Uw zoekacties: Gemeentebestuur, Werkendam, (1809)1811-1930(1974)

0206 Gemeentebestuur, Werkendam, (1809)1811-1930(1974) ( Streekarchief Langstraat Heusden Altena )

 

In een inventaris staat beschreven welke stukken er allemaal in het archief aanwezig zijn, maar vaak ook een korte geschiedenis van het archief. Bij ‘Kenmerken’ vindt u de pdf-versie van de inventaris en algemene informatie over het archief. Bij ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden, gegroepeerd in hoofdstukken/rubrieken. Door op het plus-tekentje te klikken voor een beschrijving van een hoofdstuk/rubriek gaat u steeds een niveau dieper in de inventaris.

 

Hoe zoekt u door een inventaris?

 

Klik op de zoekbalk, bekijk eventueel eerst de ‘Zoektips’ linksonder in het zoekscherm en tik vervolgens uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’. Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken  waar de zoekterm in voorkomt.

 

Wanneer u op een ‘Gevonden archiefstuk’ klikt, verschijnt een meer gedetailleerde beschrijving met rechts ook een aantal icoontjes in beeld. Het meest rechtse icoon (Aanvragen) kunt u gebruiken wanneer u het betreffende stuk in de studiezaal wilt komen bekijken. Een instructie hoe dit online aanvragen werkt, vindt u hier.

 

Welke archieven heeft het Streekarchief Langstraat Heusden Altena?

 

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven het Streekarchief beheert. 

 

