Uw zoekacties: Waterschap de Alm, (1945)1962-1976(1983)

0095 Waterschap de Alm, (1945)1962-1976(1983) ( Streekarchief Langstraat Heusden Altena )

 

In een inventaris staat beschreven welke stukken er allemaal in het archief aanwezig zijn, maar vaak ook een korte geschiedenis van het archief. Bij ‘Kenmerken’ vindt u de pdf-versie van de inventaris en algemene informatie over het archief. Bij ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden, gegroepeerd in hoofdstukken/rubrieken. Door op het plus-tekentje te klikken voor een beschrijving van een hoofdstuk/rubriek gaat u steeds een niveau dieper in de inventaris.

 

Hoe zoekt u door een inventaris?

 

Klik op de zoekbalk, bekijk eventueel eerst de ‘Zoektips’ linksonder in het zoekscherm en tik vervolgens uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’. Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken  waar de zoekterm in voorkomt.

 

Wanneer u op een ‘Gevonden archiefstuk’ klikt, verschijnt een meer gedetailleerde beschrijving met rechts ook een aantal icoontjes in beeld. Het meest rechtse icoon (Aanvragen) kunt u gebruiken wanneer u het betreffende stuk in de studiezaal wilt komen bekijken. Een instructie hoe dit online aanvragen werkt, vindt u hier.

 

Welke archieven heeft het Streekarchief Langstraat Heusden Altena?

 

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven het Streekarchief beheert. 

 

