd en partijen gehoord hebben, komen zij tot de volgende uitspraak:
1) Partijen moeten de kade versterken die ligt langs hun gemeenschappelijke afwatering tussen Ursem en Heynsbrouck, waarmee zij gewoonlijk het water van de Wogmeer naar de Waert Leiden;
2) Zij moeten de afwatering uitdiepen en verbreden, en langs de "wederkant" ook een kade maken;
3) "Op" deze afwatering zal een molen gebouwd worden om het water in de Waert te lozen tenzij Heynsbrouck en Ursem afspreken om door hun landen af te wateren;
Datering:
17 juli 1543
NB:
Deze akte hoort als retoactum bij drie akten van 1 augustus 1610, zie reg.nrs. 29-31
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 27-11-2007
4) Als de nieuwe molen er wel komt en daarmee in de Waert geloosd zal worden, dan mogen Heynsbrouck en Ursem ook water inlaten en uitmalen in de Waert met de molens nu staande op hun grondgebied, om de Wogmeer sneller te "verminderen";
5) In de kosten van het versterken van de oude kade, het maken van de nieuwe kade, het uitdiepen en verbreden van de afwatering, de bouw van een nieuwe molen, het onderhoud van de kaden, sloten en molen, het molenaarsloon en alle andere kosten moeten partijen "margen-/margensgelijk" bijdragen;
6) De nieuwe molen, kaden en afwatering zullen worden bestuurd door drie molenmeesters, één uit Ursem, één uit Heynsbrouck en één uit Updam;
7) Die van Updam mogen afgesloten blijven, en kunnen niet tot opening van de dammen verplicht worden. Zij mogen de dammen pas openen als de anderen vinden dat de Wogmeer met de drie molens leeg genoeg gemaakt is;
8) Vanaf het moment dat de dammen geopend worden mag iedereen weer onbelemmerd varen naar zijn land of andere plaatsen;
9) In geval van onenigheid over de uitspraak moeten partijen zich tot de arbiters wenden.
Met aantekening dat Claes Gerts en Jan Jacobsz Oly (buren van Ursem) als gevolmachtigden van 't corpus van Ursem op 1 augustus 1610 voor de vanwege deze akte molen kwijting hebben verleend aan de bedijkers van 't Wogmeerlant.
(inv.nr.39)
5) In de kosten van het versterken van de oude kade, het maken van de nieuwe kade, het uitdiepen en verbreden van de afwatering, de bouw van een nieuwe molen, het onderhoud van de kaden, sloten en molen, het molenaarsloon en alle andere kosten moeten partijen "margen-/margensgelijk" bijdragen;
6) De nieuwe molen, kaden en afwatering zullen worden bestuurd door drie molenmeesters, één uit Ursem, één uit Heynsbrouck en één uit Updam;
7) Die van Updam mogen afgesloten blijven, en kunnen niet tot opening van de dammen verplicht worden. Zij mogen de dammen pas openen als de anderen vinden dat de Wogmeer met de drie molens leeg genoeg gemaakt is;
8) Vanaf het moment dat de dammen geopend worden mag iedereen weer onbelemmerd varen naar zijn land of andere plaatsen;
9) In geval van onenigheid over de uitspraak moeten partijen zich tot de arbiters wenden.
Met aantekening dat Claes Gerts en Jan Jacobsz Oly (buren van Ursem) als gevolmachtigden van 't corpus van Ursem op 1 augustus 1610 voor de vanwege deze akte molen kwijting hebben verleend aan de bedijkers van 't Wogmeerlant.
(inv.nr.39)
laatste wijziging 06-11-2019
576 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1438-1920
Datering:
1438-1920
Plaats:
Obdam
Soort archief:
Particulier
Omvang:
2000 mm
Licentie:
Openbaar:
Ja
Auteur:
J. de Bruin (1987)
Categorie:
laatste wijziging 06-11-2019
576 beschreven archiefstukken