beacon
 
 
1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
0206 Gemeentebestuur, Werkendam, (1809)1811-1930(1974)
1. 1. Archiefvorming
1.1.
Geschiedenis van de archiefvormer
1. Het Dorp
Werkendam is een gemeente op de grens van het Land van Altena; aan de noordzijde palende aan de Zuid-Hollandse gemeente Hardinxveld, waarvan het door de Merwede is gescheiden, aan de oostzijde aan Sleeuwijk en De Werken, aan de zuidzijde aan Dussen, aan de zuid-westzijde aan Made en Drimmelen, aan de westzijde aan de Zuid-Hollandse gemeente Dubbeldam, gescheiden door de Biesbosch.1)
Het ontleent zijn naam aan een dam, die in 1230 in het riviertje de Werken gelegd is. Voor Werkendams oudste geschiedenis wordt verwezen naar de inleiding op de "Inventaris Oud-archief Werkendam" door W.C.M. van Oosterhout. 2) Aangezien deze inventaris het archief over de periode 1811-1930 beslaat, wil deze inleiding dan ook handelen over die periode.
Door de invoering van het wetboek Napoleon en het Criminele Rechtboek voor het Koninkrijk Holland en daarna de Franse wetboeken wordt de aard en importantie van het oude dorpsbestuur danig ontmanteld. De taken van de schepenbank zijn bij Keizerlijk Decreet van 8 november 1810 overgenomen wat betreft de rechtspraak door het Vredegerecht te Heusden, de voogdijzaken door de rechtbank van eerste aanleg in 's-Hertogenbosch en de registratie van rechtshandelingen door het notariaat.
De bestaansmogelijkheden voor de Werkendammers liggen voornamelijk op agrarisch gebied en vanwege de waterrijke omgeving op water gerichte activiteiten, zoals de visserij en de scheepvaart.
Na aanvankelijk voornamelijk graan verbouwd te hebben, is er na 1870 een overgang naar suikerbietenteelt.
In de eerste helft van de negentiende eeuw wordt er nog volop zalm en elft gevangen, maar langzaam ziet men de visvangst achteruit gaan door de vervuiling van de grote rivieren en door het verdwijnen van de paaiplaatsen door het wegbaggeren van de grindbanken.
Door deze ontwikkeling gaat men naast visserij ook het marktvervoer verzorgen, wat resulteert in een spectaculaire groei van het aantal schippers. In 1850 zijn het er eenendertig, in 1890 zijn het er al honderd. De binnenscheepvaart wordt een bron van bestaan door de toenemende transitohandel van Rotterdam naar het achterland. Na 1860 groeit Werkendam uit tot één van de belangrijkste binnenvaartcentra van ons land. 3)
Tegen het eind van de negentiende eeuw is er een toenemende armoede. Industrialisatie vindt niet of nauwelijks plaats. De Suikerfabriek wordt in 1917 gesloten wegens te grote concurrentie uit het buitenland. Wel treedt er ontwikkeling op van de griend- en rietbedrijven door toenemende exploitatie van de Biesbosch.
Het leven van de Werkendammers staat in de negentiende eeuw voortdurend in het teken van de strijd tegen het water. Door de werking van de getijden en de slechte afwatering staat in het najaar en de winter een groot deel van de polders onder water, waardoor er na langdurige regenval of door het optreden van ijsdammen regelmatig dijkdoorbraken plaatsvinden. 4) In Werkendam komt dat in de negentiende eeuw drieëntwintig keer voor. Om dit gevaar te keren wordt in 1851 een aanvang gemaakt met het graven van de Nieuwe Merwede. Dit werk is voltooid in 1861 5) en is voor Werkendam van grote betekenis geweest.
2. Geschiedenis van het bestuur
Na de inlijving bij Frankrijk is bij Keizerlijk Decreet van 8 november 1810 een nieuwe bestuursinrichting ingevoerd. Het land is verdeeld in negen departementen, aan het hoofd waarvan een prefect, een conseil de prefect en een conseil général zijn gesteld. De departementen op hun beurt zijn weer onderverdeeld in arrondissementen. Hier komt een sous-prefect aan het hoofd te staan. De arrondissementen zijn weer onderverdeeld in districten en deze weer in communes of gemeenten, waarop de districtsschout toezicht moet uitoefenen.
Na de Franse overheersing behoort Werkendam weer tot de provincie Holland. Bij Koninklijk Besluit d.d. 10 februari 1815 wordt echter bepaald, dat Werkendam zal gaan behoren tot de provincie Noord-Brabant.
In de periode 1815-1848 wordt onderscheid gemaakt tussen steden en plattelandsgemeenten. Tot deze laatste categorie behoort ook Werkendam.
De bestuursreglementen van 1815 bepalen, dat het bestuur van een plattelandsgemeente bestaat uit een schout, die benoemd wordt door de Koning, en uit een drie tot zeven leden tellende raad, die bijgestaan wordt door een secretaris. De leden van de raad, evenals de secretaris, worden benoemd door de Provinciale Staten, op voordracht van het gemeentebestuur.
Indien het wenselijk wordt geacht, kunnen Provinciale Staten, op voordracht van het plaatselijk bestuur, twee leden van de raad tot assessoren benoemen. Deze assessoren hebben tot taak de schout in de waarneming van zijn functies te assisteren.
In 1825 worden voorgaande reglementen reeds vervangen. 6) Het bestuur ten plattelande zal vanaf dan bestaan uit een burgemeester, twee assessoren en een raad.
Wordt bij de reglementen van 1815 bepaald, dat assessoren slechts benoemd hoefden te worden indien dit wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, in 1825 moeten in alle gemeenten assessoren worden aangesteld. De assessoren worden vanwege de Koning benoemd door de Commissaris van de Koning en maken deel uit van de raad. De raad telt na 1827 zeven tot negen leden; dit is afhankelijk van de omvang van de gemeente. De burgemeester is ambtshalve lid van de raad. De leden van de raad worden benoemd door de Provinciale Staten, op voordracht van het plaatselijk bestuur. Ook de benoeming van de burgemeester geschiedt als voorheen. De leden der plaatselijke besturen worden benoemd voor zes jaar, terwijl herbenoeming van de burgemeester steeds mogelijk is. Om de twee jaar treedt een derde deel der raadsleden af volgens rooster, waarbij de eerste en tweede keren de assessoren behoren en bij de laatste wisseling de burgemeester.
De grondwetswijziging van 1848 en de Gemeentewet van 1851 brengen drastische veranderingen in de bepalingen omtrent het gemeentebestuur met zich mee. Tussen steden en platteland wordt niet langer onderscheid gemaakt. De samenstelling van het gemeentebestuur, bestaande uit burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de raad, verandert niet. De raad wordt echter het hoogste orgaan in de gemeente.
De leden van de raad worden voortaan rechtstreeks gekozen door de (welgestelde) ingezetenen.
De assessoren heten voortaan wethouders en worden gekozen uit de raad, benoemd voor een periode van vier jaar. Het aantal wethouders varieert van twee tot zes personen, naar gelang de grootte van de gemeente.
De burgemeester wordt benoemd bij Koninklijk Besluit, voor een periode van zes jaar, op aanbeveling van de Commissaris van de Koning(in). Afgezien van het terugbrengen van de zittingsperiode voor de gemeenteraad en de wethouders tot vier jaar en de afschaffing van de periodieke aftreding zijn sinds 1851 de bepalingen omtrent de inrichting van het gemeentebestuur over het algemeen hetzelfde gebleven.
1.2. Geschiedenis van het archiefbeheer
2. Inhoud en structuur van het archief
2.1. Verantwoording van de bewerking
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
3.1. Openbaarheidsbeperkingen
3.2. Citeerinstructie
4. Verwant materiaal
4.1. Publicaties
5. Bijlagen
5.1. Lijsten
5.2. Lijst van burgemeesters en secretarissen

Kenmerken

Datering:
(1809)1811-1930(1974)
Titel:
Gemeentebestuur, Werkendam
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het gemeentebestuur van Werkendam
Jaar van inventarisatie:
1992
Inhoud/samenvatting:
Archiefstukken betreffende het bestuur van de huishouding van de gemeente op basis van de bestuursreglementen van 1819, 1825 (platteland) en de Gemeentewet van 1851, waarbij administratief-bestuurlijke bevoegdheden werden toegekend om genoemde taak uit te oefenen (uitvaardiging van verordeningen en uitvoering van besluiten van hogere organen).
Auteur:
Bernadette van Gorp, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Omvang:
27,50 m
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Uitgever:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Geografische namen:
Archiefvormer(s):