beacon
 
 
1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
0095 Waterschap de Alm, (1945)1962-1976(1983)
1. 1. Archiefvorming
1.1.
Geschiedenis van de archiefvormer
Oprichting en opheffing
Het waterschap de Alm omvatte een deel van de regio "het Land van Heusden en Altena", en werd begrensd door de Biesbosch in het westen, de Merwede, de afgedamde Maas en het Heusdens Kanaal in het noorden en oosten en de Bergsche Maas in het zuiden. Het waterschap was gelegen op het territoir van de gemeenten Almkerk, Andel, Dussen, Eethen, Giessen, Rijswijk, Veen, Werkendam en Wijk en Aalburg. Het waterschap, dat een oppervlakte had van 15.000 ha, is in 1961 ontstaan. (1) Het aantal inwoners in het gebied bedroeg ongeveer 35.500. In het gebied lagen 34 polders, die de waterhuishouding in hun eigen territoir verzorgden. Het Rijk en de Provincie waren van mening dat door de aanleg van nieuwe en veranderingen in bestaande waterstaatkundige werken, een en ander in het kader van de ruilverkaveling in het Land van Heusden en Altena, de waterstaatkundige toestand in het betrokken gebied aanzienlijke veranderingen zou ondergaan, terwijl de bestaande gefragmenteerde waterschapsorganisatie geacht moest worden daar op niet te zijn afgestemd. Het was daarom, dat het gehele gebied in één waterschap werd opgenomen. Aan dit nieuwe waterschap werden alle taken van de 34 opgeheven waterschappen opgedragen. Een lijst van opgeheven waterschappen is als bijlage 1 toegevoegd. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bepaalden de datum van inwerking stelling van het nieuwe waterschap op 1 januari 1962, terwijl de feitelijke opheffing van de 34 oude waterschappen op 1 februari 1962 plaats vond. Sinds 1 januari 1962 waren er in het Land van Heusden en Altena nog maar twee grote waterschappen, namelijk het onderhavige waterschap de Alm, en de Brabantse Biesbosch. In het begin van de jaren zeventig groeide echter opnieuw de behoefte aan een schaalvergrotend waterstaatsgebied.
Met de verdere vergroting van waterschappen werd deze keer in het bijzonder beoogd een grotere financiële armslag, en het verkrijgen van de mogelijkheid van het instellen van een krachtig bestuur en deskundige administratieve- en technische diensten. Dit alles teneinde het waterschapsbestel aan te passen aan de eisen van de tijd. Een beperkt aantal grote en beter toegeruste waterschappen zullen hun toevertrouwde waterstaatszorg, mede in samenhang met de overige overheidsinstanties, beter kunnen behartigen dan een groot aantal kleine waterschappen, zo luidde de overweging. (2) Vandaar dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant besloten om het waterschap de Alm op te heffen, en wel met ingang van 1 februari 1977. De rechtsopvolger werd het waterschap Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, hetwelk gevestigd werd in Sleeuwijk. Ook de Brabantse Biesbosch en het inliggende Hoogheemraadschap Land van Heusden en Altena gingen in dit grote verband op.
Taken van het waterschap
Waterstaatkundige taken
Het waterschap de Alm had een aantal taken op waterstaatkundig gebied in enge zin, alsmede een zuiveringstaak. De taken op waterstaatkundig gebied in enge zin bestonden uit:
1. het beheren en onderhouden van de waterstaatswerken, welke werden beheerd en onderhouden door de 34 opgeheven kleine waterschappen,
2. het onderhouden van de binnendijken en van de kunstwerken, gelegen op en in de slaperdijken en binnendijken, voor zover deze binnendijken en kunstwerken werden onderhouden door de opgeheven waterschappen,
3. het beheren en onderhouden, van waterstaatswerken, waarvan het beheer en onderhoud, aan het waterschap zullen worden opgedragen of toegewezen (hieronder vallen b.v. de in het kader van de ruilverkaveling gebouwde c.q. in aanbouw zijnde gemalen Altena en Hagoort),
4. het verrichten van hetgeen overigens bevorderlijk zou zijn voor de verbetering van de waterstaatkundige toestand in het gebied.
Zuiveringstaak
De zuiveringstaak was voor de waterschappen betrekkelijk nieuw. Eind zestiger jaren kwam er een discussie op gang, welke betrekking had op een actievere rol die de waterschappen zouden moeten gaan spelen ten aanzien van de zuivering van vervuild water. Gelet op het feit dat in het gebied van het waterschap de vervuiling van het oppervlaktewater, door de ruilverkaveling, industrialisatie en grotere bevolkingsconcentraties, tot steeds grotere zorgen leidde, besloot het bestuur van de Alm om alles in het werk te stellen om de verdere verontreiniging van de watergangen tegen te gaan. De wettelijke basis van een en ander was gelegen in een provinciaal reglement dat de waterschappen een passieve zuiveringstaak toekende; in de praktijk kwam dit er op neer dat de waterschappen middels een "lozingsvergunningensysteem" de vervuiling moesten tegengaan. Middels dit vergunningensysteem zou de vervuiling bestreden gaan worden. Daarnaast kregen de waterschappen een actieve taak ten aanzien van de waterzuivering, want hoewel er bij de inliggende gemeenten begrip bestond voor het probleem, bleek het in de praktijk slechts voor een beperkt aantal gemeenten financieel mogelijk voorzieningen te treffen ter beperking van de vervuiling. Deze voorzieningen bestonden uit de aanleg van persleidingen en de bouw van zuiveringsinstallaties. Alleen in de gemeenten Werkendam, Dussen, Almkerk, en deels in Genderen, leidde dit tot gunstige resultaten. De grootste "vervuiler" was overigens de firma Hak te Giessen. Door de gemeente Giessen werd daarom een plan uitgewerkt voor de afvoer van het afvalwater van dit conservenbedrijf. Dit is helaas door het ontbreken van de financiële middelen nooit gerealiseerd.
