Uw zoekacties: Oud-rechterlijk archief, Woudrichem, 1579-1811

0331 Oud-rechterlijk archief, Woudrichem, 1579-1811 ( Streekarchief Langstraat Heusden Altena )

 

In een inventaris staat beschreven welke stukken er allemaal in het archief aanwezig zijn, maar vaak ook een korte geschiedenis van het archief. Bij ‘Kenmerken’ vindt u de pdf-versie van de inventaris en algemene informatie over het archief. Bij ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden, gegroepeerd in hoofdstukken/rubrieken. Door op het plus-tekentje te klikken voor een beschrijving van een hoofdstuk/rubriek gaat u steeds een niveau dieper in de inventaris.

 

Hoe zoekt u door een inventaris?

 

Klik op de zoekbalk, bekijk eventueel eerst de ‘Zoektips’ linksonder in het zoekscherm en tik vervolgens uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’. Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken  waar de zoekterm in voorkomt.

 

Wanneer u op een ‘Gevonden archiefstuk’ klikt, verschijnt een meer gedetailleerde beschrijving met rechts ook een aantal icoontjes in beeld. Het meest rechtse icoon (Aanvragen) kunt u gebruiken wanneer u het betreffende stuk in de studiezaal wilt komen bekijken. Een instructie hoe dit online aanvragen werkt, vindt u hier.

 

Welke archieven heeft het Streekarchief Langstraat Heusden Altena?

 

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven het Streekarchief beheert. 

 