Aangezien dus bij gemeenten nauwelijks verbeteringen waren te constateren noch te verwachten, rees de vraag of het waterschap niet zelf de taak voor de zuivering van het afvalwater ter hand zou moeten nemen teneinde zo spoedig mogelijk de gewenste kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater te bewerkstelligen. Aldus werd besloten. Om dit beleid te kunnen uitvoeren werden de lasten van de zuivering op de burger verhaald. De inwoners van het werkgebied van het waterschap gingen een bepaalde financiële vergoeding betalen. Deze belastingbetaling werd ook wel waterschapsbelasting genoemd. De heffing werd als volgt berekend; op basis van exploitatie van zuiveringstechnische werken, 10% van het geïnvesteerde ongeveer fl. 500.000,00. Hierbij komen dan nog de kosten voor de eigen dienst, ongeveer fl. 100.000,00. De jaarlijkse last bedroeg ongeveer fl. 600.000,00. Met het inwoners-equivalent in het waterschap dat fl. 51.000,00 bedroeg, betekende dit dat de last per inwoner fl. 11,80 was. Door een aanzienlijke uitbreiding van het werkgebied met de Biesbosch, en daardoor de wooncentra c.q. vakantiebungalows, ging ook het inwoners-equivalent omhoog. Mede hierdoor konden de financiële middelen gegenereerd worden om een actiever zuiveringsbeleid te gaan voeren. Dit had voor het waterschap natuurlijk grote gevolgen. Meer taakinhoud en meer personeel zodat men als een volwaardig waterschap kon gaan functioneren. De Wet op de Waterverontreiniging besteedde ook aandacht aan Rijkssubsidies ten behoeve van de waterschappen voor zuiveringstaken. De Alm profiteerde hier ook van. Het rapport "Opzet voor een afvalwateringsplan in het waterschap de Alm" (3) schetste hoe het nieuwe beleid ten uitvoer gebracht zou worden. De uitvoering van de nieuwe taak werd met grote voortvarendheid ter hand genomen.
Tussen 1970 en 1976 werden er een aantal zuiveringstechnische werken gebouwd. In Giessen, Rijswijk, Wijk en Aalburg kwamen rioolgemalen. Er kwam een groot gemaal (Hagoort) aan de Bergsche Maas. Er werd een persleiding van Giessen naar de Boven Merwede gelegd. Ook tussen Andel en Giessen alsmede Uitwijk en Rijswijk werden persleidingen gelegd. De rioolwaterzuiveringsinstallatie in Wijk en Aalburg werd uitgebreid en er werd een persleiding vanaf Veen op aangesloten. Tevens werd een aanvang gemaakt met de voorbereiding voor de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstallatie in Sleeuwijk. Deze installatie is gerealiseerd in de periode van de opvolger van het waterschap de Alm, het waterschap Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch. De intensieve bemoeienis van het waterschap met de zuivering van afvalwater was onder meer gelegen in het unieke gegeven dat het waterschap de zorg had voor de watergangen in het gebied. In het werkgebied van het waterschap de Alm hadden de gemeenten als gevolg van een afspraak met het waterschap namelijk geen bemoeienis met de zorg voor de watergangen.
De organisatiestructuur
Het waterschap is een door Gedeputeerde Staten, onder goedkeuring van de Kroon, opgericht overheidslichaam, belast met een aantal waterstaatkundige taken. De belangrijkste regelgeving ten aanzien van waterschappen is neergelegd in de Grondwet (art. 206), de Provinciewet (art. 98), de Waterstaatswet 1900 (art. 13) en het algemeen waterschapsreglement voor de provincie, in dit geval, Noord-Brabant. (4) Het hoogste orgaan van het waterschap was de algemene vergadering of het algemene bestuur. Deze vergadering van hoofdingelanden vergaderde twee keer per jaar. De vergadering van hoofdingelanden was samengesteld uit 65 leden, waarvan de verkiezing of aanwijzing als volgt tot stand kwam:
- veertig hoofd ingelanden als vertegenwoordigers van de binnen het waterschap gelegen gemeenten, door het dagelijks bestuur van het Streekgewest voor het Land van Heusden en Altena;
- tien hoofdingelanden als vertegenwoordigers van binnen het gebied van het waterschap gevestigde industrieën, door het bestuur van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Brabant te Waalwijk.
In de vergadering had elke hoofdingeland één stem. De leden van de vergadering van hoofdingelanden werden gekozen voor een periode van zes jaar. Zij traden gezamenlijk af; de aftredende ingelanden konden dadelijk worden herkozen of opnieuw worden aangewezen.
Naast het algemeen bestuur was er een dagelijks bestuur. Dit bestond uit de voorzitter en twaalf leden. De voorzitter werd door de Kroon benoemd, geschorst en ontslagen. De samenstelling kwam als volgt tot stand:
- zeven leden door en uit de hoofdingelanden. Uit elk district hadden tenminste één hoofdingeland doch ten hoogste twee hoofdingelanden zitting in het dagelijks bestuur;
- drie leden uit de hoofdingelanden vanuit de gemeenten in het werkgebied gelegen;
- twee leden door en uit de hoofdingelanden vanuit de in het werkgebied gelegen industrieën.
De vergadering van hoofdingelanden benoemde de secretaris, de overige hoofden van dienst en de penningmeester. Het ambtelijk apparaat bestond uit twee afdelingen, de technische dienst en de administratieve dienst. Zie organigram (bijlage 3). Vanaf het ontstaan, in 1962, is de heer A.D. den Dekker dijkgraaf van het waterschap. Hij bekleedde sedert 1942 diverse functies binnen waterstaatsorganisaties. Vanaf 1959 was hij dijkgraaf van het Hoogheemraadschap voor het Land van Heusden en Altena en sedert 1953 was hij bestuurslid van het waterschap de Brabantse Biesbosch. Daarnaast had hij ook nog een groot modern landbouwbedrijf. Op 16 maart 1976 overleed de heer Den Dekker. Hiermee verloor de streek een groot stimulator van vele waterstaatkundige ontwikkelingen. Hij was het die de concentratie van de drie nog bestaande waterschappen in het Land van Heusden en Altena tot het waterschap Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, waartoe de Provinciale Staten van Noord-Brabant aan het einde van 1975 hadden besloten, entameerde. Hierin zou voor hem een grote taak zijn weggelegd, alhoewel hij de effectuering daarvan helaas niet heeft mogen meemaken. Als opvolger werd benoemd de heer A.B. Snoek. Als tijdelijke waarnemer was de heer C.A. Vermeulen benoemd.
In 1968 is, bij Koninklijk Besluit (5) aan het waterschap een wapen verleend. (Bijlage 6). De beschrijving van dit wapen is als volgt: Gevierendeeld:
l. In azuur twee boven elkaar geplaatste zwemmende eenden zilver, gebekt van keel, het geheel omgeven door een breed gewolkte zoom van zilver;
ll. In goud drie posthoorns van keel, beslagen, geopend en gemond van zilver;
lll. In keel een net van zilver, waar omheen een zalm van goud;
lV. In azuur drie versmalde golvende schuinbalken van zilver. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen.
De toelichting bij dit wapen geeft een treffend overzicht van de geschiedenis van de rechtsvoorgangers van het waterschap:
De eenden in het eerste kwartier herinneren aan de Sint-Elisabethsvloed van 1421, waarbij de Biesbosch ontstond doordat het waterschap de Grote Zuidhollandse Waard met tal van dorpen en vele eendenkooien overspoeld werd en voor eeuwen verloren ging. Het waterwild is ook na de overstroming en tot op de dag van vandaag talrijk gebleven in deze streek. De gewolkte zoom symboliseert de strijd tegen het water, dat altijd aan het land knaagt. De posthoorns vormen het wapen van de graven van Hoorne. Dit geslacht heeft het Land van Heusden en Altena sinds het einde der 12e eeuw in leen gehad van de graven van Kleef. Het Land van Altena viel samen met het waterschap het Oudland (van Altena) hetwelk een van de voorgangers is van de Alm. In 1590 werd de heerlijkheid Altena verkocht aan de Staten van Holland. Het net met de zalm herinnert aan de visserij die in de Biesboschzee een enorme omvang heeft gehad tot het steeds giftiger wordende afvalwater van de industrie de vis verjoeg. De drie golvende schuinbalkjes tenslotte herinneren aan de drie boezemwaterschappen die in het waterschap de Alm zijn opgegaan, te weten "de Drie Sluizen", "de Vier Bannen" en "het Noorderwateringskanaal". De kroon is uitsluitend versiering.
1.2. Geschiedenis van het archiefbeheer
2. Inhoud en structuur van het archief
2.1. Selectie en vernietiging
2.2. Ordening van het archief
2.3. Verantwoording van de bewerking
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
3.1. Openbaarheidsbeperkingen
3.2. Citeerinstructie
4. Bijlagen
4.1. Verantwoording van de bijlagen
4.2. Bijlage 1: Lijst van 34 opgeheven waterschappen die opgenomen zijn in het Waterschap de Alm
4.3. Bijlage 4: Voorzitters en secretarissen van het Waterschap de Alm in de periode 1962-1976
4.4. Bijlage 5: Hoofdingelanden Waterschap de Alm 1962-1976
4.5. Bijlage 6: Dagelijks bestuur Waterschap de Alm 1962-1976
4.6. Bijlage 8: Vernietigde dossiers
4.7. Concordantie

Kenmerken

Datering:
(1945)1962-1976(1983)
Titel:
Waterschap de Alm
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het waterschap de Alm
Inhoud/samenvatting:
Het waterschap de Alm omvatte een deel van de regio "Het Land van Heusden en Altena", en werd begrensd door de Biesbosch in het westen, de Merwede, de afgedamde Maas en het Heusdens Kanaal in het noorden en oosten en de Bergsche Maas in het zuiden. Het waterschap was gelegen op het territoir van de gemeenten Almkerk, Andel, Dussen, Eethen, Giessen, Rijswijk, Veen, Werkendam en Wijk en Aalburg.
Huidige gemeente:
Altena
Jaar van inventarisatie:
1998
Auteur inventaris:
J.J. Mook, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Archieftitel:
Waterschap de Alm
Auteur:
J.J. Mook, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Omvang:
8,25 m
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Uitgever:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Archiefvormer(s):