beacon
 
 
1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
1.2. Geschiedenis van het archiefbeheer
0331 Oud-rechterlijk archief, Woudrichem, 1579-1811
1. 1. Archiefvorming
1.2.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Oorspronkelijk werden de zaken van rechtspraak mondeling afgedaan. Pas vanaf de late Middeleeuwen werden rechtshandelingen vastgelegd in akten, die in de vorm van een oorkonde aan de belanghebbende werden uitgereikt. Na verloop van tijd zullen er vanwege de schepenbank concepten van deze akten gemaakt zijn die als bewijs moesten dienen. Wanneer men in Woudrichem begonnen is met het protocolleren van akten is niet met zekerheid vast te stellen, maar het is niet onwaarschijnlijk dat men daar in de 15e eeuw mee begonnen is. Het komt mij voor dat de secretarissen omstreeks deze tijd ook begonnen zijn met het bijhouden van rolaantekeningen; hieruit zijn in de 16e eeuw de rollen gegroeid. De rol der stad vangt thans aan in 1585, het protocol in 1579, maar dat is geen maatstaf, omdat het oudere archief in de eerste helft van de zeventiger jaren van de 16e eeuw als gevolg van krijgsgeweld verloren is gegaan. Tussen 1572 en 1575 vormde Woudrichem namelijk een speelbal tussen de Spanjaarden en de Staatse troepen; in die periode werd de stad geplunderd en in brand gestoken. Stukken van vóór 1579 treffen we dan ook hoegenaamd niet in het archief aan. Verder valt op dat de series minuut-akten, alsmede enkele series rekeningen en registers eerst aanvangen omstreeks 1672, een enkele uitzondering daargelaten. Ook hier kunnen we weer een relatie leggen met het oorlogsgeweld in die bange dagen. In 1673 werd door de magistraat bij de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en Westfriesland een rekest ingediend, met het verzoek het turfmagazijn van turf te voorzien om zodoende verdere schade door soldaten, die alles wat brandbaar was als brandstof gebruikten, te voorkomen. Ook het archief zal hiervoor zijn aangewend.
De laatste grote 'aanslag' die gepleegd werd op het Woudrichemse oud-rechterlijke archief heeft plaats gehad in de periode 1795-1811, toen het stadje leed onder de inkwartiering van Franse soldaten. Daarnaast is er in het verleden ook sprake geweest van onoordeelkundige vernietiging door de administratie zelf. Zo werd om een pak archief een schutblad aangetroffen met de tekst, in een begin 19e eeuwse hand: 'Eenige oude obligatien ten lasten van de stad en andere papieren van geene waarde'. 13) Deze bescheiden zijn blijkbaar aan de vernietigingsdrift van ambtenaren ontkomen. Mogelijk werd deze selectie uitgevoerd door de heer Hansse, klerk bij de arrondissementsrechtbank in 's -Hertogenbosch, die in het tweede kwart van de 19e eeuw ook aan de ordening van het archief gewerkt heeft.
Tot 1811 hebben de archivalia van de schepenbank en de magistraat berust in het stadhuis te Woudrichem. Het Decret Imperial dd. 8 november 1810 (Bulletin 327, nr. 6105) bepaalde dat na de installatie der nieuwe tribunaux de premiere instance (rechtbanken van eerste aanleg) de archieven der schepenbanken gescheidden dienden te worden van de stukken van bestuurlijke aard; de bescheiden van rechterlijke aard werden bijeengebracht en verzegeld door de prefecten en sous-prefecten en daarna overgebracht naar de tribuneaux de premiere instance, onder welke zij ressorteerden. Ingevolge hiervan benoemde de prefect van het departement voor ieder canton commissarissen, als welke bij decreet van 8 november de juges de paix werden aangewezen. In het canton Heusden zijn deze archieven daarop reeds op het eind van 1810 overgebracht naar het tribunal de premiere instance te 's-Hertogenbosch, zo ook het (restant van) het Woudrichemse rechterlijke archief. De in 1810/1811 vervaardigde inventaris van het archief is verloren gegaan. 014)
Bij Koninklijk Besluit van 8 maart 1879 (Staatsblad 1879, nr. 40) werd bepaald dat alle oude rechterlijke archieven van vóór de invoering van de Franse wetgeving, die berustten bij de rechterlijke colleges en hypotheekbewaarders, overgebracht moesten worden naar de depots onder beheer van de rijks- of provinciale archivarissen. In verband met de bouw van een nieuwe Rijksarchiefbewaarplaats werd eerst in 1883 het archief door de griffier der arrondissementsrechtbank, die inmiddels de rechtbank van eerste aanleg had vervangen, aan de Rijksarchivaris overgedragen, en werd daar beheerd als Aanwinst 1883, no. 56. De Rijksarchivaris, die reeds in 1882 een overzicht gepubliceerd had van de globale inhoud van de rechterlijke archieven die in het depot van de griffie van de arrondissementsrechtbank berustten, vermelde bij Woudrichem dat dit archief 20 rollen, 15 protocollen en 6 pakken omvatte.
In 1811 werden echter niet alle stukken van rechterlijke aard naar de rechtbank overgebracht: zo werden in 1898 de inventarisnummers 37, 38, 94, 145, 146, 150, 151, 152, 154, 162, 163, (Aanwinst 1898 nr. 108) door de gemeente aan het Rijksarchief overgedragen, in 1908 werden verkregen de nummers 188 en 189, (Aanwinst 1908 nr. 4 en 8), in 1916 de inventarisnummers 193-195 (Aanwinst 1916 nr. 20), in 1918 het inventarisnummer 189 (Aanwinst 1918 nr. 4), in 1929 nummer 161 bis (Aanwinst 1929, nr. 8) en nog in 1921 uit het rechterlijk archief van Werkendam het inventarisnummer 136 (Aanwinst 1921 nr. ?) De inventarisnummers 153, 154, 161 bis, 163a, 162, 163, 174, 191 werden in het midden van de eeuw overgebracht naar de collectie retroacta van de burgerlijke stand. De inventarisnummers 179-186, zijnde diverse minuut-akten van te Woudrichem geresideerd hebbende notarissen, werden in 1980 uit het rechterlijk archief gelicht en toegevoegd aan het Woudrichemse oud-notarieel archief met de inventarisnummers 8853-8857, 8860, 8862 en 8875. De inventarisnummers 193-195 werden in 1994 afgezonderd uit het onderhavige archief en opgenomen in het archief van het waterschap Oudland van Altena onder inventarisnummers 303-305.
In 1973 nam de provinciaal archiefinspecteur in Noord-Brabant initiatieven om in het Land van Heusden en Altena te komen tot een samenwerking op het gebied van het beheer van de oude archieven. In 1977 werd de Gemeenschappelijke Regeling Streekarchivariaat Land van Heusden en Altena ingesteld, en er werd een archivaris aangesteld. Nadat in 1981 het streekarchivariaat een eigen behuizing en een aan alle wettelijke eisen voldoend depot betrok, waren als gevolg van deze centralisatie alle voorwaarden aanwezig om de ten Rijksarchieve beheerde rechterlijke archieven in het depot van het streekarchivariaat te kunnen opnemen. Op 9 december 1982 werd het oud-rechterlijk archief van Woudrichem door het Rijksarchief inbewaring gegeven aan het Streekarchivariaat Land van Heusden en Altena. In 1991 werd besloten, wegens de summiere inventarisatie van het archief, het archief te herinventariseren.
2. Inhoud en structuur van het archief
2.1. Verantwoording van de bewerking
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
3.1. Openbaarheidsbeperkingen
3.2. Citeerinstructie
4. Verwant materiaal
4.1. Publicaties
5. Bijlagen
5.1. Noten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1579-1811
Titel:
Oud-rechterlijk archief, Woudrichem
Beschrijving:
Inventaris van het oud-rechterlijk archief van Woudrichem
Jaar van inventarisatie:
1996
Inhoud/samenvatting:
Doordat de stad Woudrichem vanaf de 14de eeuw een geregelde rechtspraak kende, werd de ontwikkeling van de plattelands schepenbanken sterk beknot. In het algemeen kan men stellen dat de Woudrichemse schepenbank bevoegd was recht te spreken in zowel lage als hoge jurisdictiezaken, de plattelandsbanken alleen in lage jurisdictiezaken (civiele-, voluntaire-, boedel- en voogdijzaken). De schepenbank trad voor 1811 op als lokale rechtbank, die niet alleen recht sprak in burgerlijke en strafzaken, maar bovendien een taak had die nu door notarissen wordt uitgeoefend, zoals het verlijden van akten van transport en bezwaring van onroerend goed en het verlijden van testamenten enz.
Auteur:
J.P.M. van de Mortel, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Omvang:
11,63 m
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Uitgever:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Geografische namen: